De 7 verdachten hebben op social media mensen opgeroepen om op 26 november 2022 en 28 januari 2023 de Utrechtsebaan (A12) te blokkeren. Dit is één van de belangrijkste toegangswegen van en naar het centrum van Den Haag. De verdachten zijn op een later moment door de politie thuis aangehouden, in een aantal gevallen in aanwezigheid van partners en kinderen. Eén verdachte is in de directe omgeving bij de school van zijn kinderen aangehouden. De rechtbank oordeelt dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan opruiing. Ze hebben welbewust berichten op sociale media geplaatst om zoveel mogelijk mensen te mobiliseren voor de acties. Daarmee hebben ze anderen aangespoord om een strafbaar feit te plegen. Een blokkade kan leiden tot verkeersonveilige situaties, omdat de verkeersdeelnemers op deze 70-kilometerweg plotseling moeten remmen voor demonstranten om een aanrijding te voorkomen en daarbij onveilige manoeuvres kunnen maken. De rechtbank constateert dat de verdachten de strafbare feiten hebben gepleegd omdat zij bezorgd zijn over het klimaat. Maar door op deze manier te handelen hebben zij welbewust de keuze gemaakt om de doelen die zij nastreven zwaarder te laten wegen dan de rechten en belangen van anderen, waaronder de verkeersveiligheid. Dit vindt de rechtbank kwalijk. De rechtbank heeft ernstige twijfels over de noodzaak en proportionaliteit van de manier waarop de verdachten zijn aangehouden. Dit weegt de rechtbank mee in de bepaling van de straf. 5 verdachten worden voor opruiing veroordeeld tot een taakstraf van 30 uur. Voor de 2 verdachten die daarnaast worden veroordeeld voor vernieling, vindt de rechtbank een taakstraf van 60 uur passend.

ECLI:NL:RBDHA:2023:11442
ECLI:NL:RBDHA:2023:11450
ECLI:NL:RBDHA:2023:11451
ECLI:NL:RBDHA:2023:11452
ECLI:NL:RBDHA:2023:11458
ECLI:NL:RBDHA:2023:11459
ECLI:NL:RBDHA:2023:11460
ECLI:NL:RBDHA:2023:11462

Bron: www.rechtspraak.nl