Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid heeft op 18 november het conceptwetsvoorstel Strafrechtelijke aanpak ondermijning II in consultatie laten gaan, dat het mogelijk maakt om vermeend crimineel geld en zaken afkomstig van vermeende criminaliteit af te pakken zonder een voorafgaande strafrechtelijke veroordeling. Ook wordt een zogenoemde spoedbevriezing van een financiële transactie geïntroduceerd om te voorkomen dat crimineel geld wordt weggesluisd.


Met het wetsvoorstel wordt de zogenoemde ‘non conviction based confiscation’ (NCBC)-procedure geïntroduceerd om crimineel vermogen en illegaal verkregen goederen te confisqueren zonder dat daaraan een veroordeling van een persoon voor een strafbaar feit vooraf is gegaan. Het maakt niet uit op wiens naam het object staat, of dat de eigenaar onbekend is. In deze civiele procedure is voor confiscatie door de overheid alleen van belang dat het Openbaar Ministerie bij de rechter voldoende aannemelijk kan maken dat het object afkomstig is van criminaliteit. Als de politie bijvoorbeeld een pand binnenvalt en een groot bedrag aan contanten vindt, is geen langdurig strafproces nodig om dat geld aan de staat te laten vervallen als degenen bij wie het wordt aangetroffen geen deugdelijke verklaring kunnen geven voor zo veel contanten in huis.

De NCBC-procedure moet een snellere interventie om objecten met een criminele herkomst uit de markt te halen mogelijk maken. Om crimineel vermogen af te pakken zijn de betrokken opsporingsorganisaties en het OM nu volgens de minister te veel tijd kwijt in het strafproces tegen een verdachte, vooral als gebruik wordt gemaakt van verhullende eigendomsconstructies en ook als via rechtshulp met andere landen moet worden samengewerkt . De kracht van de nieuwe methode schuilt aldus de bewindsman in het omdraaien van de huidige werkwijze: niet de persoon, maar het object staat centraal in het afpakken.

Vanwege de inbreuk op het eigendomsrecht is de civielrechtelijke confiscatie alleen mogelijk na een onherroepelijke rechterlijke beslissing. Daarvoor moet het OM voldoende aannemelijk maken dat het voorwerp in verband staat met criminaliteit. Het is niet vereist dat een specifiek misdrijf wordt aangetoond. Als er personen zijn die aanspraak maken op het voorwerp, wordt verwacht dat ze kunnen verklaren dat de herkomst uit legale bron afkomstig is. De nodige rechtswaarborgen bestaan uit het recht op bijstand van een advocaat en de mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen de rechterlijke beslissing. Hierbij wordt ook betrokken de mogelijkheid van vergoeding van schade als een persoon onevenredig is getroffen door de beslissing over de confiscatie.

Spoedbevriezing

Het betalingsverkeer verloopt steeds sneller, vindt in toenemende mate digitaal plaats en is niet gebonden aan grenzen. Door het wetsvoorstel worden de mogelijkheden verruimd om een financiële transactie op verzoek van de Financial Intelligence Unit tijdelijk aan te houden bij vragen over de achtergrond van een transactie en een mogelijk verband met witwassen. Door dit nieuwe instrument van ‘spoedbevriezing’ wil de minister voorkomen dat het geld verdwenen is tegen de tijd dat de transactie in beeld komt in een strafrechtelijk onderzoek.

 

Op https://internetconsultatie.nl/ondermijningii kan tot 31 januari 2022 op het wetsvoorstel worden gereageerd.

Laatste nieuws