Het Uwv moet in sommige gevallen verzoeken om een vaststaande boete te herzien opnieuw inhoudelijk beoordelen. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in uitspraken van 7 maart jl. vuistregels gegeven voor de beoordeling van deze verzoeken. Het gaat in deze zaken om vaststaande boetes aan uitkeringsgerechtigden die gebaseerd zijn op het oude, veel strengere boeteregime en die soms zelfs hoger zijn dan de maximale geldboete die een strafrechter destijds kon opleggen.


De betrokkenen in deze zaken ontvingen een uitkering en kregen van het Uwv een boete, omdat zij de inlichtingenverplichting hadden geschonden. De boetes zijn gebaseerd op het aangescherpte boeteregime dat in 2013 van kracht werd. Door dit aangescherpte boeteregime ontstond een groot verschil in de behandeling van overtreders van de inlichtingenverplichting tussen de strafrechter en de bestuursrechter. Al in 2014 oordelde de CRvB dat dit boeteregime in strijd was met internationaal recht (ECLI:NL:CRVB:2014:3754). Dit heeft ertoe geleid dat sinds 2017 een lichter boeteregime geldt. Er was echter niet voorzien in een overgangsregeling waardoor voor velen de hogere boete bleef staan. In deze zaken is het Uwv gevraagd om alsnog vaststaande boetes te herzien. Het Uwv weigerde dit omdat de boetes volgens het destijds geldende regime zijn vastgesteld.

Vuistregels

De CRvB concludeert dat het evident onredelijk is om verzoeken om herziening van dergelijke boetebesluiten af te wijzen nu de boetes waren gebaseerd op regelgeving waaraan fundamentele gebreken kleefden. Bij gebrek aan wettelijke regels en beleid om herzieningsverzoeken van dergelijke vaststaande boetes te beoordelen, heeft de CRvB zelf uitgangspunten geformuleerd. Als de boete al helemaal is betaald, hoeft het Uwv de boete niet te herzien. Maar als de boete hoger was dan de maximale boete die de strafrechter zou hebben opgelegd moet de boete worden herzien naar deze maximale boete. Als de boete nog niet (helemaal) is betaald, dan moet het Uwv de herzieningsverzoeken inhoudelijk beoordelen en herzien. De CRvB geeft hier vuistregels voor. Voor de betrokkenen in deze zaken heeft de CRvB geoordeeld dat het evident onredelijk is om de hen opgelegde boetes niet te herzien en deze boetes aan de hand van deze vuistregels verlaagd.

ECLI:NL:CRVB:2019:659
ECLI:NL:CRVB:2019:660 
ECLI:NL:CRVB:2019:661

 

Laatste nieuws