De Nederlandse overheid kan georganiseerde drugscriminaliteit op verschillende manieren onbedoeld faciliteren. Dit blijkt uit een op 10 mei 2023 gepubliceerd onderzoek uitgevoerd door de Erasmus School of Law in opdracht van het WODC. Onderzoekers brachten factoren in kaart die een rol spelen bij overheidsfacilitering van georganiseerde drugscriminaliteit.

Onbedoelde overheidsfacilitering kan ontstaan wanneer de aanpak van georganiseerde drugscriminaliteit leidt tot verschuivingen van criminele activiteiten naar andere verschijningsvormen van criminaliteit, locaties of beleidsdomeinen. Op zulke verschuivingen wordt volgens de onderzoekers niet altijd goed geanticipeerd, waardoor de overheid het zicht op de criminaliteit kwijtraakt en soms zelfs veronderstelt dat het probleem verdwenen is. Hierdoor wordt capaciteit elders ingezet en gaan opgebouwde expertise en kennis mogelijk verloren. Ook kan onbedoelde overheidsfacilitering het gevolg zijn van bewuste belangenafwegingen binnen het georganiseerde (drugs)criminaliteitsbeleid maar ook tussen beleidsdomeinen zoals veiligheid, economie, huisvesting of gezondheid. In die afweging kan aan andere belangen een hogere prioriteit worden toegekend dan aan het voorkomen van bepaalde risico’s van (georganiseerde drugs)criminaliteit. Zo kunnen economische belangen die zich bijvoorbeeld vertalen in beleid gericht op het creëren van een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven, uiteindelijk ook kansen bieden voor criminelen. Tot slot kan sprake zijn van onbedoelde overheidsfacilitering wanneer nieuw beleid wordt opgesteld zonder daarbij rekening te houden met mogelijke effecten die de criminaliteit juist bevorderen. Een voorbeeld is het privatiseren of liberaliseren van bepaalde markten zonder de eventuele criminaliteitsrisico’s te monitoren.

Onbedoelde overheidsfacilitering voorkomen

Om onbedoelde overheidsfacilitering van georganiseerde drugscriminaliteit tegen te gaan, is het volgens de onderzoekers van belang dat fundamentele uitgangspunten van het Nederlands drugsbeleid (zoals de nadruk op het opwerpen van barrières, intensievere controles en een strengere strafrechtelijke aanpak) duidelijk en gedragen zijn. Vragen hoe de overheid tegenover drugs in de samenleving aankijkt, welke uitgangspunten er aan het drugsbeleid ten grondslag liggen en welke boodschap de overheid doet uitgaan over drugsgebruik, -productie en -handel moeten daarbij centraal staan. Bij het ontwikkelen van beleid spelen morele en politieke argumenten over hoe tegen drugs wordt aangekeken vaak een belangrijke rol. Beleidsmakers zouden meer moeten kijken of hun beleid aantoonbaar werkt. In de interviews met publieke en private partijen en wetenschappers op het terrein van georganiseerde drugscriminaliteit werd gepleit voor de oprichting van een (onafhankelijke) commissie waarin vanuit verschillende beleidsdomeinen naar de problematiek rondom drugs en georganiseerde drugscriminaliteit wordt gekeken.

Onderzoek Onbedoeld ondermijnen

Bron: www.wodc.nl

Laatste nieuws