Een goed functionerend openbaar bestuur is voor iedereen van zeer groot belang, nu wellicht meer dan ooit. De coronacrisis heeft dat in het afgelopen jaar duidelijk aangetoond, de kwaliteit van het openbaar bestuur wordt zwaar op de proef gesteld. De opgaven waarvoor het openbaar bestuur gesteld wordt, stapelen zich de komende periode verder op. In Nederland hebben we een stevig en gemotiveerd decentraal bestuur, maar er zijn ook risico’s en kwetsbaarheden zichtbaar die aandacht blijven vragen en door de coronacrisis uitvergroot worden. Dit beeld komt naar voren uit de Staat van het Bestuur 2020

In de Staat van het Bestuur worden elke twee jaar de feiten en ontwikkelingen in het openbaar bestuur inzichtelijk gemaakt. Het rapport wordt vergezeld door een duiding door onafhankelijke experts uit de samenleving, de bestuurspraktijk en de wetenschap. Zij schreven een essay of korte reflectie, op persoonlijke titel, om duiding te geven aan de feiten, cijfers en ontwikkelingen die deze Staat laat zien. Deze zijn opgenomen in Gebundeld Perspectief Decentraal bestuur nade

Enkele bevindingen in de Staat zijn dat de steun en het draagvlak voor de decentrale democratie in Nederland groot zijn en het vertrouwen in het systeem gemiddeld hoog is, en dat op het eerste
gezicht geen sprake is van een alarmistisch beeld, maar dat onder de mooie gemiddelden wel flinke verschillen schuil gaan waardoor toch zorgen zichtbaar worden. Verder zijn inwoners zijn redelijk tevreden over hun lokaal bestuur en de prestaties ervan, maar het beeld dat ze ervan hebben is niet scherp. Het decentraal bestuur wordt gedragen door betrokken mensen met maatschappelijke motieven en die er veel tijd in steken. De basis waaruit deze betrokkenheid voortkomt, blijkt echter smal te zijn. Wat ook lijkt te leiden tot een vrij eenzijdig profiel.

Er is ook een zorgpunt met betrekking tot de machtsbalans tussen vertegenwoordigers en bestuurders: deze valt doorgaans uit in het voordeel van de laatste categorie. In de gemeentelijke verhoudingen hebben raadsleden de zwakste positie. Onderzoek laat zien dat zowel raadsleden als collegeleden deze disbalans herkennen en riskant vinden. 

Verder geven gemeenten aan dat hun budgetten onder druk staan. De Staat illustreert dat met het feit dat in 2019 60% van de gemeenten een exploitatietekort had. Ook laat het zien dat de ontwikkeling van het gemeentefonds geen gelijke tred heeft gehouden met de ontwikkeling van de inflatie en volume vangemeenten met de uitkering uit het gemeentefonds uitvoeren. Tegelijkertijd stijgen de uitgaven van gemeenten, vooral ook in het sociaal domein. 

De Staat laat ook zien dat het regionaal samenwerken in Nederland op organische wijze is toegegroeid naar een functioneel geregionaliseerd bestuurlijk stelsel met tussen de 25 en 30 min of meer coherente gebieden. De vraag is wel in hoeverre deze gebieden aansluiten bij het regionale weefsel van de dagelijkse leefwereld en in hoeverre de democratische legitimatie geborgd is. 

 

Bron: aanbiedingsbrief van de Minister van BZK (inclusief beleidsreactie). De brief, de Staat van het Bestuur 2020 en het Gebundeld Perspectief Decentraal bestuur nader geduid zijn allemaal hier te vinden: kennisopenbaarbestuur.nl/thema/staat-van-het-bestuur-2020

Laatste nieuws