Deskundigen in de arbeidsongeschiktheidsprocedure

Lees hier de scriptie De ‘kennisparadox’ in de arbeidsongeschiktheidsprocedure. Over deskundigen in het medisch bestuursrecht en de waarborgen van art. 6 EVRM van Brim Tonino (Masterscriptie Staats- en Bestuursrecht, Universiteit Leiden, begeleider: prof. mr. Ymre Schuurmans, beoordeling: 8).

In het nationale bestuursrecht is veel discussie over de duiding van een aantal recente arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), te weten de arresten Korošec en Letincic. De oorzaak hiervan ligt met name in de omstandigheid dat het EHRM in deze uitspraken het beoordelingskader van het recht op een eerlijk proces ook van toepassing verklaard op de onafhankelijkheid van de deskundige in dienst van het bestuursorgaan en deskundigenbewijs dat reeds in de bestuurlijke procedure naar voren is gekomen. Deze wijziging van jurisprudentie roept de vraag op of het Nederlandse bestuursrecht in de zin van de arbeidsongeschiktheidsprocedure hier in voldoende mate aan voldoet. Dit is dan ook de centrale vraag in het onderzoek van Brim Tonino. In de scriptie komt uiteindelijk niet alleen aan bod of de nationale arbeidsongeschiktheidsprocedure in overeenstemming is met artikel 6 EVRM, maar wordt ook aandacht besteed aan aspecten van de nationale arbeidsongeschiktheidsprocedure die meer in overeenstemming met het recht op een eerlijk proces kunnen worden gebracht.

(De uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en van de Centrale Raad van Beroep van 30 juni 2017 liggen na de einddatum van het onderzoek en zijn dan ook niet meegenomen in de scriptie.)

 

 

Bron afbeelding: Davide Reppucci

 

 

Over de auteur(s)