Het kabinet wil de toegang tot het recht versterken evenals ‘de digitale rechtsstaat’ en de aanpak van cybercrime. Belangrijke beleidsprioriteit blijft ook de ondermijnende criminaliteit. Onhoudbaar zijn de problemen die in de vreemdelingenopvang moeten worden opgelost. En zo staat het kabinet voor meerdere prangende, ingewikkelde opgaven.

Toegang tot het recht voor iedereen

Toegang tot het recht houdt in dat mensen toegang hebben tot informatie, advies, begeleiding bij het oplossen van een geschil, rechtsbijstand en de mogelijkheid van een beslissing door een neutrale instantie. Ook in het digitale tijdperk. Toegang tot het recht is een voorwaarde voor een goed functionerende rechtsstaat. Daarom wil het kabinet de toegang tot het recht versterken, o.a. door de griffierechten te verlagen voor burgers en het midden- en kleinbedrijf, en door het voortzetten van de herziening van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand.

Daarnaast wil het kabinet ook juridische procedures van de overheid tegen burgers beperken en de sociale advocatuur versterken. Ook zet het kabinet in op maatschappelijk effectieve rechtspraak, laagdrempelige alternatieve geschillenbeslechting en herstelrecht. De pilotfase van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand is in 2022 afgerond. Centraal daarin stonden de contouren van het nieuwe stelsel en de rollen daarbinnen. In 2023 start de fase van implementatie en borging.

Een nieuw Wetboek van Strafvordering (WvSv) in 2026

Het WvSv is een belangrijke pijler onder onze rechtsstaat. Het geeft de overheid de bevoegdheid om strafrechtelijk op te treden en waarborgt de grond- en mensenrechten. Het huidige wetboek van bijna 100 jaar oud is toe aan vernieuwing. Het nieuwe wetboek, nu nog in concept, moet ervoor zorgen dat het strafprocesrecht weer in een overzichtelijke regeling wordt neergelegd, met waarborgen voor slachtoffers, getuigen en verdachten. Het ministerie verwacht dat het nieuwe wetboek zal bijdragen aan de slagvaardigheid van de opsporing, door middel van moderne bevoegdheden voor de opsporing van criminaliteit. Door middel van een techniekonafhankelijke regeling van het strafprocesrecht zou het nieuwe wetboek ook klaar moeten voor de digitalisering van de strafrechtspleging. Het nieuwe WvSv is een belangrijke prioriteit van het kabinet en voor de invoering daarvan zijn daarom de benodigde financiële middelen beschikbaar gesteld. In 2023 wordt verder gewerkt aan het wetgevingsproject en aan de voorbereiding van de implementatie van het nieuwe wetboek.

Een sterke ‘digitale rechtsstaat’

In 2023 wordt de Autoriteit Persoonsgegevens geëvalueerd en wordt gestreefd naar afronding van het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensverwerking, dat onder andere de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) op enkele punten wijzigt. Ook zal het ministerie een strategische visie op internationale gegevensstromen initiëren. Daarnaast zal – in aanloop naar de tweede evaluatie van de AVG in 2024 – een Nederlandse visie op het gegevensbeschermingsrecht worden geformuleerd. Daarbij zal er speciaal aandacht zijn voor effectief toezicht, rechten van minderjarigen en technologische ontwikkelingen. In 2023 wordt voort het digitaliseringstraject van de strafrechtketen afgerond. Het project ‘Digitaal procesdossier’, waarmee processen-verbaal digitaal worden verwerkt, zal dan in heel Nederland worden gebruikt. Verder worden drie multimediavoorzieningen voor politie, openbaar ministerie (OM) en Rechtspraak gerealiseerd. Daarmee is dan voor alle partijen binnen de keten alle beeld- en audiomateriaal beschikbaar dat relevant is voor het procesdossier.

Cybercrime: versterkte aanpak en bewustwording

Uit de Veiligheidsmonitor 2021 blijkt dat cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit vrijwel net zo vaak slachtoffers maken als traditionele criminaliteit. Daarom investeert het OM in de aanpak van cybercrime en versterkt het de opsporingscapaciteit in het digitale domein. En om cybercrime te voorkomen door de bewustwording bij potentiële slachtoffers te versterken, trekken de ministeries van BZK, JenV en EZK gezamenlijk op.

Samen tegen mensenhandel

Om het programma ‘Samen tegen mensenhandel’ te versterken heeft het kabinet € 2 mln. structureel ter beschikking gesteld. Dit programma start op 1 januari 2023. Samen met SZW wordt artikel 273f Sr gemoderniseerd. Daarin staat de strafbaarstelling van mensenhandel.

Seksuele misdrijven aanpakken: wetgeving en menskracht

In 2023 wordt de inwerkingtreding van de wet seksuele misdrijven (2024) verder voorbereid. Het wetgevingstraject en de parlementaire behandeling worden gecontinueerd, evenals het implementatietraject dat JenV coördineert. Daarnaast gaat de politie verder met het uitbreiden van haar capaciteit hiervoor. Zij investeert in extra capaciteit voor de zedenpolitie, in (medisch) forensisch onderzoek en in de opleiding tot zedenrechercheur. Ook richt zij zich op de implementatie van het wetsvoorstel seksuele misdrijven.

Recht doen aan slachtoffers

Het hoofddoel van de ‘Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022-2025’ is het borgen van slachtofferrechten in de praktijk. Zo wordt in 2023 gewerkt aan de (verdere) implementatie van de Wet Uitbreiding Slachtofferrechten (WUS). Hiermee wordt onder andere het spreekrecht uitgebreid naar stief- en pleegfamilie en wordt een spreekrecht geïntroduceerd bij tbs- en pij-verlengingszittingen om de beschermingsbehoefte toe te lichten.

Brede aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit

De aanpak van deze vorm van criminaliteit zal verder worden uitgebouwd, verbreed en versterkt. Daarbij worden vier beleidsprioriteiten genoemd in de begrotingstoelichting: 1) voorkomen, 2) doorbreken van criminele netwerken en verdienmodellen, 3) bestraffen en 4) beschermen. De preventieaanpak richt zich op de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit én de jeugdcriminaliteit. Het doorbreken moet vaker bereikt worden door vaker samen te werken met andere landen, om te voorkomen dat drugssmokkel zich verplaatst en te leren van ervaringen met misdaadbestrijding elders. Ook worden criminele geldstromen aangepakt. Verder wordt er geinvesteerd in de hele strafrechtketen - van politie en Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) tot gevangeniswezen en reclassering en in het weerbaarder maken van lokaal bestuur, rechters, officieren van justitie en advocaten.

Migratie, nationaliteit en grenstoezicht

Met reguliere migratie leveren we een bijdrage aan de Nederlandse samenleving, zowel nu als in de toekomst. Nederland maakt zich sterk om aantrekkelijk te blijven voor hooggekwalificeerde kennismigratie en innovatieve ondernemingen. Het kabinet zet in op brede migratiepartnerschappen met derde landen. Het coalitieakkoord spreekt van een rechtvaardig, humaan en effectief asiel[1]en migratiebeleid. De inzet daartoe stoelt op twee pijlers: verbeteren en versterken van legale migratie enerzijds en anderzijds het beperken van irreguliere migratie, het bestrijden van overlast en misbruik en het bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf. Hiermee probeert het kabinet het draagvlak voor migratie te vergroten.

Het lukt al langere tijd niet om voldoende (structurele en duurzame) asielopvang te realiseren. Hierdoor is de situatie, in het bijzonder in het aanmeldcentrum in Ter Apel, onhoudbaar geworden. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt tussen VNG, Veiligheidsberaad, IPO en Rijk. Om op de langere termijn tot een stabiel, wendbaar en duurzaam stelsel van asielopvang te komen wordt gewerkt aan een wettelijke taak voor gemeenten om asielopvang mogelijk te maken. Worden verdere maatregelen genomen die de financiering van de ketenpartners stabieler moet maken en daarmee toekomstbestendiger. Mensen die nietrechtmatig in Nederland mogen blijven, moeten terugkeren naar het land van herkomst. Hiervoor worden ook in 2023 maatregelen ingezet. Ondanks vele onzekerheden rondom de toestroom van Oekraïense ontheemden, zet het kabinet zich ook in 2023 in om samen met anderen deze groep op te vangen en voorzieningen te bieden, passend bij hun behoefte én de onzekerheid van de duur van hun verblijf.

Verdere prioriteiten

Verder ziet de beleidsprioriteit van Preventie met name op de preventie van jeugdcriminaliteit, op de aanpak met personen met verward gedrag en de re-integratie van gedetineerden. Onder de noemer ‘Nationale veiligheid’ zal in 2023 de in 2022 tot stand gekomen ‘Rijksbrede Veiligheidsstrategie’ worden geïmplementeerd. Ook wordt wat betreft crisisbeheersing verder gewerkt naar een robuust en landelijk dekkend stelsel, o.a. met programma ‘Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg’. Cybersecurity, vitale belangen en economische veiligheid en toekomstbestendig bewaken en beveiligen zijn verdere aandachtspunten binnen de beleidsprioriteit Nationale veiligheid. Tot slot worden de beleidsprioriteiten Radicalisering, terrorisme en gewelddadig extremisme, Politie (‘basis op orde, goed toegerust en klaar voor de toekomst’) en Jeugd benadrukt. Verwezen wordt naar de begroting en de toelichting zelf.

In de beleidsagenda is verder een cijfermatig overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsmatige mutaties, een overzicht van de niet-juridisch verplichte uitgaven, een overzicht met de meerjarige planning voor de strategische evaluaties en een overzicht van de risicoregelingen die vallen onder het Ministerie van JenV.

 

Bron: www.rijksoverheid.nl en Kamerstukken II 2022/23, 36 000 VI, nr. 2

Laatste nieuws