Nederlands Juristenblad 38
4 november 2020
2020/11
De rol van empirische assumpties in de rechtsvorming door de hoogste (bestuurs)rechters
In veel zaken waarin de rechter een oordeel moet geven over de proportionaliteit van bijvoorbeeld een inbreuk van regelgeving op fundamentele rechten of waarin de rechter zelf nieuw recht moet creëren, spelen empirische data een belangrijke rol. Soms gebeurt dat expliciet, zoals in de rechtbankuitspraak in de Urgenda-zaak, veel vaker geschiedt dat impliciet. In deze bijdrage wordt besproken hoe in de oordeelsvorming van de hoogste bestuursrechters empirische assumpties omtrent bovenindividuele feiten een rol spelen, maar ook dat rechters een expliciete omgang met empirische data veelal uit de weg te gaan. Een verantwoord gebruik van empirisch bewijs versterkt de legitimiteit van de rechterlijke rechtsvorming en draagt bij aan beter gefundeerd recht. Hiervoor zijn investeringen noodzakelijk in een infrastructuur die een verantwoorde omgang met empirisch bewijs garandeert.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Sepotbeslissingen motiveren aan slachtoffers en de klacht tegen niet-vervolging ex artikel 12 Sv
Een empirisch juridische studie
Het Openbaar Ministerie (OM) poogt al enige tijd het aantal artikel 12 Sv-klachten terug te dringen, de klacht die een belanghebbende mag indienen tegen een beslissing tot niet-vervolging van het OM. Algemeen wordt verondersteld dat de manier waarop een sepotbeslissing kenbaar wordt gemaakt een rol speelt voor slachtoffers bij de beslissing om een klacht in te dienen. In een pilot zijn eerder bij het OM gedurende zekere tijd sepotbeslissingen die als ‘risicovol’ werden beoordeeld uitgebreid gemotiveerd kenbaar gemaakt aan slachtoffers. Het lijkt wellicht een open deur dat een dergelijke uitgebreidere motivering het aantal artikel 12 Sv-klachten zal terugdringen, maar om daar empirische ondersteuning voor te vinden, moet wel het een en ander aan methodologisch gereedschap uit de kast gehaald worden. Met behulp van een speciale analysetechniek (propensity score matching) laat dit artikel zien dat een uitgebreide motivering op een sepotbeslissing de kans op een klacht inderdaad significant verlaagt ten opzichte van een automatisch gegenereerde toelichting op de sepotgrond. Omdat de gegevens niet in een experimenteel design verzameld zijn, en vanwege niet uit te sluiten registratieartefacten, dienen de bevindingen overigens met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Een empirisch onderzoek naar feitenrechtspraak over uitleg
De tekst van de overeenkomst regeert, en wat de practicus moet weten op twee A-4tjes
Uitleg van overeenkomsten is een vrijwel uitsluitend feitelijke aangelegenheid. Alleen uitspraken van de Hoge Raad bestuderen geeft daarom een vertekend beeld. Lezing van literatuur wekt bovendien de indruk dat het uitlegleerstuk in de loop der jaren steeds complexer is geworden. Maar bespreekt die niet voornamelijk gevallen die zich in de praktijk nauwelijks voordoen? Auteurs analyseerden alle uitspraken uit feitelijke instanties over 2018 die via rechtspraak.nl gevonden konden worden waarin de uitleg van een overeenkomst een centrale rol speelt. Die analyse bevestigt dat het uitlegleerstuk in de praktijk niet zo moeilijk is als men op grond van de literatuur geneigd is te denken.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De linker- en de rechterhand van ‘Den Haag’
Uiterlijk op 1 oktober 2020 hebben dertig regio’s een concept-RES aangeboden aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De afkorting RES staat voor regionale energiestrategie. De RES is door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in samenwerking met de koepels IPO, VNG en UvW in het leven geroepen om op decentraal niveau (mede) uitvoering te geven aan de ambities voor de energietransitie uit het Klimaatakkoord.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Eerder verschenen
NJB 37 (2020)
28 oktober 2020
NJB 36 (2020)
21 oktober 2020
NJB 35 (2020)
15 oktober 2020
NJB 34 (2020)
7 oktober 2020
NJB 33 (2020)
1 oktober 2020