Artikelen van Lodewijk Smeehuijzen

Blog
Transgenderzorg aan kinderen. Juridische bedenkingen bij het Dutch Protocol (2018)
In Nederland vindt de zorg aan kinderen met genderdysforie plaats op basis van het Dutch Protocol (2018). In een reeks Europese landen, waar aanvankelijk het Dutch Protocol navolging vond in de transgenderzorg aan kinderen, begint men daarvan terug te komen. Wil een protocol leidend zijn, dan moet aan een aantal eisen zijn voldaan en het is zeer de vraag of het Dutch Protocol dat doet.
20 juli 2023 Artikel Lodewijk Smeehuijzen Jilles Smids Coen Hoekstra
Tijdschrift NJB 25 (2023)
Transgenderzorg aan kinderen
Lodewijk Smeehuijzen, Jilles Smids en Coen Hoekstra
In Nederland vindt de zorg aan kinderen met genderdysforie plaats op basis van het Dutch Protocol (2018). Normaal gesproken zijn medische protocollen leidend bij invulling van de medisch-professionele standaard. Wil een protocol inderdaad leidend zijn, dan moet het (i) evidence based zijn, (ii) een beperkte medisch-ethische lading hebben en (iii) in een adequaat proces tot stand zijn gebracht. In dit artikel wordt onderbouwd dat het zeer de vraag is of voldaan is aan de eerste eis. Ook zou niet voldaan zijn aan de tweede en derde eis. In een reeks Europese landen, waar aanvankelijk het Dutch Protocol navolging vond in de transgenderzorg aan kinderen, begint men daarvan terug te komen. De civiele rechter behoort het Dutch Protocol (2018) dan ook niet als leidraad te nemen mocht toepassing daarvan tot aansprakelijkheidskwesties leiden.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Keyboard warrior of cyber-combattant?
Arjen Vermeer en Kraesten Arnold
Na de Russische inval in Oekraïne vroeg de Oekraïense vicepremier Federov aan IT-experts wereldwijd om zich aan te sluiten bij zijn zojuist opgerichte IT Army. Het nationale recht is helder over de status van buitenlandse strijders in dienst van andere landen. Maar is de status van digitale strijders die cyberaanvallen uitvoeren net zo duidelijk? Kun je als Nederlander zomaar deelnemen aan gevechtshandelingen in de digitale oorlogsomgeving? Maakt jou dat een legitiem doelwit? Mag je zomaar hacken? In hoeverre geldt het humanitair oorlogsrecht in cyberspace? Ben je als hacker combattant? Dit artikel gaat in op de gevolgen van deelname aan online oorlogvoering door digitale strijders.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Een novum van wetgeving getoetst in de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen
Jan van Dunné
Het eindrapport van de Parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen heeft veel aan het licht gebracht over de schadeafhandeling in Groningen. De Conclusies en Aanbevelingen uit Deel 1 zijn ingrijpend, maar missen overtuigingskracht ten aanzien van hoe nu ingegrepen zou moeten worden. Terecht wordt vastgesteld dat de positie van gedupeerden ‘bij de bestuursrechter zwakker lijkt te zijn dan was voorzien bij de overgang van schadeafhandeling naar het bestuursrecht’. Maar bij de Aanbevelingen blijkt de Commissie een papieren tijger te zijn. Zij beseft niet wat er werkelijk aan de hand is met het nieuwe stelsel en heeft voor zoete koek geslikt dat het IMG tot ‘een strikte toepassing van het BW’ gebonden zou zijn, hetgeen om een ‘verruiming van de wettelijke opdracht’ zou vragen. Betoogd wordt dat dit onjuist is, waarmee de aanbevelingen om ‘het bewijsvermoeden soepeler toe te passen’, en gedupeerden te subsidiëren voor de bewijslast in de lucht komen te hangen. Auteur bepleit correcte toepassing van het BW (aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht), en niet het verder opendraaien van de geldkraan, de remedie die de Commissie biedt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Verhaal en feiten
Wilbert Dijkers
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen houdt zich bezig met de vergoeding van schade die de gaswinning in Noord-Nederland veroorzaakt. In het NJB van 5 mei 2023 doet zijn aftredende bestuursvoorzitter Bas Kortmann de wijze waarop het IMG invulling aan zijn taak geeft uit de doeken. Terecht wordt de wijze waarop dit zelfstandige bestuursorgaan een groot aantal schademeldingen verwerkt prijzend beschreven. Ik heb mij erover verbaasd dat te bekritiseren aspecten daarvan echter luchtig worden afgedaan of geheel vermeden. De informatieve verhandeling heeft aldus het karakter van een waarderende afscheidsrede, zij het nu uitgesproken door betrokkene zelf.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Zeker, het gaat om de feiten
Bas Kortmann
Mijn terugtreden als voorzitter van het Instituut Mijnbouwschade Groningen per 30 april 2023 was niet de reden en evenmin de aanleiding voor mijn artikel in NJB 2023/1086, afl. 16, waarop Dijkers reageert. De reden was dat ik al lange tijd merkte dat het beeld dat in brede kring over de schade-afhandeling in Groningen bestond en bestaat, niet gebaseerd is op feiten. Bij bijeenkomsten waarop ik over de afwikkeling van mijnbouwschade in Groningen sprak, was steevast de vraag: ‘waarom weten wij dit niet?’ Op één punt lijken Dijkers en ik het eens te zijn: een verhaal moet gebaseerd zijn op feiten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

13 juli 2023
Blog
De veroordeling van Shell tot 45% CO2-reductie in 2030
Reguleringsfalen legitimeerde mogelijk het ingrijpen van de civiele rechter maar de effectiviteit van dat optreden is in de Shell-zaak op voorhand niet evident.
3 maart 2022 Artikel Lodewijk Smeehuijzen
Tijdschrift NJB 8 (2022)
De veroordeling van Shell tot 45% CO2-reductie in 2030
Lodewijk Smeehuijzen
Het opstellen van regels ter bescherming van burgers tegen de schadelijke gevolgen van klimaatverandering is een taak van de wetgever. De civiele rechter heeft op dat terrein in beginsel geen rol. Als echter sprake is van reguleringsfalen en de overheid daardoor tekortschiet in de bescherming van de burger kan dat anders zijn. Nu de doelen uit de Klimaatwet stelselmatig niet worden gehaald kan betoogd worden dat er, zeker op het moment dat de Shell-zaak speelde, sprake was van zo’n reguleringsfalen. Aan het daaropvolgende civiele oordeel kan echter wel de eis worden gesteld dat het feitelijk de mensenrechtelijke positie van de (toekomstige) bewoners van Nederland dient. Want als het optreden van de civiele rechter niet effectief is, corrigeert het dat reguleringsfalen niet. Die effectiviteit is in de Shell-zaak op voorhand niet evident.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Ik zie ik zie wat ik niet zie
Karin de Vries en Thomas Spijkerboer
Hoewel de KMar inmiddels heeft laten weten niet door te zullen gaan met etnisch profileren in het kader van MTV-controles, is zulk profileren volgens de Nederlandse rechter niet in strijd met internationale discriminatieverboden. Dat strookt echter niet met de rechtspraak van het EHRM: als huidskleur, ook al is dat in een optelsom van criteria, beslissend is voor de vraag of iemand wordt staande gehouden, is er steeds sprake van een onderscheid in strijd met artikel 1 Protocol 12 EVRM. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat ras historisch steeds in grote mate bepalend is geweest, en nog steeds is, voor het antwoord op de vraag wie zich relatief vrij over de wereld kan bewegen, en wie niet. Die ongelijke toegang tot legale migratie komt voort uit het koloniale verleden en heeft tot gevolg dat mensen zonder rechtmatig verblijf vooral mensen van kleur zijn. Het verbod om expliciet onderscheid te maken op grond van ras maakt het echter onmogelijk om het structurele verband tussen huidskleur en verblijfsstatus juridisch te erkennen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Het verhullende proces-verbaal en ander ondeugdelijk gedrag van de politie
Marijke Malsch
Rechters krijgen soms zaken voor zich waarin de politie een onjuist proces-verbaal (PV) heeft opgemaakt. In een deel van deze zaken verhult het incorrecte PV dat de politie ook nog iets anders heeft gedaan dat niet in overeenstemming is met de regels, zoals disproportioneel geweld bij de aanhouding of het toepassen van een onjuiste verhoormethode. Het artikel bespreekt een aantal zaken waarin dit het geval is, en bepleit dat rechters zich duidelijker uitspreken over onjuiste PV’s en ander onrechtmatig gedrag van de politie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Bezwaarschriftenadviescommissie Kinderopvangtoeslag
Harm van den Broek
De Bezwaarschriftenadviescommissie Kinderopvangtoeslag adviseert de Belastingdienst/Uitvoeringsherstelorganisatie Toeslagen (UHT) over de afhandeling van bezwaarschriften van gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire tegen financiële compensatiebeschikkingen. Wat voor adviezen heeft zij afgegeven in 2021? De Bezwaarschriftenadviescommissie is ruimhartig omgegaan met bezwaarschriften die na afloop van de bezwaartermijn zijn ingediend. In haar adviezen stelde zij de diverse compensatieregelingen voorop. Pleidooien voor een ruimere compensatieregeling heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie in het algemeen afgewezen. Op enkele punten heeft de commissie geadviseerd de CAF-compensatieregeling ruimhartig toe te passen. Bijvoorbeeld door net als invorderingsrente ook in rekening gebrachte toeslagrente te vergoeden.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Nawoord op De dataset langs de meetlat van artikel 6 EVRM
Desiree de Jonge en Sander Janssen
In een bijdrage getiteld De dataset langs de meetlat van artikel 6 EVRM (NJB, afl. 5) reageert Jordy van der Pijll op een eerder door ons geschreven artikel over de toegang die de verdediging in strafzaken zou moeten krijgen tot de datasets die in een toenemend aantal strafzaken een belangrijk deel van het bewijs (moeten) leveren. Een korte reactie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

23 februari 2022
Tijdschrift NJB 38 (2021)
Een regeling voor ‘verantwoord draagmoederschap’?
Britta van Beers en Laura Bosch
Momenteel wordt draagmoederschap in Nederland ontmoedigd door de combinatie van een aantal strafbepalingen en de afwezigheid van een familierechtelijke regeling voor draagmoederschap. Dit ontmoedigingsbeleid heeft tot doel om misstanden rondom draagmoederschap en de opkomst van een voortplantingsmarkt tegen te gaan. Volgens de Staatscommissie Herijking Ouderschap schiet het bestaande ontmoedigingsbeleid echter zijn doel voorbij en zij beveelt aan om over te gaan op een meer pragmatisch draagmoederschapsbeleid. Het kabinet-Rutte III heeft deze aanbeveling overgenomen hetgeen resulteerde in de publicatie van het conceptwetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming. Ook de auteurs van dit artikel onderschrijven, net als het rapport van de Staatscommissie en het conceptwetsvoorstel, het ideaal van ‘verantwoord draagmoederschap’ op volledig vrijwillige en altruïstische basis, maar zij zetten een aantal grote vraagtekens bij hoe ‘verantwoord’ het draagmoederschap zal zijn dat wordt gefaciliteerd via de voorgestelde regeling.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Wet regulering sekswerk
Lili Szuhai
Met het wetsvoorstel Wet regulering sekswerk beoogt de regering de kwetsbare positie van sekswerkers te versterken, sekswerk te destigmatiseren en misstanden te bestrijden. Een van de middelen die daartoe wordt voorgesteld is de invoering van een vergunningplicht voor sekswerk. Om een vergunning te bemachtigen dient de potentiële sekswerker voldoende ‘zelfredzaam’ te zijn, althans in de ogen van de ambtenaren die de ‘zelfredzaamheidstoets’ uitvoeren. Deze bijdrage analyseert in hoeverre de zelfredzaamheidstoets geschikt is om de in het wetsvoorstel geformuleerde doelen te bereiken. De kwetsbaarheidstheorie van Martha Fineman vormt hierbij het normatief kader. Deze theorie leent zich hier bij uitstek voor want zij bespreekt de rol van recht en politiek in het verminderen of vergroten van de kwetsbaarheid van burgers, zij biedt een instrument om stigmatisering van kwetsbare personen tegen te gaan en de theorie richt zich tot de wetgevende macht. De analyse leidt tot kritische opmerkingen over de meetbaarheid van zelfredzaamheid, de geschiktheid van de zelfredzaamheidstoets in het licht van de beoogde doelen van het wetsvoorstel en het totstandkomingsproces van het wetsvoorstel.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Aansprakelijkheid van de moeder bij onrechtmatige daden van de dochter
Lodewijk Smeehuijzen
Geleid door de standaardarresten van de Hoge Raad, is in het denken over aansprakelijkheid van de moeder voor door de dochter onbetaald gebleven schulden, impliciet de veronderstelling geweest dat het gaat om aansprakelijkheid jegens contractscrediteuren. De aansprakelijkheid van de dochter uit onrechtmatige daad is een wezenlijk ander gevalstype. Contractscrediteuren hebben met de beperkte aansprakelijkheid van de dochter ingestemd. Dat geldt niet voor onrechtmatige daadscrediteuren; zij zijn crediteur tegen hun wil. De regel voor contractscrediteuren kan hierdoor niet gedachteloos worden toegepast op onrechtmatige daadscrediteuren.

[verder lezen in NAVIGATOR]

In memoriam mr. W.E. Haak
Geert Corstens
Afgelopen september overleed mr. Pim Haak, oud-president van de Hoge Raad. Oud-president Geert Corstens memoreert hem.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Een wettelijke vaccinatieplicht?
Frank Stadermann
In zijn artikel Vaccineren: keuzevrijheid of plicht volgens het EHRM? roept Aart Hendriks de overheid op om, als onvoldoende mensen zich laten vaccineren tegen COVID-19, andere maatregelen te treffen: ‘Van indringende vaccinatiecampagnes tot een vaccinatieplicht’. Dit artikel vraagt om reactie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

3 november 2021
Tijdschrift NJB 38 (2020)
De rol van empirische assumpties in de rechtsvorming door de hoogste (bestuurs)rechters
Jurgen de Poorter
In veel zaken waarin de rechter een oordeel moet geven over de proportionaliteit van bijvoorbeeld een inbreuk van regelgeving op fundamentele rechten of waarin de rechter zelf nieuw recht moet creëren, spelen empirische data een belangrijke rol. Soms gebeurt dat expliciet, zoals in de rechtbankuitspraak in de Urgenda-zaak, veel vaker geschiedt dat impliciet. In deze bijdrage wordt besproken hoe in de oordeelsvorming van de hoogste bestuursrechters empirische assumpties omtrent bovenindividuele feiten een rol spelen, maar ook dat rechters een expliciete omgang met empirische data veelal uit de weg te gaan. Een verantwoord gebruik van empirisch bewijs versterkt de legitimiteit van de rechterlijke rechtsvorming en draagt bij aan beter gefundeerd recht. Hiervoor zijn investeringen noodzakelijk in een infrastructuur die een verantwoorde omgang met empirisch bewijs garandeert.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Sepotbeslissingen motiveren aan slachtoffers en de klacht tegen niet-vervolging ex artikel 12 Sv
Freya Augusteijn en Catrien Bijleveld
Het Openbaar Ministerie (OM) poogt al enige tijd het aantal artikel 12 Sv-klachten terug te dringen, de klacht die een belanghebbende mag indienen tegen een beslissing tot niet-vervolging van het OM. Algemeen wordt verondersteld dat de manier waarop een sepotbeslissing kenbaar wordt gemaakt een rol speelt voor slachtoffers bij de beslissing om een klacht in te dienen. In een pilot zijn eerder bij het OM gedurende zekere tijd sepotbeslissingen die als ‘risicovol’ werden beoordeeld uitgebreid gemotiveerd kenbaar gemaakt aan slachtoffers. Het lijkt wellicht een open deur dat een dergelijke uitgebreidere motivering het aantal artikel 12 Sv-klachten zal terugdringen, maar om daar empirische ondersteuning voor te vinden, moet wel het een en ander aan methodologisch gereedschap uit de kast gehaald worden. Met behulp van een speciale analysetechniek (propensity score matching) laat dit artikel zien dat een uitgebreide motivering op een sepotbeslissing de kans op een klacht inderdaad significant verlaagt ten opzichte van een automatisch gegenereerde toelichting op de sepotgrond. Omdat de gegevens niet in een experimenteel design verzameld zijn, en vanwege niet uit te sluiten registratieartefacten, dienen de bevindingen overigens met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Een empirisch onderzoek naar feitenrechtspraak over uitleg
Lodewijk Smeehuijzen en Jurriaan de Haan
Uitleg van overeenkomsten is een vrijwel uitsluitend feitelijke aangelegenheid. Alleen uitspraken van de Hoge Raad bestuderen geeft daarom een vertekend beeld. Lezing van literatuur wekt bovendien de indruk dat het uitlegleerstuk in de loop der jaren steeds complexer is geworden. Maar bespreekt die niet voornamelijk gevallen die zich in de praktijk nauwelijks voordoen? Auteurs analyseerden alle uitspraken uit feitelijke instanties over 2018 die via rechtspraak.nl gevonden konden worden waarin de uitleg van een overeenkomst een centrale rol speelt. Die analyse bevestigt dat het uitlegleerstuk in de praktijk niet zo moeilijk is als men op grond van de literatuur geneigd is te denken.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De linker- en de rechterhand van ‘Den Haag’
Arko van Helden
Uiterlijk op 1 oktober 2020 hebben dertig regio’s een concept-RES aangeboden aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De afkorting RES staat voor regionale energiestrategie. De RES is door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in samenwerking met de koepels IPO, VNG en UvW in het leven geroepen om op decentraal niveau (mede) uitvoering te geven aan de ambities voor de energietransitie uit het Klimaatakkoord.

[verder lezen in NAVIGATOR]

4 november 2020
Tijdschrift NJB 31 (2020)
Privacy-schending door het letselschadeproces behoort vergoed te worden
Lodewijk Smeehuijzen
In een letselschadeprocedure gaat het erom de werkelijke vermogenssituatie van de benadeelde te vergelijken met de hypothetische situatie zonder de fout. Die exercitie vergt kennisname van persoonlijke gegevens over die benadeelde. Daarmee wordt een inbreuk gemaakt op zijn of haar privacy, en niet van de lichtste soort. In dit artikel wordt beargumenteerd dat als deze privacy-schade het gevolg is van de fout waar het in de procedure om draait, zij voor vergoeding in aanmerking behoort te komen. Er is geen reden haar voor risico van de benadeelde te brengen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Openbaarmaking boetebesluiten AVG-proof?
Hakan Emre
De totstandkoming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming heeft ertoe geleid dat vrijwel alle vormen van gegevensverwerking, waaronder de openbaarmaking en bewaring van persoonsgegevens, onderworpen zijn aan strikte rechtsregels zoals de beginselen van rechtmatigheid (openbaarmaking), minimale gegevensverwerking (bewaring) en opslagbeperking (bewaring). In dit artikel staat de vraag centraal hoe de openbaarmaking en bewaring van ongeanonimiseerde boetebesluiten in het financieel toezichtrecht zich verhouden tot deze beginselen. En hoe zit het met de (on)verenigbaarheid ervan met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie inzake het recht op vergetelheid?

[verder lezen in NAVIGATOR]

In Memoriam Wouter Snijders
Arthur Hartkamp
Op 21 juli 2020 is na een kort ziekbed mr. Wouter Snijders overleden op de leeftijd van 92 jaar. Naast zijn belangrijke werk aan het Nieuwe BW en als rechter in de Hoge Raad, was de wetenschapsman Snijders misschien minder bekend. Zijn publicaties behoren echter qua breedte en diepgang tot het belangrijkste dat in de afgelopen decennia over het Nederlandse privaatrecht is gepubliceerd.

[verder lezen in NAVIGATOR]

17 september 2020
Tijdschrift NJB 30 (2018)
Milieudefensie versus Shell; een verkenning
Floor Fleurke en Lodewijk Smeehuijzen
Met de aansprakelijkstelling door Milieudefensie van Shell, is in Nederland het denken over juridische verantwoordelijkheden van oliegiganten ten aanzien van klimaatschade niet langer een theoretische exercitie. In deze bijdrage worden drie onderwerpen besproken die, als het tot een inhoudelijke behandeling van de zaak zou komen, een centrale rol zullen spelen. Ten eerste is relevant of er nationaal of Europees overheidshandelen valt aan te wijzen dat voor Shell een soort ‘vrijwarende functie’ heeft. Ten tweede is er de vraag of de civiele rechter over kwesties als deze kan en moet oordelen. Het derde onderwerp is de inhoudelijke, aansprakelijkheidsrechtelijke kant van de zaak: welke punten zal de rechter in overweging nemen bij beantwoording van de vraag of Shell al dan niet handelt in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid van art. 6:162 lid 2 BW?


Lees het hele artikel in Navigator.

De Gezondheidsraad over het vaststellen van de dood
Govert den Hartogh
De Wet op de Orgaandonatie eist dat de dood moet worden vastgesteld in overeenstemming met de stand van de wetenschap voordat organen mogen worden uitgenomen. Maar is het dan echt de dood die wetenschappelijk wordt vastgesteld? Of is ‘de dood’ hier alleen maar een juridische fictie voor het moment waarop de organen mogen worden uitgenomen? Het is onwenselijk voor een wet die zo’n sterk appel doet op de burger om een verantwoorde keuze over orgaandonatie te maken, om afhankelijk te zijn van een zo slecht begrepen en zozeer betwiste doodsopvatting. Het zou eerlijker en wellicht effectiever zijn om te erkennen dat er discussie mogelijk is over het wezen van de dood, en vervolgens als wetgever op transparante gronden in die discussie een verdedigbare positie in te nemen die ook recht doet aan de zorgen die er in feite bestaan.


Lees het hele artikel in Navigator.

Open accessregeling artikel 25fa Aw
Wirt Soetenhorst
In dit artikel wordt een korte schets en een beschrijving gegeven van de ontwikkelingen rond open access in de Nederlandse juridische uitgeefmarkt. Met specifiek aandacht voor de wettelijke regeling van open access in de Nederlandse Auteurswet en de VSNU-Wolters Kluwer Nederland-deal.


Lees het hele artikel in Navigator.

Een commentaar op ‘Naar een gevangenisstraf met behandeling’
Jochem Jansen
Het breder inzetten van behandelingen bij gedetineerden zou bevorderlijk zijn voor zowel de gedetineerde, het gevangenispersoneel als de samenleving in zijn algemeenheid. Daartoe is in de eerste plaats noodzakelijk dat de behandelopties voor gedetineerden worden uitgebreid. Op dit moment sluiten de mogelijkheden slecht aan op de doelgroep.


Lees het hele artikel in Navigator.

11 september 2018
Tijdschrift NJB 25 (2018)
Waarin een klein land groot kan zijn
Ton Hartlief
In de nacht van 31 december 1991 op 1 januari 1992 kreeg Nederland een Nieuw BW. Het waren andere tijden. We waren regerend Europees kampioen voetbal. De sfeer was goed in die jaren negentig. We liepen voorop. Vooral in het Oosten was er belangstelling voor een hypermodern Wetboek als het onze. Nu is het WK aan onze neus voorbij gegaan en likt het Nederlandse volk zijn wonden. Maar wij juristen rechten de rug.


Lees het hele artikel in Navigator.

De betekenis van het Nieuw BW in de Nederlandse rechtsstaat
Ernst Hirsch Ballin
De hercodificatie van het burgerlijk recht was geen partijpolitiekomstreden project. Toch was het evenmin een technisch project. Anders dan bij de codificatie van 1838 zijn over het Nieuw BW om te beginnen met Meijers’ vraagpunten deskundigen en belanghebbenden gehoord en konden, als de onderwerpen zich daartoe leenden, maatschappelijke organisaties zich uitspreken. Met de hercodificatie van 1992 is de geest uit de fles: het nieuw Burgerlijk Wetboek is ‘gewoon’ een bijzonder deel van de wetgeving waarmee de Nederlandse samenleving democratisch zichzelf bestuurt. Het Burgerlijk Wetboek is geen neutrale techniek die in om het even welke samenleving past, maar werkt algemeen aanvaarde juridische beginselen en normen uit op een manier die aan de sociaal-economische behoeften van de tijd recht doet.


Lees het hele artikel in Navigator.

De lange adem van Boek 9
Antoon Quaedvlieg
Boek 9 BW bestaat niet: het is ‘gereserveerd’. Bestemd om het vermogensrecht voor intellectuele goederen te regelen, is de negende wagon van de BW-trein nog steeds leeg. De aanloop naar Boek 9 is inmiddels wel erg lang. Is het na 25 jaar nog wenselijk om op de rijdende trein van het BW te springen? Kan het, en moet het?


Lees het hele artikel in Navigator.

De personenvennootschap en de bijzondere gemeenschap
Wino van Veen
In deze beschouwing wordt ingegaan op de al lange tijd lopende discussie of bij een integrale regeling van de personenvennootschap in het nieuwe Burgerlijk Wetboek, rechtspersoonlijkheid het uitgangspunt zou moeten zijn. Het accent ligt hierbij op de keuzes die in toekomstige wetgeving gemaakt zullen moeten worden en de relevantie van Titel 3.7 NBW in dat verband.


Lees het hele artikel in Navigator.

Verder in dit nummer
Lodewijk Smeehuijzen, Albert Verheij en Eric Tjong Tjin Tai
De artikelen Vergt het wetsvoorstel afwikkeling massaschade een bijzondere wijze van schadeberekening? Nee en Een goederenrechtelijke benadering van databestanden.


Lees het eerste artikel in Navigator.

Lees het tweede artikel in Navigator.

27 juni 2018
Tijdschrift NJB 32 (2013)
Over problemen en oplossingen in het medisch aansprakelijkheidsrecht
Lodewijk Smeehuijzen, Kiliaan van Wees, Arno Akkermans, Johan Legemaate, Susanne van Buschbach en Liesbeth Hulst
In de gezondheidszorg functioneert ons aansprakelijkheidsrecht moeizaam. Het is voor patiënten moeilijk schade vergoed te krijgen en los van het resultaat wordt het proces als erg bezwarend ervaren. Een belangrijke oorzaak van de problemen is dat een gebrekkige reactie van zorgverlener en instelling op een medisch incident, een zware wissel trekt op het bevredigende verloop van de schadeafwikkeling. De bestaande procedure vergt voorts te veel tijd, is nodeloos polariserend en voor de patiënt financieel riskant. Er valt veel te verbeteren.
Instrumenten voor risicotaxatie
Joke Harte
Betere beslissingen of te hoog gespannen verwachtingen?
In het strafrecht wordt meestal gereageerd op gedrag dat al heeft plaatsgevonden. Wanneer een verdachte schuldig wordt bevonden aan een delict zal de rechter een passende straf opleggen. Maar het komt ook voor dat de strafrechter moet reageren op delinquent gedrag dat mogelijk in de toekomst zal plaatsvinden. Een bekend voorbeeld is de situatie waarin de strafrechter overweegt de tbs-maatregel op te leggen. De afgelopen decennia is een groot aantal instrumenten ontwikkeld om de kans op toekomstig delictgevaar te voorspellen. Wat mogen strafrechters verwachten van deze instrumenten? Leidt het gebruik tot kwalitatief betere beslissingen?
De DDoS Paradox
Bart Jacobs
Ontsluiten door Afsluiten
Als we van banken en andere essentiële dienstaanbieders verwachten dat ze binnen de huidige onbetrouwbare ICT-infrastructuur met een hoge graad van beschikbaarheid en betrouwbaarheid functioneren verdienen ze ook de ruimte om aantoonbare gevaren adekwaat te neutraliseren. Mogelijk gaat daar zelfs een heilzame werking van uit. In onderstaand artikel gaat Bart Jacobs in op de technische kant van de zaak; in het volgende artikel behandelt Eric Tjong Tjin Tai de juridische aspecten.
Zorgplichten van banken tegen DDoS-aanvallen
Eric Tjong Tjin Tai
Als internetbankieren uitvalt wegens een DDoS-aanval is er wellicht wel een mogelijkheid om bij banken claims in te dienen voor schadevergoeding, maar de omvang van de schadevergoeding zal vaak gering zijn en bovendien lastig te bewijzen. Zowel consumenten als ondernemers doen er dan ook verstandig aan alternatieven achter de hand te hebben.
20 september 2013