Gedragsaanwijzing en tijdelijk huisverbod woonoverlast

Blaffende honden, harde muziek, vervuilde portieken, komen en gaan van luidruchtige bezoekers, maar ook intimidatie en bedreiging. In één woord: woonoverlast. Uit de Veiligheidsmonitor 2015 blijkt dat 28 procent van de Nederlanders wel eens overlast in de eigen buurt door buurtbewoners ervaart en dat 5 procent veel overlast door buurtbewoners ondervindt. 

Toenmalig Tweede Kamerlid Dijkhoff meende dat het de lokale overheid ontbrak aan een middelzwaar, verfijnd instrument om woonoverlast aan te pakken. Hij kwam daarom met het initiatiefvoorstel Wet aanpak woonoverlast. De verdediging is later voortgezet door Tellegen. Het voorstel is op 22 december 2016 met overgrote meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen. En op 24 januari 2017 heeft de Eerste Kamer het voorstel (Kamerstukken I, 2016/2017, 34 007, A) zonder beraadslaging en stemming aangenomenDe ‘aso-wet’ zal op 1 juli 2017 in werking treden.
 

Wat houdt de nieuwe bevoegdheid in?

In de Gemeentewet wordt een nieuw artikel 151d ingevoegd. Op grond van dit artikel kan de gemeenteraad bij verordening (in de APV) bepalen dat – kort gezegd – degene die een woning of een daarbij behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een niet in de gemeente ingeschreven persoon, ervoor zorgdraagt dat in of vanuit die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt. Bij overtreding van de ‘zorgplicht’ is de burgemeester met inachtneming van de verordening bevoegd een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom op te leggen, mits de hinder redelijkerwijs niet op een andere geschikte (lees: minder ingrijpende) wijze kan worden tegengegaan. De last kan een specifieke gedragsaanwijzing inhouden. Bijvoorbeeld: u moet de hond muilkorven, u moet het aantal bezoekers beperken, u moet uw portiek schoonhouden. De burgemeester kan door middel van bestuursdwang de boel aanpakken en huisdieren in beslag nemen, bezoekers laten verwijderen en geluidapparatuur doen weghalen, om een paar voorbeelden te noemen. In de APV kan worden uitgewerkt waartegen de burgemeester precies kan optreden, hoe en wanneer. De meest verstrekkend last die de burgemeester kan opleggen is een verbod aanwezig te zijn in/bij de woning. Een tijdelijk huisverbod dus. Aansluiting is gezocht bij de Wet tijdelijk huisverbod, die ziet op huiselijk geweld. Zo geldt het huisverbod woonoverlast net als het huisverbod huiselijk geweld voor tien dagen, met de mogelijkheid van verlenging tot in totaal vier weken bij ernstige vrees voor verdere overtredingen. Het verbod kan alleen worden opgelegd aan meerderjarigen. Er geldt bijzondere rechtsbescherming. De (vermeende) overtreder heeft recht op kosteloze rechtsbijstand, binnen 24 uur, van een raadsman. Als een voorlopige voorziening wordt gevraagd, wordt betrokkene binnen drie dagen door de voorzieningenrechter gehoord en doet de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak. Tegen het tijdelijk huisverbod staat rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter open, de bezwaarprocedure is niet van toepassing.
 

De hinder moet ernstig en herhaaldelijk zijn

De voorwaarde dat de hinder niet alleen ernstig maar ook herhaaldelijk moet zijn, vloeit voort uit het amendement-Ronnes/Koser Kaya. De indieners van dit amendement wijzen erop dat gebruikmaking van de bevoegdheid weliswaar gewenst kan zijn, maar een nieuwe en zware inbreuk van de overheid in het privédomein van burgers betreft. Aldus is benadrukt dat de burgemeester de bevoegdheid niet kan aanwenden op basis van één enkel incident; sprake zal altijd moeten zijn van terugkerende hinder. Het amendement-Van der Linde/Bashir heeft geleid tot de toevoeging ‘het tegen betaling in gebruik geven aan niet ingeschreven personen’. Hiermee wordt beoogd woonoverlast rondom de verhuur via online platforms zoals Airbnb aan te kunnen pakken, door het mogelijk te maken aan de verhuurder van de woning een last onder bestuursdwang of dwangsom op te leggen. In het uiterste geval kan het onmogelijk worden gemaakt de woning aan toeristen te verhuren.
 

Voegt de nieuwe bevoegdheid iets toe?

Het gemeentebestuur heeft meerdere instrumenten om overlast aan te pakken. De burgemeester kan een woning, een lokaal of erf sluiten bij verstoring van de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf (artikel 174a Gemeentewet/Wet Victoria); sprake moet in dat geval zijn van overlast waardoor de veiligheid én gezondheid van mensen in de omgeving in ernstige mate wordt bedreigd. Op last van de burgemeester kunnen woningen en lokalen tijdelijk of definitief worden gesloten als soft- en/of harddrugs in handelshoeveelheden wordt aangetroffen (artikel 13b Opiumwet/Wet Damocles). Burgemeester en wethouders kunnen een gebouw, open erf of terrein sluiten als de fysieke staat of het gebruik ervan een bedreiging vormt voor de gezondheid of de veiligheid (artikel 17 Woningwet/Rotterdamwet). Het zijn stuk voor stuk zware instrumenten, die rechten van burgers inperken, alleen in bepaalde situaties uitkomst bieden en strenge eisen stellen aan het gebruik ervan. Daartegenover staan lichte maatregelen zoals de waarschuwing. Deze maatregelen zijn vrijblijvend en hebben vaak weinig resultaat, aldus Dijkhoff/Tellegen. De gedragsaanwijzing, zo nodig uitmondend in een bestuurlijke last (en in uiterste geval een tijdelijk huisverbod), voorziet in een behoefte om te kunnen optreden bij zware gevallen van overlast vanuit koop- en huurwoningen. Dat stellen VNG, corporatiekoepel Aedes en enkele grote gemeenten. De gemeente Rotterdam heeft in het Actieplan Woonoverlast 2015-2019 aangegeven van de nieuwe bevoegdheid gebruik te zullen maken. De burgemeester van Amsterdam heeft eenzelfde geluid laten horen. Hij wijst op de ervaringen met de Amsterdamse Treiteraanpak en de mogelijkheden die gedragsaanwijzingen en het tijdelijk huisverbod bieden, met name bij koopwoningen en waarbij psychiatrische problematiek een rol speelt. Bij huur zal een woningcorporatie uiteindelijk tot ontbinding en ontruiming van de woning kunnen overgaan; een overlastgever in een koopwoning is nu moeilijk doeltreffend aan te pakken.
 

Kritische geluiden

Maar er zijn ook kritische geluiden. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft erop gewezen dat overlast in de woonomgeving, hoewel ook de openbare orde betreffend, in de kern een kwestie van een conflict tussen burgers onderling is. Ook het Nederlands Genootschap van Burgemeesters vraagt zich af of burgers niet te gemakkelijk naar de burgemeester zullen stappen, in plaats van de overlastplegers zelf aan te spreken en zo nodig de kwestie aan de civiele rechter voor te leggen. Volgens Dijkhoff/Tellegen zijn slachtoffers van woonoverlast vaak angstig om een civielrechtelijke procedure aan te spannen tegen hun rechtstreekse buren en zijn civiele procedures kostbaar en inefficiënt. De Afdeling advisering ziet hierin echter geen reden de nieuwe bevoegdheid in te voeren, burgers moeten hun conflicten zelf oplossen en zo nodig moeten de kosten van een civiele procedure omlaag worden gebracht. Het is inderdaad goed voorstelbaar dat burgers vaker een beroep zullen doen op het gemeentebestuur en zullen proberen de burgemeester tot handhaving te bewegen. Dat trekt bovendien een wissel op de handhavingscapaciteit en de algemene middelen.
 

Tot slot

Gemeenten zijn niet verplicht de nieuwe bevoegdheid in de APV op te nemen. De nieuwe wet biedt ruimte voor maatwerk. Zo is het mogelijk in de APV een beperktere bevoegdheid op te nemen dan op grond van het nieuwe artikel 151d Gemeentewet mogelijk is, bijvoorbeeld door te bepalen dat de burgemeester alleen bij bepaalde vormen van overlast kan optreden. In ieder geval verdient het aanbeveling beleid op te stellen over het gebruik van de bevoegdheid, denk aan een stappenplan, zoals gangbaar bij de handhaving van artikel 13b Opiumwet en de Drank- en Horecawet. 

 

Afbeelding: © Shutterstock

Over de auteur(s)
Author picture
Boris Kocken
Advocaat bij Vyborg Legal