Besluit van 20 juni 2024, Stb. 2024, 206

Besluit van 20 juni 2024 tot wijziging van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft in verband met aanpassingen aan de regels ten aanzien van het depositogarantiestelsel (Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024)

—Dit wijzigingsbesluit strekt tot nadere implementatie van de herziene richtlijn depositogarantiestelsels (DGS-richtlijn) uit 2014 en voorziet in het actualiseren van en repareren van geconstateerde gebreken en omissies in de bepalingen ten aanzien van het depositogarantiestelsel, zoals neergelegd in hoofdstuk 6 van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft (Bbpm). Op grond van de DGS-richtlijn hebben alle lidstaten van de EU een depositogarantiestelsel (DGS) dat deposanten (spaarders) de garantie biedt dat het geld dat zij hebben gestald bij een bank tot € 100.000 beschermd is in het geval dat deze bank omvalt en bijvoorbeeld failliet wordt verklaard. Dit wijzigingsbesluit voorziet ten eerste in een verruiming van de reikwijdte van de dekking van het depositogarantiestelsel, door een tijdelijke hogere dekking voor specifieke gevallen te regelen, in lijn met artikel 6 van de DGS-richtlijn. Dit wijzigingsbesluit bevat verder verschillende wijzigingen van het Bbpm die de uitvoering van het DGS verbeteren. Zo wordt geregeld hoe het depositogarantiefonds en uitvoerder DNB dienen om te gaan met rendement op de opgebouwde middelen in het fonds en met allocatie van middelen in het fonds bij een overdracht van depositoportefeuilles van de ene bank aan de andere of wanneer een bank ophoudt een bank te zijn en de vergunning wordt ingetrokken. Ook wordt met dit wijzigingsbesluit een aantal artikelen aangepast die gaan over vaststelling en heffing van bijdrages van banken aan het depositogarantiefonds. Dit besluit voorziet in een grondslag voor DNB om de nadere uitwerking van de heffingssystematiek van de DGS-premies in een toezichthouderregeling op te nemen.