De rechten van atleten worden in de praktijk onvoldoende beschermd. Dat blijkt uit een groot internationaal onderzoek dat is uitgevoerd door onderzoekers van Tilburg University. Atleten worden in de strijd tegen doping aan zeer ingrijpende lichaamsonderzoeken onderworpen. Ook worden veel privacygevoelige gegevens verzameld. De juridische bescherming van atleten is echter vaak ontoereikend.

Drie onderzoekers van het Tilburg Institute for Law, Technology, and Society (TILT), Bart van der Sloot, Mara Paun en Ronald Leenes, hebben in opdracht van de Europese Commissie onderzoek verricht naar de verzameling van gegevens over sporters in het kader van de strijd tegen doping in sport. Voor dit onderzoek is samengewerkt met experts uit alle landen van de Europese Unie. Ook zijn er interviews afgenomen met anti-doping organisaties, sporters, privacywaakhonden en de World Anti-Doping Agency (WADA), die wereldwijd de anti-dopingregels vaststelt.

Juridische verplichtingen

Na ruim een jaar onderzoek hebben de onderzoekers nu een vuistdik rapport afgeleverd. Daaruit blijkt dat Nederland en andere landen in de Europese Unie nog de nodige stappen moeten zetten om aan alle juridische verplichtingen te voldoen.
De landen zouden met name op deze drie punten kritisch moeten zijn:
• De noodzaak van veel van de dopingtests is nu onvoldoende onderbouwd, terwijl dat juridisch wel vereist is.
• Het verzamelen van persoonsgegevens over sporters voldoet vaak niet aan de regels die daarvoor gelden op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming van de Europese Unie.
• De rechtspositie van de atleet is erg zwak, wat mogelijk een inbreuk kan zijn op het recht op een eerlijk proces zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Het rapport telt 30 aanbevelingen aan landen om ervoor te zorgen dat de dopingcontroles binnen de kaders van de wet blijven.

 

In het NJB van deze week is het artikel ‘De rechtsposite van de atleet’ (NJB 2017/2087) opgenomen van de auteurs van het rapport. 

Laatste nieuws