Voorouders traceren, weten of er aanleg is voor een genetische aandoening of de dader van een misdrijf op het spoor komen. Dankzij de vooruitgang in DNA-technologie worden DNA-data op tal van terreinen benut. Het delen, combineren en gebruiken van die data neemt toe. Daarmee groeit ook het bewustzijn dat burgers voldoende beschermd moeten zijn binnen de keten van DNA-data, waarin vele spelers actief zijn en geld verdienen. In het rapport ‘Waardevol gebruik van menselijke DNA-data - Onderzoek naar het borgen van publieke waarden in de waarde-keten van DNA-data’ geeft het Rathenau Instituut urgente aandachtspunten en oplossingsrichtingen om DNA-data waardevoller te gebruiken.

Het is nog geen twintig jaar geleden dat het menselijk genoom in kaart werd gebracht in het internationale Human Genome Project. Dit leverde kennis op waarin wetenschappers en artsen kansen zagen liggen voor het geven van zorg afgestemd op iemands genetische profiel. Tegenwoordig worden de genetische data die het project in 13 jaar opbracht, tussen 1990 en 2003, binnen een enkele dag uitgelezen. En iedere burger kan nu bij internationale bedrijven voor nog geen € 100 zijn eigen DNA, of dat van een familielid, laten onderzoeken. En zelfs van een overlastbezorger die wellicht DNA-sporen heeft achtergelaten. Zonder de broodnodige professionele informatie over de betekenis van de uitkomsten, arbitrage of rechtspraak. Ook in het professionele forensisch domein heeft DNA-onderzoek een snelle opmars gemaakt.

DNA-analyse is een vorm van ‘intieme technologie’, oftewel technologie die ons lichaam kan monitoren en analyseren, en mogelijkheden biedt tot het beïnvloeden ervan. Het onderzoek ‘Waardevol gebruik van menselijke DNA-data’ laat zien dat de digitalisering van DNA-data het delen, combineren en de wens om die data te benutten aanwakkert. Dit geldt zowel binnen en tussen domeinen, als binnen en tussen landen.

De verzameling van DNA-data concentreert zich bij een aantal grote bedrijven, waaronder 23andMe, Google en Amazon. En ook bij grote mogendheden, zoals China. Het bewustzijn dat deze alsmaar uitdijende waardeketen van DNA-data niet zonder gevolgen kan blijven, is snel aan het toenemen.

In het rapport wordt dieper ingegaan op de technologische ontwikkelingen en de commercialisering en de internationalisering van de DNA-keten. De maatschappelijke doelen die beoogd worden met DNA-data worden op een rij gezet en de uitdagingen en beperkingen die daarbij spelen. Ook worden de maatschappelijke en ethische kwesties rond de roep om steeds meer DNA-data geanalyseerd, met name in de context van commercialisering en internationalisering. Op basis van analyses van literatuur, nieuwsberichten, rapporten van autoriteiten en bestaande wettelijke kaders, geeft het Rathenau Instituut zeven urgente aandachtspunten. Ook geeft het bijbehorende oplossingsrichtingen voor betere regulering en bescherming van burgers in de ‘DNA-waardeketen’. Deze aanbevelingen kunnen de wetgever, ministeries, toezichthouders, beroepsorganisaties, wetenschappers én burgers helpen om concrete stappen te gaan zetten richting waardevoller gebruik van DNA-data.

I. De paradigma’s bij inzet van DNA-innovaties voor maatschappelijke doelen moeten worden herijkt

De verwachtingen van DNA-data zijn groot en dat vergroot de ‘datahonger’. Meer data biedt meer kansen, is de leidende gedachte. Commerciële partijen hebben baat bij het in stand houden van dit paradigma. Echter, de meerwaarde van bigdata-analyses met DNA-data voor het verkrijgen van inzichten is vooralsnog beperkt gebleken. En dan nog: is kennis over DNA dé sleutel naar preventie of betere behandeling? Of liggen de oplossingen in het verkleinen van sociale ongelijkheid en ongelijke toegang tot de gezondheidszorg? Vooral het medisch-wetenschappelijk domein zou zich de vraag kunnen stellen of het alsmaar zwaarder leunen op DNA bij het opsporen van oorzaken en het behandelen van ziekten houdbaar is, en gewenst. Maar ook in het forensische domein is het uitbreiden van de zoekmogelijkheden door te beschikken over meer databanken (of biobanken) van bijvoorbeeld burgers niet alleen ongewenst, maar ook niet bewezen effectief.

Oplossingsrichting:
Organiseer een brede dialoog over DNA-gebruik voor maatschappelijke doelen. Met dit onderzoek geeft het Rathenau Instituut een belangrijke impuls aan een maatschappelijk debat over DNA-gebruik in onze samenleving, dat op korte termijn gevoerd moet worden. Het instituut wil hierin verder het voortouw nemen. Het gesprek zou moeten gaan over nut, noodzaak en wenselijkheid van het grootschalig blijven inzetten op DNA-data voor verbetering van onder andere de (volks)gezondheid.

 

II. Rechten van burgers moeten beter worden beschermd in de waarde-keten van DNA-data

Uit de analyses in dit rapport wordt duidelijk dat publieke waarden in het gedrang komen bij het steeds meer (commercieel) benutten van (digitale) DNA-data in allerlei domeinen en settings. Er spelen kwesties rond privacy, autonomie, veiligheid & controle, menswaardigheid, rechtvaardigheid en machtsverhoudingen. Dit vraagt om het aanpassen van wettelijke kaders voor omgang met DNA-data door DTC-GT-bedrijven, maar ook door overheden en werkgevers.

Oplossingsrichtingen:
• Pas wettelijke kaders aan om te zorgen dat ze mensen voldoende beschermen tegen de risico’s van het groeiende gebruik van DNA-data. De regels voor de omgang met genetische gegevens moeten wettelijk aangescherpt worden voor:
a. DTC-GT-testen: wanneer deze alleen uitgevoerd mogen worden onder de begeleiding van medische professionals is er de facto een verbod. Dit kan worden overwogen. De Uitvoeringswet van de AVG (UAVG) moet op zijn minst verduidelijken wanneer de gegevensverwerkingen mogen plaatsvinden op basis van uitdrukkelijke toestemming. En hoe er omgegaan moet worden met de rechten van anderen, zoals genetische verwanten.
b. Verwerking van DNA-data door werkgevers: De UAVG zou de verwerking van genetische gegevens van werknemers en sollicitanten alleen moeten toestaan op basis van een wettelijk voorschrift. De huidige wettekst van de UAVG mist verplichte maatregelen tegen de risico’s van ongewenste en ongeoorloofde verwerkingen van genetische gegevens in de arbeidsverhouding.
• Pas ethics by design toe bij het opzetten van systemen waarbij een combinatie van DNA-data en digitale technologie wordt ingezet voor ondersteuning van forensische opsporing en medische beslissingen. Binnen de forensische opsporingsstrategieën vraagt de combinatie van DNA-data en kunstmatige intelligentie om speciale aandacht voor zaken als profilering en discriminatie. Dit speelt ook in het medische domein, waar DNA-kennis onderdeel kan zijn van digitale beslissingsondersteunende systemen, gebaseerd op kunstmatige intelligentie. Ook moeten de keuze van datasets en de noodzaak voor het gebruik van kunstmatige intelligentie worden verantwoord. En moeten naast DNA-data ook andere relevante verklarende variabelen voor de (medische of forensische) uitkomst zijn meegenomen in het systeem.


III. Technologisch burgerschap over DNA verdient meer aandacht

Hoe meer individuen bereid zijn om DNA-data af te staan, hoe meer domeinen maatschappelijke waarde (hopen te) kunnen creëren uit de data. DNA-data worden steeds vaker buiten de medische praktijk of het strikt gereguleerde forensische domein gebruikt. De grenzen tussen de domeinen zijn aan het vervagen. Dit vraagt om een (vernieuwd) technologisch burgerschap: vaardigheden, kennis en weerbaarheid rondom digitalisering, zoals in dit geval digitalisering van DNA-data.
Oplossingsrichtingen:
• Burgers moeten (nog) beter geïnformeerd en betrokken worden bij ontwikkelingen op het gebied van DNA-data. Dat betekent dat burgers de vaardigheden moeten krijgen om de risico’s en voordelen van het delen van DNA-data tegen elkaar af te wegen.
• Burgers moeten deel kunnen nemen aan een democratisch debat over gebruik van DNA-data door overheden en commerciële partijen.

IV. Toezicht op de (internationale) (semi-)private laboratoria in de keten van DNA-data moet worden versterkt

Door de toegenomen vraag naar DNA-onderzoek in zowel het forensische als medische domein worden DNA-analyses geregeld uitbesteed aan (semi-)private laboratoria. Publieke partijen die DNA-analyses uitbesteden aan (semi-)private partijen moeten alert zijn op de waarborging van kwaliteit, privacy en de veiligheid.
Oplossingsrichting:
Onderzoek of een extra toezichthouder voor de keten van DNA-data nodig is. Als een extra toezichthouder niet nodig blijkt, voorzie de huidige toezichthouder(s) dan van kennis en inzicht in de wettelijke mogelijkheden (of uitbreiding daarvan) om grip te houden op de (deels uitbestede) keten van DNA-data.

V. Platformen en bedrijven bezitten en verwerken onevenwichtig veel DNA-data, met vaak niet-transparante verdienmodellen

De bedrijven die de genetische testen aan consumenten aanbieden, verdienen het ‘echte’ geld met het doorverkopen van de DNA-data en andere gezondheidsgegevens aan farmaceutische bedrijven, forensische diensten of wetenschappelijke instituten. Hoe die data worden gedeeld, is vaak onduidelijk. Sommige van deze bedrijven bezitten veel grotere hoeveelheden DNA-data dan menig (publiek) onderzoeksconsortium. Verder speelt de dominante rol van internationale digitale platformen, zoals Google, Amazon en Microsoft. Zij bieden opslag- en rekencapaciteit voor complexe data-analyses met DNA-data, zoals met machine learning en deep learning. Hiermee kan er een te grote technologische afhankelijkheid ontstaan van dergelijke big-tech-bedrijven om inzichten uit DNA-data te verkrijgen. Dat is onwenselijk, omdat kennis over ons DNA voor maatschappelijke toepassingen kan worden gezien als een publiek goed.
Oplossingsrichtingen:
• Geef digitale platformen zoals Google, Amazon en Microsoft bij het opslaan en verwerken van DNA-data verplichtingen mee die horen bij publieke goederen. Dit houdt in dat onder andere de toegang tot die diensten gewaarborgd moet zijn, net als de mate waarin informatie kan worden uitgewisseld met andere diensten.
• Evalueer zaken als ‘datamonopolie door bedrijven’ en de ‘dominantie van de grote internationale digitale platforms bij rekencapaciteit voor DNAdata’ aan de hand van de kaders van de voorgestelde Digital Services Act. Deze is opgesteld om de verantwoordelijkheden van gebruikers, platforms en de overheid in evenwicht te brengen volgens Europese (publieke) waarden. DNA-data als zodanig staan hierin niet genoemd, maar de voorstellen zijn ook zeer van toepassing op DNA-data.

VI. Juridische kaders voor gebruik van DNA-data voor internationaal wetenschappelijk onderzoek zijn nog niet helder genoeg

Er zijn binnen de EU geen uniforme nationale regels voor onderzoek met medische gegevens (waaronder DNA-data). Dat maakt het voor consortia van onderzoeksinstituten of andere samenwerkingsverbanden lastig om DNA-data te verzamelen en te verwerken voor onderzoek. Open ­science is een ander punt dat aandacht verdient bij het doen van onderzoek met DNA-data. Daarbij spelen de FAIR-principes, oftewel dat data vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar moeten zijn. Zo kunnen onderzoekers de onderzoeksresultaten beter verifiëren (repliceren) en hergebruiken. Echter, de Wet medisch-wetenschappelijk
onderzoek (WMO) schrijft voor dat het registeren van onderzoeksgegevens in principe anoniem moet plaatsvinden. Maar anonimiseren of pseudonimiseren van DNA-data is juist heel lastig.
Oplossingsrichtingen:
• De EU-wetgever zal een internationaal geharmoniseerd raamwerk moeten opstellen voor onderzoek met DNA-data en gezondheidsdata.
• DNA-data zouden in de beoogde European Health Data Space specifieke aandacht moeten krijgen, vanwege het feit dat het anonimiseren van de data feitelijk niet kan.

VII. Geopolitiek misbruik of onderdrukking is een reëel risico

Het is zorgwekkend dat een land als China investeert in het aanleggen van DNA-banken van diverse nationaliteiten, wetende dat het minderheden (Oeigoeren) met op oneigenlijk wijze verkregen DNA-data in eigen land profileert, en volgt via gezichtsherkenning. Dit vraagt om waakzaamheid op gebruik van DNA-data voor surveillance. Mogelijk gebeurt dit ook op basis van DNA-data van Nederlandse burgers die in China zijn. Ook andere mogendheden zouden DNA-data van eigen burgers of burgers uit andere landen kunnen gebruiken voor surveillance en onderdrukking.
Oplossingsrichting:
Wees als overheid alert op malafide gebruik of misschien zelfs geopolitiek misbruik van DNA-data door andere mogendheden. Dit gaat om delicate, diplomatieke kwesties waarbij het ministerie van Buitenlandse Zaken een belangrijk rol zal spelen. Mogelijk kunnen de toezichthouders en Ngo’s die zich richten op mensenrechten hier een signalerende rol inspelen.

Laatste nieuws