De rechtbank Den Haag heeft op 23 november 2022 uitspraak gedaan in een zaak die gaat over het bombardement van een Afghaanse tijdens de slag om Chora in juni 2007. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bombardement onrechtmatig was en dat de Staat de schade van de slachtoffers moet vergoeden.

Nederland was verantwoordelijk voor het bombardement op een quala (een ommuurd wooncomplex). Het was bekend dat deze quala werd bewoond door burgers. De Staat beriep zich erop dat de Taliban deze quala gebruikte voor militaire doeleinden en dat het bombarderen van deze quala – ook al woonden er burgers – dus niet onrechtmatig was. De rechtbank oordeelt echter dat de Staat niet voldoende duidelijk heeft gemaakt op basis waarvan hij concludeerde dat de quala door de Taliban werd gebruikt. Uit de rapporten die de Staat heeft overgelegd, met daarin logboeken over de uren vlak voor het bombardement, kan die conclusie niet worden getrokken. De rechtbank heeft om die reden aangenomen dat het bombarderen van de quala in strijd is met het zogeheten beginsel van onderscheid uit het internationaal humanitair oorlogsrecht. Het bombardement op deze quala is om die reden dus wel onrechtmatig.

De rechtbank verwerpt het beroep op verjaring van de Staat. Verder oordeelt de rechtbank dat de onderzoeksplicht van artikel 2 van het EVRM – op grond waarvan een staat onder omstandigheden verplicht is een officieel onderzoek te doen als er dodelijk geweld is gebruikt door die staat – in deze zaak niet van toepassing is.

ECLI:NL:RBDHA:2022:12424

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws