Nederlands Juristenblad 4
27 januari 2016
2016/1
Automatisch verlies nationaliteit voor Nederlander buitenaf onhoudbaar
Het recht van de EU en het Europees Nationaliteitsverdrag verfrommelen artikel 15(1) onder c RWN
In maart 2015 werd de Nationale Ombudsman geconfronteerd met een geval van automatisch verlies van het Nederlanderschap door het vrijwillig aannemen van een andere nationaliteit. De mensen waren er niet van op de hoogte dat dit gevolg was vastgeknoopt aan hun naturalisatie. Ook mensen die tien jaar buiten Nederland wonen raken volautomatisch hun nationaliteit kwijt zonder dat ze dat wisten. Soms komen ze het ook nooit te weten. De Ombudsman deed een oproep om te kijken of er meer klachten waren en 500 mensen doken op. Reden om een onderzoek te starten dat moet uitmonden in een rapport dat in 2016 zal verschijnen. In dit opstel wordt vast een voorzet voor de denkrichting gegeven.
Select while you collect
Over de voorgestelde interceptiebevoegdheden voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten
In juli 2015 heeft het kabinet een voorstel geopenbaard voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 20xx), ter vervanging van de huidige wet (Wiv 2002). De internetconsultatie over dit voorstel heeft ongebruikelijk veel reacties opgeleverd, veelal kritisch van aard, waarin bijvoorbeeld gesproken wordt van sleepnetten waarmee de diensten massaal gegevens zouden gaan verzamelen. De resultaten van deze consultatie zijn nog niet verwerkt. De twee meest controversiële onderwerpen zijn het onafhankelijke toezicht op de diensten en het interceptiestelsel. Dit artikel richt zich op het laatste onderwerp en bepleit een werkwijze waarbij het verzamelen en selecteren hand in hand gaan.
Grensoverschrijdende rechterlijke samenwerking in insolventies
Ervaringen bij de JudgeCo Judicial Training Sessions
Dit artikel bespreekt de samenwerkingsplicht voor rechters in het kader van de Europese Insolventie Verordening (herschikking). Tijdens drie JudgeCo-trainingssessies van Europese insolventierechters wezen de rechters op vier belangrijke vraagstukken bij die samenwerking: de te gebruiken taal, de mogelijke bedreiging van de rechterlijke onafhankelijkheid, het mogelijk ontbreken van de wil tot samenwerken en ten slotte het vraagstuk van verificatie van rechter(s) en curatoren. Dit artikel gaat in op die samenwerkingsplicht, het Europese project waarbinnen die trainingssessies hebben plaatsgevonden, de uitkomsten van dat project en de betekenis daarvan voor rechterlijke samenwerking in het algemeen en de hiervoor genoemde vier vraagstukken in het bijzonder.
Naar een nieuwe balans tussen markt en overheid
Na de inwerkingtreding van de Wet Markt en Overheid klagen mkb’ers nog altijd over vermeende oneerlijke concurrentie door overheden. Marktactiviteiten van gemeenten worden per besluit aangemerkt als activiteiten die ‘plaatsvinden in het kader van het algemeen belang’. Maar het zou niet vanzelfsprekend moeten zijn dat overheden marktactiviteiten verrichten. Auteurs pleiten voor een ‘nee-tenzij’-principe dat overheden verplicht een voorafgaande marktconsultatie uit te voeren om te toetsen of inmenging in de markt of een inbesteding wel noodzakelijk en proportioneel is.
Eerder verschenen
NJB 3 (2016)
20 januari 2016
NJB 2 (2016)
13 januari 2016
NJB 1 (2016)
5 januari 2016
NJB 44/45 (2015)
15 december 2015
NJB 43 (2015)
8 december 2015