Product recall

Voor wie de media een beetje volgt, lijkt het terugroepen van producten, zogeheten product recalls, aan de orde van de dag, al zijn niet alle gebeurtenissen en gevolgen op het gebied van product recalls van de ordegrootte van de Samsung Note 7, waarbij in een dag een beurswaarde EUR 17 miljard verdampte en elkaar snel opeenvolgende winstwaarschuwingen volgden ter grootte van ruim EUR 2 miljard voor het derde kwartaal van 2016 en nog een bedrag in dezelfde ordegrootte voor het gehele tweede halfjaar van 2016. 

Wie op de website van de Amerikaanse Consumer Product Safety Commission kijkt (www.cpsc.gov), krijgt die indruk van een hoge frequentie van product recalls  moeiteloos bevestigd: er gaat vrijwel letterlijk geen dag voorbij zonder een substantiële product recall.

Waarschijnlijk hangt de frequentie van product recalls (ten minste voor een deel) samen met een toename van de hoeveelheid regelgeving en de handhaving daarvan. Op Europees niveau lijkt dat sowieso het geval. Met name in de periode 2008-2010 is het hele B2B productie-, import- en distributiekanaal over de volle breedte van de non-food (food was al sterk gereguleerd) aan regelgeving onderworpen geworden, het zogenoemde Nieuw Wetgevend Kader.[1] Het gaat daarbij om allerlei soorten risico’s, inclusief veiligheidsrisico’s, gezondheidsrisico’s en milieurisico’s. In grove pennenstreken geschetst komt het erop neer dat alle betrokken bedrijven een zeer gedetailleerd uitgewerkt en onderling afgestemd plan moeten hebben om alle soorten problemen in alle gedeelten van de ontwerp-, productie-, import- en distributieketen te adresseren. Daartoe moet de eigen organisatie terzake in detail omschreven te zijn, maar ook de betrokken buitenwereld, en moet er onder meer een traceerbaarheidsplan bestaan, met databases van toeleveranciers, afnemers en consumenten. Nauw moet worden toegezien op juiste CE-markeringen, een correcte technische documentatie en een goede gebruikershandeiding. Er dient ook een bestuursbesluit te zijn dat Europese regels zullen worden inachtgenomen, alsmede een Europese conformiteitsverklaring. Voorts dient er een schriftelijk plan te zijn op basis waarvan risicoanalyses met betrekking tot productveiligheid kunnen (en daadwerkelijk zullen moeten) worden gemaakt. Daarbij dient onderscheid gemaakt te worden in bepaalde letselcategorieën, moet worden gekeken naar de mogelijke betrokkenheid van speciaal kwetsbare groepen eindgebruikers (bijvoorbeeld jonge kinderen of hulpbehoevenden) en moeten inschattingen gemaakt worden van de mate van waarschijnlijkheid dat een product tijdens de voorziene levensduur daarvan met een veiligheidsprobleem te maken kan krijgen. Het ontbreken van een of meer van al deze elementen is voldoende om, meestal na een waarschuwing maar in noodsituaties ook zonder dat, een product recall opgelegd te krijgen. En dat kan door ieder van de ruim dertig betrokken nationale toezichthoudende autoriteiten. Het Nieuw Wetgevend Kader omvat tientallen commissiebesluiten en richtlijnen en verordeningen, soms generiek, soms sectorspecifiek en soms per soort product. Het (op zichzelf handige en jaarlijks verschijnende) door de Europese Commissie opgestelde naslagwerkje, de zogenoemde Bleu Guide, bevat al 156 dichtbeschreven pagina’s.

Het is natuurlijk goed dat dit soort regels bestaat – het gaat tenslotte om productveiligheid – en de inhoud van al deze regels is natuurlijk bekend bij gespecialiseerde adviesbedrijven en bij de compliance-afdelingen van grote bedrijven. Zij zijn echter goeddeels onbekend bij de grote groep van kleinere bedrijven, vooral die welke opereren in de distributieketen. En dat geldt in aanzienlijke mate ook voor hun adviseurs. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat maar heel weinig contracten in de distributieketen specifieke bepalingen kennen die de aanwezigheid en de precieze verdeling adresseren van de grote serie verplichtingen die uit deze regels voortvloeien. Dat schept natuurlijk tal van potentiële, maar nu nog goeddeels onvoorziene, aansprakelijkheidsproblemen, jegens ketenpartners en toezichthouders, jegens consumenten en hun organisaties en intern, jegens werknemers, bestuurders en aandeelhouders. Maar het betekent ook dat plotselinge product recalls (en daarvan is nu eenmaal uit de aard ervan vrijwel steeds sprake) dienen te worden uitgevoerd in een keten die daarop niet of onvoldoende is voorbereid, waardoor onnodige uitvoeringsproblemen en –discussies zullen ontstaan en waardoor onveilige producten mogelijk minder snel uit de markt kunnen worden gehaald dan wenselijk is.

Het lijkt erop dat er een enorme informatieachterstand aanwezig is ten aanzien van de toepasselijke regelgeving bij velen[2] die verantwoordelijk zijn voor de contracten in alle delen van de Europese distributieketens. En het lijkt er evenzeer op dat die contractuele kant – en het belang daarvan - onderbelicht is bij diegenen die verantwoordelijk zijn voor de regelgeving en de handhaving daarvan. Deze tekorten dienen zo snel mogelijk te worden weggewerkt. Toezichthouders zouden kunnen overwegen om modelbepalingen op te stellen en te promoten, zoals contractenmakers hun eigen voorstellen daartoe zouden kunnen gaan opstellen en bespreken met toezichthouders en in de vakbladen. Gedachten in dat verband kunnen ook tot stand gebracht worden in het kader van toepasselijke standaarden, zoals die van ISO, zoals die steeds worden doorontwikkeld, maar ook dan dient nog een behoorlijke brug te worden geslagen naar die delen van het bedrijfsleven en hun adviseurs en contractenmakers voor wie het niet vanzelfsprekend is om zich op voldoende niveau bezig te houden met dat soort standaarden.

Product recalls zijn noodverbanden die in situaties van veiligheidscrises worden ingezet en waarbij vaak zeer grote belangen zijn betrokken. Belangen van ongelijke soort, zoals die van consumenten, producenten en distributeurs, als ook die van bestuurders en aandeelhouders. Maar voor al diegenen geldt dat er een belang is om product recalls beter te gaan faciliteren, verder te gaan professionaliseren als je dat zo zou mogen zeggen. Werk aan de winkel dus, vooral in contractenland.

 

Dit Vooraf is ook gepubliceerd in NJB 2016/1823, afl. 36, p. 2665.

 

Bron afbeelding: Mike Mozart

 

 


[1] In 2013 heeft de Europese Commissie weer een heel nieuw pakket regelgeving voorgesteld, dat nog in behandeling is.

[2] En daartoe behoor ik zelf ook.

Over de auteur(s)
Author picture
Coen Drion
Advocaat-partner bij Jones Day