Afgebroken vastgoedtransacties en de vergewisplicht

Lees hier de scriptie Afgebroken onderhandelingen bij vastgoedtransacties door de rechtspersoon met overheidstaak in het kader van de Wet Bibob van Cindy-Charran Koningferander (Masterscriptie Privaatrecht en Staats- en bestuursrecht, Vrije Universiteit Amsterdam, beoordeling: 8, begeleiders: prof. mr. Chris Jansen en prof. mr. Jan Struiksma). 

Steeds meer gemeenten maken gebruik van het Bibob instrument. Sinds 2013 is de Wet Bibob van toepassing verklaard op Vastgoedtransacties. Deze uitbreiding heeft tot een belangrijke consequentie geleid. Bibob-adviezen worden nu ook getoetst door de civiele rechter, die zich o.a gaat buigen over het al dan niet rechtmatig afbreken van de onderhandelingen door de overheid. Indien Bureau Bibob (onderdeel van Dienst Justis) concludeert dat er een ernstige mate van gevaar bestaat dat de vastgoedtransactie voor criminele doeleinden gebruikt zal worden kan de gemeente besluiten de onderhandelingen af te breken. In deze scriptie onderzoekt Cindy Koningferander of en in hoeverre het onaanvaardbaar is jegens de wederpartij van de rechtspersoon in het geval de rechtspersoon besluit de onderhandelingen af te breken naar aanleiding van een negatief Bibob-advies en de rechtspersoon de vergewisplicht ex. art. 3:9 Awb niet heeft nageleefd. De schrijver beantwoordt deze vraag aan de hand van een fictieve casus die als rode lijn door de scriptie heen loopt. De schrijver concludeert dat de doelstelling van de gewijzigde Wet Bibob niet volledig wordt gehaald. De rechtspersoon kan niet in alle gevallen een beter geïnformeerde beslissing nemen. Een advies kan immers onjuiste conclusies bevatten waardoor de reden om de onderhandelingen af te breken komt te vervallen. Naar thans geldende rechtspraak zou de betrokkene vergoeding kunnen krijgen voor het positief contractsbelang indien hij aannemelijk maakt dat hij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat er een overeenkomst tot stand zou komen en de gemeente geen goede reden had om af te breken. Vergoeding van het negatief contractsbelang is eveneens mogelijk indien de feiten en omstandigheden hier aanleiding toe geven. Dit is in beginsel het geval indien de gemeente afbreekt naar aanleiding van een negatief Bibob-advies en blijkt dat zij niet aan haar vergewisplicht ex. art. 3:9 Awb heeft voldaan. Sinds de arresten van HR 23 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1212 en Hof ‘s-Hertogenbosch 16 juni 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2191 heeft de betrokkene ook de mogelijkheid om Bureau Bibob op grond van een onrechtmatige daad rechtstreeks aansprakelijk te stellen vanwege schending van de op haar rustende zorgplicht. Als Bureau Bibob niet heeft gehandeld zoals een redelijk handelend en redelijk bekwaam rapporteur/adviseur behoort te handelen, heeft het Bureau daarmee ook onrechtmatig gehandeld jegens de derde (de betrokkene). Ondanks dat de norm in beginsel ontwikkeld is voor toepassing in een contractuele relatie tussen adviseur en diens opdrachtgever (de rechtspersoon).

 

Bron afbeelding: Chris Potter 

 

Over de auteur(s)