Bert Marseille is als hoogleraar bestuurskunde, in het bijzonder de empirische bestudering van het bestuursrecht, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is hij onder meer lid van de bezwaaradviescommissies van de gemeente Delfzijl en de provincie Drenthe, voorzitter van de redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrechter en annotator voor Ars Aequi. Zijn onderzoek richt zich op procedures van geschilbeschlechting, in het bijzonder die in het bestuursrecht. Gedurende de afgelopen jaren deed hij, samen met onder meer Kars de Graaf, Derek Sietses, Hanna Tolsma, Boudewijn de Waard, Heinrich Winter en Marc Wever, onderzoek naar de informele aanpak van bezwaren door bestuursorganen,de comparitie bij de Kantonrechter, de Nieuwe zaaksbehandeling in het bestuursrecht, de toepassing van de bestuurlijke lus door bestuursrechtelijke appelinstanties, de motieven voor het instellen van hoger beroep in het civiele, het straf- en het bestuursrecht en het functioneren van de bezwaarprocedure in de gemeente Tilburg.

Artikelen van Bert Marseille

Tijdschrift NJB 14 (2024)
Addendum bij de ‘Kleine Gids voor het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb’
Bert Marseille, Kars de Graaf, Julia Laninga, Hanna Tolsma, Marc Wever en Heinrich Winter
Begin vorig jaar werd het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb in pre-consultatie gebracht. Het voorstel bevatte een groot aantal wijzigingen van de Awb ter versterking van – kort gezegd – de menselijke maat in het bestuursrecht. Inmiddels is de consultatieversie van het wetsvoorstel verschenen, met daarin een aantal aanpassingen ten opzichte van de pre-consultatieversie. De pre-consultatieversie van het wetsvoorstel bracht auteurs op het idee een ‘Kleine Gids voor het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb’ te schrijven, die in NJB 2023/819 werd gepubliceerd. Vanwege de aanpassingen in de consultatieversie leek het hen waardevol met een Addendum op die Kleine Gids te komen. Daarin beschrijven ze de aanpassingen en voorzien die van een eerste reflectie. De vraag die ze zich daarbij stellen is of de aanpassingen verbeteringen betekenen en of de nadere motivering de voorstellen van de regering (nog) overtuigender maken.

[verder lezen in InView]

Rechtszekerheid en legaliteit in het ecocidewetsvoorstel
Sophia de Vries
‘De wet schiet altijd tekort, niet omdat er iets aan de wet zelf mankeert, maar omdat in vergelijking met de orde die de wet voor ogen heeft de menselijke werkelijkheid noodzakelijk onvolkomen is en daarom geen eenvoudige toepassing van de wet toelaat.’ Ook het wetsvoorstel dat ecocide strafbaar moet stellen, lijdt onder de discrepantie tussen statisch recht en dynamische werkelijkheid. Daardoor schiet dit wetsvoorstel onvermijdelijk tekort. De reden daarvoor is dat de problemen die ten grondslag liggen aan de wens om ecocide strafbaar te stellen filosofisch van aard zijn, en niet zonder meer zijn te vertalen in een wetsartikel.

[verder lezen in InView]

De rechter en de stand van de wetenschap en praktijk
André den Exter
In Nederland hebben circa één miljoen mensen een zeldzame aandoening, een aantal dat bovendien stijgt door betere diagnostiek. Het hoeft geen betoog dat de mondiale zoektocht naar (veelal extreem dure) behandelmethoden de kosten van de gezondheidszorg verder onder druk zet, waarmee de urgentie van het maken van striktere pakketkeuzes voor de zorgverzekeraars zal toenemen.

[verder lezen in InView]

17 april 2024
Tijdschrift NJB 7 (2024)
Procedeergedrag van de overheid in procedures bij de bestuursrechter
Bert Marseille en Marc Wever
Het procedeergedrag van de overheid ligt sinds enige tijd onder het vergrootglas. Zoekt de overheid niet te vaak en zonder goede reden de strijd met de burger in procedures bij de rechter? Wie de beschikbare cijfers op een rij zet, ziet dat de overheid in procedures bij de bestuursrechter relatief terughoudend gebruik maakt van de mogelijkheid van hoger beroep – maar ook dat er weinig lijn lijkt te zitten in de bepalende overwegingen van bestuursorganen om wel of geen hoger beroep in te stellen. Dat leidt tot suggesties voor een (nog) meer terughoudend, maar vooral meer doordacht gebruik van het rechtsmiddel van hoger beroep door de overheid.

[verder lezen in InView]

De ‘Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm’
Bart Jan van Ettekoven
Het aantal bezwaar- en beroepsprocedures over de WOZ en de Wet BPM is dermate toegenomen dat de Belastingdienst en de belastingrechtspraak daaronder gebukt gaan. Daarnaast worden inmiddels jaarlijks tientallen miljoenen uitbetaald aan procesgemachtigden voor trage en ondermaatse procedures. Voor het Ministerie van Financiën reden om in te grijpen met de ‘Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm’, die inmiddels per 1 januari 2024 in werking is getreden. In deze bijdrage wordt kort uiteengezet waarom deze wet er is gekomen en wat de wet inhoudt. Afgesloten wordt met enkele kritische kanttekeningen.

[verder lezen in InView]

Bescherming van persoonsgegevens
Peter Hustinx
Dit artikel schetst de historische ontwikkeling van het recht op gegevensbescherming, met bijzondere aandacht voor de betekenis van artikel 8 EU Handvest. Over het karakter en de inhoud van die bepaling bestaat nog veel verwarring, die ook in de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie doorklinkt. Het onderscheid met artikel 7 EU Handvest over het recht op privacy krijgt in dit verband vaak te weinig aandacht.

[verder lezen in InView]

Reactie op ‘Stijlnabootsing met AI is onrechtmatig’
Aernout Schmidt
In het artikel ‘Stijlnabootsing met AI is onrechtmatig’ (NJB 2023/2635, afl. 36) van prof. mr. D.J.G. Visser wordt de stelling verdedigd dat opzettelijke en herkenbare nabootsing van de persoonlijke stijl van een nog levende kunstenaar met behulp van kunstmatige intelligentie onrechtmatig is. Die stelling aanvaard ik.

[verder lezen in InView]

Naschrift
Dirk Visser
Aernout Schmidt aanvaardt mijn stelling dat opzettelijke en herkenbare nabootsing van de persoonlijke stijl van een nog levende kunstenaar met behulp van kunstmatige intelligentie onrechtmatig is. Maar hij zet vraagtekens bij een daaruit voortvloeiend verplichting voor aanbieders van generatieve AI om verzoeken om dergelijke voortbrengselen te weigeren.

[verder lezen in InView]

14 februari 2024
Tijdschrift NJB 32 (2023)
Diffuse besluitvorming over noodopvanglocaties voor asielzoekers en tijdelijk ontheemden
Hansko Broeksteeg, Karen Geertsema, Saskia Hillegers en Karin Zwaan
De opvang van asielzoekers is een onderwerp dat zowel politiek als maatschappelijk al een aantal jaar voor spanning zorgt. Bestuurders op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau opereren sinds 2021 in crisisstand om opvangplekken te realiseren. In deze bijdrage wordt betoogd dat dit tot diffuse besluitvorming leidt die democratische legimitatie ontbeert. Een grondige herijking van uitoefening van bevoegdheden en toewijzing van taken is van belang en het is de vraag of de beoogde Spreidingswet hieraan tegemoet komt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Het ‘nieuwe’ College van procureurs-generaal
Joep Lindeman
Het flink vernieuwde College van procureurs-generaal maakte daags na aantreden van de nieuwe voorzitter een mission statement wereldkundig: ‘Nieuw College, nieuwe accenten’. Vergelding lijkt daarin weer voorop te staan als doel van strafrechtelijke handhaving. Samenwerkingsverbanden die op de preventie van strafbare feiten zijn gericht krijgen minder prioriteit. Zal de soep werkelijk zo heet gegeten worden? Een welwillende lezer vindt toch enige nuance.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De schikkingspraktijk van de civiele rechter in handelszaken
Jurriaan de Haan
De civiele rechter heeft zichzelf de afgelopen twintig jaar opnieuw uitgevonden als binnengerechtelijke alternatieve geschillenbeslechter. Naast rechtspreken is het bemiddelen tussen partijen tot de kerntaak van de rechter gaan behoren. dit toegenomen belang van schikken tijdens de mondelinge behandeling vergt wel dat daarvoor (nadere) kwaliteitsnormen worden vastgesteld. Die betreffen niet alleen het handelen van de rechter maar ook dat van advocaten.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Het meten van grondwetsinternalisering
Bert Marseille en Marc Wever
‘Grondwet begrepen door gewone mensen’ van Jelle But (NJB 2023/1323) is een fascinerende bijdrage over een uiterst relevant onderwerp, op basis van een enquête onder 1333 respondenten. Het heeft onze gedachten gescherpt over wat moet worden verstaan onder grondwetsinternalisering, hoe je dat verschijnsel kunt meten en in hoeverre Nederlanders grondwettelijke waarden hebben geïnternaliseerd – maar we bleven na lezing van zijn bijdrage ook met een aantal vragen zitten, waardoor we ons afvragen wat de waarde is van de conclusies die But op basis van zijn onderzoek trekt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Naschrift
Jelle But
Marseille & Wever stellen in hun reactie terechte vragen over het onderzoek naar grondwetsinternalisering. Deze vragen vallen uiteen in twee categorieën: 1) het ontbreken van de methode van gegevensverzameling, waardoor representativiteit, validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek in het geding komen, en 2) de conceptualisering van het begrip internalisering, onder meer of de vraagstelling en antwoordmogelijkheden wel leiden tot het meten van grondwetsinternalisering – anders dan feitenkennis over grondwettelijke bepalingen. In het verlengde hiervan stellen zij de vraag hoe bevindingen uit het onderzoek te interpreteren.

[verder lezen in NAVIGATOR]

18 oktober 2023
Tijdschrift NJB 12 (2023)
Kleine Gids voor het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb
Bert Marseille, Kars de Graaf, Rianne Herregodts, Gerhard Hoogers, Hati van Kleef-Ruigrok, Julia Laninga, Albertjan Tollenaar, Hanna Tolsma, Marc Wever en Heinrich Winter
Het in pre-consultatie gebrachte wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb heeft de ambitie om in procedures van besluitvorming en rechtsbescherming de burger met meer consideratie en coulance tegemoet te treden en om bij de inhoud van besluiten meer rekening te houden met diens belang. De nieuw voorgestelde bepalingen betreffen in de eerste plaats het expliciteren van bestaande in de Awb opgenomen verplichtingen en bevoegdheden van bestuursorganen en burgers. In de tweede plaats gaat het om het codificeren van jurisprudentie van de bestuursrechter. In de derde plaats gaat het om het wijzigen van in de Awb opgenomen bevoegdheden en verplichtingen. Een randvoorwaarde die in de toelichting op het wetsvoorstel wordt genoemd is wel dat de voorstellen moeten passen in een ‘realistisch bestuursbeeld’. Uit het wetsvoorstel blijkt op dat punt soms terughoudendheid, maar vaker optimisme over wat bestuursorganen voor elkaar kunnen krijgen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De wetgever als Zeeuws Meisje
Tijn Kortmann
In de preconsultatieversie van het wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht wordt voorgesteld de bezwaar- en beroepstermijn van zes naar dertien weken op te rekken bij besluiten die naar verwachting van invloed kunnen zijn op de bestaanszekerheid van mensen. Dit om mensen met minder ‘doenvermogen’ of zij die wat meer tijd nodig hebben om de consequenties van een besluit te doorgronden tegemoet te komen. Zijn zij met een dergelijke verlenging van de termijn werkelijk geholpen?

[verder lezen in NAVIGATOR]

Demonstratieverboden voor coronabeleidscritici erbarmelijk onderbouwd
Cornelis J. Wisse
In 2020 werd een aantal keer een verbod uitgevaardigd in Den Haag tegen geplande demonstraties van critici van het coronabeleid. In deze bijdrage wordt betoogd dat de demonstratieverboden, in tegenstelling tot wat in daaropvolgende rechterlijke procedures is aangenomen, ondeugdelijk zijn onderbouwd en voor onrechtmatig moeten worden gehouden. Daarbij wordt met name ingegaan op het gezondheidsargument en het veiligheidsargument.

[verder lezen in NAVIGATOR]

29 maart 2023
Tijdschrift NJB 39 (2022)
Hoe kan het burgerperspectief bij de overheid vaste voet aan de grond krijgen?
Liesbeth Hulst, Bert Marseille en Nick Steenhagen
Het zal geen jurist zijn ontgaan dat het bestuursrecht volop in beweging is. Maar hoe komen alle beoogde veranderingen in het bestuursrecht ook daadwerkelijk terecht in overheidsbesluitvorming? Aan de hand van inzichten uit de psychologie wordt besproken wat hiervoor nodig is. En hoe juristen kunnen bijdragen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Kanttekeningen bij het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel Voltooid Leven
Hein Mijnssen
In dit artikel wordt aandacht gevraagd voor enige aspecten van hulp bij zelfdoding die aan de orde zouden moeten komen wanneer wordt overwogen strafbaarheid van hulp bij zelfdoding op te heffen, mits aan wettelijke zorgvuldigheidseisen is voldaan. Zo blijkt noch uit het wetsontwerp dat hiertoe strekt noch uit het Advies van de Raad van State daarover dat hulp bij zelfdoding een bevoegdheid hiertoe werd, toen het EHRM aan artikel 8 lid 1 EVRM ontleende dat een ieder bevoegd is het eigen leven te beëindigen op de wijze die en het tijdstip dat hij verkiest. Ook artikel 2 EVRM biedt geen grond om door het opnemen van de wettelijke voorwaarde van uitzichtloos en ondraaglijk lijden, de mogelijkheid tot zelfdoding te beperken van degene die dit nastreeft.

[verder lezen in NAVIGATOR]

David Icke een gevaar voor de openbare orde?
Berend Roorda, Jon Schilder en Jan Brouwer
Op 3 november 2022 ontzegde de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Britse complotdenker en antisemiet David Icke voor twee jaren de toegang tot Nederland én de 25 andere Schengen-lidstaten. Icke was uitgenodigd om op 6 november 2022 te spreken op een demonstratie in Amsterdam georganiseerd door Samen voor Nederland. Uit de brief van de staatssecretaris blijkt dat hij van mening is dat Icke een gevaar oplevert voor de openbare orde. De eerste vraag is natuurlijk of van een gevaar voor de openbare orde sprake is. Een tweede vraag is of dat gevaar voldoende is om aan Icke de mogelijkheid te ontzeggen om fysiek aanwezig te zijn bij de demonstratie.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Schadeafwikkeling – van laaghangend fruit en zelfreflectie
Willem van Boom
Dat sommige letselschadedossiers lang lopen, heeft allerlei oorzaken. Sommige versnellingsinitiatieven werken, andere niet. De oplossingen die de afgelopen jaren zijn bereikt, hebben vruchten afgeworpen. Aan mooie voornemens om het afwikkelingsproces nóg verder te verbeteren geen gebrek. Maar het laaghangende fruit is nu wel zo’n beetje geplukt. Dat komt onder andere door een aantal karakteristieken van het aansprakelijkheidsrecht zélf. Als de wetgever een eind wil maken aan de terugkerende klachten over langlopende dossiers, dan is het verstandig om eens serieus te kijken naar de inherente eigenschappen van het huidige aansprakelijkheidsrecht. Daarnaast zou een eenduidige visie van de overheid op de rol van aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht helpen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Grensverkenningen door de Autoriteit Persoonsgegevens
Marlies van Eck
Volgens de voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is het recht op privacy veelomvattend en ziet de AP toe op de naleving daarvan en van alle andere grondrechten uit het EU Handvest. Dit blijkt niet uit het huidig positief recht. De bescherming van persoonsgegevens wordt verward met privacy in de zin van persoonlijke levenssfeer. Een toezichthouder die zowel het begrip ‘privacy’ als veelomvattend en tamelijk absoluut omschrijft en zich daarnaast bevoegd acht ten aanzien van alle grondrechten uit het Handvest, is bezig met serieuze grensverkenningen. Voeg hierbij een mogelijk gebrek aan voldoende institutioneel evenwicht waarbij een instelling rekenschap en verantwoording dient af te leggen tegenover een andere, en we zien ons gesteld voor een groot knelpunt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

7 december 2022
Tijdschrift NJB 38 (2022)
Een tijdelijke Cyberwet maakt nog geen sleepwet
Sophie Harleman
Het voorstel Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma zal naar alle waarschijnlijkheid binnenkort naar de Tweede Kamer gaan. Het wetsvoorstel beoogt de inlichtingen- en veiligheidsdiensten meer slagkracht te geven in hun onderzoek naar landen met een offensief cyberprogramma. Dit artikel gaat in op de verwachte effectiviteit van deze ‘Cyberwet’, en met name die van de voorgestelde wijzigingen rondom de inzet van bijzondere bevoegdheden. Het gaat hierbij vooral om de hackbevoegdheid en de bevoegdheid tot kabelinterceptie. Het kabinet wil de inzet van deze bevoegdheden in de context van offensieve cyberprogramma’s dynamischer maken. Hiermee doet het kabinet een goede poging om het juridisch kader beter te laten aansluiten op de praktijk. Hoewel de Cyberwet sommige drempels voorafgaand aan de inzet van bevoegdheden verlaagt, kan het voorgestelde toezicht tijdens de inzet van bevoegdheden een goede balans opleveren tussen voldoende slagkracht en voldoende waarborgen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Het negeren van huiselijk geweld is een systeemfout bij de aanpak van ‘complexe’ scheidingen
Ine Avontuur
In 2007 werd het fundament gelegd onder het huidige wetenschappelijke inzicht rond huiselijk geweld. Toen verscheen een boek van de hand van Evan Stark, met de titel Coercive control, how men entrap women in personal life. Daarmee werd huiselijk geweld, dat tot dan gezien werd als fysiek geweld, geherdefinieerd als coercive control. In het Nederlands: dwingende controle of intieme terreur. In de Nederlandse familiewetgeving en -praktijk speelt huiselijk geweld geen rol. Het wordt ook niet genoemd in het Visiedocument (echt) scheiding van ouders met kinderen van de Raad voor de rechtspraak van 10 oktober 2016. Terwijl huiselijk geweld veel voorkomt en zelfs de aanleiding kan zijn tot de scheiding en na de scheiding vaak voortduurt. Om de voornamelijk vrouwelijke slachtoffers en hun kinderen te beschermen zijn drastische wijzigingen in beleid en regelgeving nodig. Deze wijzigingen zijn ook noodzakelijk om te voldoen aan verplichtingen voortvloeiend uit het Verdrag van Istanbul, het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW).

[verder lezen in NAVIGATOR]

Op zoek naar rechtsstatelijke cultuur
Frank van Ommeren
Het versterken van ons rechtsstatelijk besef is hard nodig. Van veel kanten wordt daarvoor gepleit. Er wordt daarvoor op dit moment een ‘Staatscommissie rechtsstaat’ in het leven geroepen. En een ‘Adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde’ is zeer onlangs van start gegaan. Juist van juristen – en met name publiekrechtjuristen, wetgevingsjuristen en (andere) overheidsjuristen – wordt op dit vlak veel verwacht. Zij worden wel de ‘hoeders van de rechtsstaat’ genoemd. Maar, zo wil auteur betogen, zij kunnen dat natuurlijk niet alleen. Voor een rechtsstatelijke cultuur is de gehele samenleving nodig. De hamvraag is daarom hoe die verbinding kan worden gelegd. Iets anders is trouwens of dat zo moet als de Minister van Justitie en Veiligheid zich recent voorstelde.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Wolf in schaapskleren?
Thijs Drupsteen
In aanvulling op ‘Dwarsliggen in schaapskleren – De afdoening van gaswinningsschade door het bestuursorgaan IMG’ door mr. dr. Wilbert Dijkers (NJB 2022, afl. 31) geef ik de volgende cijfers weer. Ik ontleen deze cijfers aan de managementrapportage van het Instituut voor Mijnbouwschade Groningen (IMG) die ik wekelijks krijg toegemaild. De laatste rapportage waarover ik beschik gaat over week 43 (de week van 24 tot 30 oktober).

[verder lezen in NAVIGATOR]

Geen onderbouwing, geen nieuwsgierigheid, geen ambitie
Bert Marseille
Wat een teleurstellende analyse van Wilbert Dijkers in ‘Dwarsliggen in schaapskleren’, NJB 2022/2175. Let wel: ik ben niet voor of tegen NAM, IMG, TwG, EZK, de bestuursrechter of de civiele rechter, en al helemaal niet tegen Wilbert Dijkers. Ik gun vooral Groningers met mijnbouwschade een snelle en rechtvaardige procedure. De in de Tijdelijke wet Groningen (TwG) geregelde procedure en de uitvoering daarvan door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) kunnen vast beter. Maar met het NJB-artikel van Dijkers is niemand geholpen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

30 november 2022
Tijdschrift NJB 10 (2022)
Processuele beslissingen van de bestuursrechter: biased ten gunste van de overheid?
Bert Marseille en Marc Wever
De bestuursrechter kan bij het behandelen van een beroepszaak procedurele beslissingen nemen die ten gunste van de burger of juist ten gunste van het bestuursorgaan kunnen uitpakken. Er is reden om te veronderstellen dat hij vaker beslissingen neemt ten gunste van het bestuursorgaan dan van de burger. Maar klopt die veronderstelling? En mocht die veronderstelling kloppen: is er dan sprake van een bias ten opzichte van het bestuursorgaan, inhoudende dat de rechter ongerechtvaardigd het bestuursorgaan meer processuele mogelijkheden biedt dan de burger?

[verder lezen in NAVIGATOR]

Herindelen en vertrouwen – een casus
Jan R. Lunsing
Een nauwkeurige reconstructie van de herindeling van de gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer tot de nieuwe gemeente Groningen toont een inkijk in de Nederlandse politieke cultuur die complotdenken in de hand werkt. Dat is niet de opzet van de bestuurders. Zij doen hun werk naar eer en geweten, maar zetten daarbij middelen in die niet stroken met wat veel Nederlanders een rechtvaardige procedure vinden. De oorzaak is terug te voeren naar door burgers ervaren gebrekkige rechtszekerheid. Aan de hand van deze casus wordt onderzocht of dit terecht is.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Van verplichte geestelijke gezondheidszorg naar verplichte anticonceptie?
Cathrijn van der Vleuten en Hannah van Kolfschooten
Met de inwerkingtreding van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is de jarenlange ethisch-juridische discussie omtrent preventie van onverantwoord ouderschap nieuw leven ingeblazen. Inmiddels is er een heel aantal uiteenlopende rechterlijke uitspraken gewezen over de (on)mogelijkheid om verplichte anticonceptie op te leggen op grond van de Wvggz. Deze bijdrage bespreekt de betekenis van die rechterlijke uitspraken. Op basis van deze jurisprudentieanalyse wordt de wenselijkheid van verplichte anticonceptie binnen de verplichte geestelijke gezondheidszorg beoordeeld.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Waarom werd Wilders veroordeeld?
Klaas Rozemond
De Rechtbank Den Haag en het Hof Den Haag veroordeelden Geert Wilders voor zijn ‘minder, minder, minder…’ toespraak op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van Wilders met zijn standaardoverweging dat een politicus in het publieke debat de verantwoordelijkheid draagt om te voorkomen dat hij uitlatingen verspreidt die strijdig zijn met de wet en de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat. Daarbij gaat het volgens de Hoge Raad niet uitsluitend om uitlatingen die aanzetten tot haat, geweld of discriminatie, maar ook om uitlatingen die ‘direct of indirect aanzetten tot onverdraagzaamheid’. Die laatste toevoeging is problematisch, omdat aanzetten tot onverdraagzaamheid niet strafbaar is op grond van het Nederlandse strafrecht. Bovendien sprak het Hof Den Haag Wilders vrij van het aanzetten tot haat en discriminatie vanwege het ontbreken van het vereiste opzet bij Wilders. Dat roept de vraag op of zijn veroordeling wel terecht was.

[verder lezen in NAVIGATOR]

16 maart 2022
Tijdschrift NJB 44 (2021)
‘Woorden doen er in een rechtsstaat toe!’
Maurice Adams en Corien Prins
Ernst Hirsch Ballin gaat met emeritaat. Behalve vele decennia actief als academicus, was Hirsch Ballin de langstzittende minister van Justitie sinds de Grondwetswijziging van 1848. Alle reden om met hem in gesprek te gaan en stil te staan bij een aantal leidende thema’s in zijn denken over niet alleen het recht en de rechtsstaat in den brede, maar ook de toekomst van het constitutionele recht, het juridisch onderwijs en de methodologie van rechtswetenschap. Maar ook een gesprek om ‘de mens’ achter ‘de baan’ scherper te krijgen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Meer én verantwoord publiceren van gerechtelijke uitspraken
Henk Naves, Saskia Sicking en Leo van der Wees
De Rechtspraak wil overgaan naar een beleid waarbij publicatie van een uitspraak op rechtspraak.nl het uitgangspunt wordt waarvan alleen omwille van zwaarwegende redenen wordt afgeweken (publiceren, tenzij). Om deze ambitie te verwezenlijken heeft de Rechtspraak het programma ‘Meer én verantwoord publiceren’ ingericht. De komende 10 jaar gaan in het kader van dit programma belangrijke stappen gezet worden. Deze ambitie brengt echter wel een aantal uitdagingen met zich mee.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Kanttekeningen bij het ‘Alles, tenzij...’-voornemen voor het publiceren van rechterlijke uitspraken
Marnix Weusten en Menno Weij
Bij het voornemen van de Raad voor de rechtspraak om veel meer uitspraken openbaar te maken dan nu het geval is zijn nogal wat kanttekeningen te plaatsen. Een juridische grondslag is er niet en wat de toegevoegde waarde voor de professionele juridische dienstverlener is en voor de individuele burger is nog maar de vraag. De Raad zou er in ieder geval voor moeten zorgen dat er een level playing field ontstaat. Iedereen moet evenveel kunnen profiteren van die enorme hoeveelheid informatie. Dat kan alleen als er uitgebreid wordt gemetadateerd en er een krachtige zoekmachine komt die voor iedereen toegankelijk is. Verder ligt het gevaar op de loer dat de rechtsontwikkeling wordt beperkt als het inschatten van de uitkomst van een procedure makkelijker wordt. Want niet alleen juridische dienstverleners kunnen de toekomstige database inzetten maar rechters zullen dat ook gaan doen. Tot slot ligt er nog wat huiswerk om de huidige anonimiseringsrichtlijnen in overeenstemming te brengen met de AVG.

[verder lezen in NAVIGATOR]

‘Alle uitspraken publiceren’ als tussenstap
Bert Marseille en Marc Wever
Voor individuele burgers is het belangrijk dat de Rechtspraak al haar uitspraken publiceert. Voor onderzoekers moeten in elk geval alle uitspraken gemakkelijk beschikbaar zijn. Omdat dat niet het geval is gebleken, is het mooi dat de Rechtspraak van plan is een openbaarmakingsslag te maken. Wat nog belangrijker is, is zicht op het verloop en uitkomst van alle procedures, ook als de procedure niet eindigt met een uitspraak. Ook voor die procedures zou de Rechtspraak de meest belangrijke kenmerken moeten registreren en openbaar maken.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Woo en Wpru: een twee-eiige tweeling?
Marc van Opijnen
Op de weg naar een transparantere overheid passeerden we het afgelopen jaar twee historische mijlpalen: de Eerste Kamer nam de Wet open overheid (Woo) aan en de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak beloofde dat binnen enkele jaren 75% van de uitspraken op internet zal staan. Een dergelijke grootschalige uitsprakenpublicatie kan niet zonder gedegen wettelijk kader. Deze toekomstige ‘Wet publicatie rechtelijke uitspraken’ (Wpru) heeft vele raakvlakken met de Woo: ze hebben dezelfde voorouders en delen enkele juridische vraagstukken en uitvoeringsproblemen. Uit de kinderopvangtoeslagaffaire kunnen we bovendien leren dat bestuurlijke informatie en rechterlijke uitspraken door burgers in samenhang moeten kunnen worden beschouwd.

[verder lezen in NAVIGATOR]

15 december 2021
Tijdschrift NJB 31 (2021)
Ongemotiveerde uitspraken in het hoger beroep in vreemdelingenzaken en de grenzen van behoorlijke rechtspleging
Bert Marseille, Marc Wever en Viola Bex-Reimert
Door bijna altijd gebruik te maken van de bevoegdheid neergelegd in artikel 91 lid 2 VW 2000 om bij een ongegrond hoger beroep af te zien van het motiveren van haar uitspraak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak haar taak als hogerberoepsrechter in vreemdelingenzaken uiterst beperkt ingevuld. De verandering die is ingezet met de Pilot 91-2, die inhoudt dat steeds als toepassing wordt gegeven aan dat artikel wordt gekeken of door middel van een korte standaardmotivering partijen iets meer duidelijkheid kan worden geboden over de reden dat het hoger beroep ongegrond is, verdient het met kracht te worden uitgebouwd. Aldus de auteurs, die de pilot op verzoek van de Afdeling onderzochten. Uitgangspunt zou moeten zijn dat ongegronde hoger beroepen van een motivering worden voorzien. Zo kan recht worden gedaan aan het belang van de individuele rechtsbedeling in de vreemdelingenzaken waarin de Afdeling als hoogste rechter oordeelt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Toepasselijkheid van het oorlogsrecht in de Nederlands-Indonesische oorlog
Stan Meuwese, Jurjen Pen en Theo de Roos
De Nederlandse regering heeft het gewapend conflict tussen Nederland en de Republik Indonesia nooit een oorlog genoemd en nooit het geschreven oorlogsrecht formeel van toepassing geacht. Daarmee gingen de regering en de militaire autoriteiten eraan voorbij, dat er – gelet op de strafrechtelijke context (artikel 38 Wetboek Militair Strafrecht) – doorslaggevende gronden waren om aan te nemen dat het oorlogsrecht op het Nederlandse militair optreden formeel en materieel wel degelijk van toepassing was. Voor een beoordeling van de handelwijze van de Nederlandse strijdkrachten tijdens dit conflict is in ieder geval een ondubbelzinnig antwoord van belang op de vraag of dat werd genormeerd door het oorlogsrecht.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Hoor en wederhoor, maar niet vragen naar de bekende weg
Han Jongeneel en Carole Keja
Twee kantonrechters stelden prejudiciële vragen over informatieverplichtingen voortvloeiend uit het Europees consumentenrecht. Inmiddels zijn in beide zaken grotendeels gelijkluidende conclusies genomen. De A-G is van mening dat het niet-behoorlijk nakomen van wettelijke informatieverplichtingen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst kan leiden. Voor de rechtspraktijk is dan wel van groot belang hoe dat ook praktisch in zijn werk moet gaan.

[verder lezen in NAVIGATOR]

De BV-m: zwevend tussen nut en noodzaak
Esmée Driessen en Tine De Moor
Een voorstel met de uitgangspunten van een maatschappelijke BV, de BV-m, is in maart van dit jaar in consultatie gegaan. De doelstellingen van de BV-m zijn lovenswaardig, maar de uitwerking ervan is in het huidige voorstel zowel te beperkend, want alleen van toepassing op de BV, als te ruim met betrekking tot de transparantie- en participatieverplichtingen. Wil het voorstel echt werk maken van het stimuleren en faciliteren van sociaal ondernemerschap, dan is er nog werk aan de winkel. De minister zou er dan ook goed aan doen om het voorstel nog eens kritisch tegen het licht te houden en daarbij inspiratie op te doen bij al bestaande labels als de Code Sociaal Ondernemen en B-corp, maar ook bij de sociale ondernemingen die niet de BV, maar andere rechtsvormen gekozen hebben om hun maatschappelijke doelstellingen vorm te geven.

[verder lezen in NAVIGATOR]

15 september 2021
Tijdschrift NJB 17 (2021)
De kracht (en het gevaar) van cognitive illusions in het civielrechtelijk debat
Bas van Zelst
De kern van het probleem dat in deze bijdrage centraal staat, is dat mensen irrationele beslissingen nemen. Die beslissingen zijn vaak voorspelbaar en daarmee beïnvloedbaar. Dat geldt ook voor beslissingen van rechters. Dit kan worden verklaard door de werking van heuristics en biases. Het is niet moeilijk te bedenken hoe dit soort cognitieve illusies door advocaten kunnen worden gebruikt. Het gunstig presenteren van een zaak aan een geschiloplosser is een kernelement in het werk van de advocaat. Maar de fundamentele beginselen van civiel procesrecht zijn geen tandeloze tijger. Zij bieden een essentiële tegenkracht aan de gestelde neiging van advocaten voor niets anders oog te hebben dan het belang van de cliënt en leggen de advocaat een verplichting op actief bij te dragen aan een behoorlijke procedure en, daarmee, aan het voorkomen van negatieve gevolgen van cognitieve illusies op de kwaliteit van rechterlijk oordelen. Toegegeven: het systeem is mogelijk niet waterdicht.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Tussen recht en praktijk
Marc Bakkum en Annemarie Drahmann
Het onrechtmatig verwijderen van overheidsinformatie wordt op dit moment niet of nauwelijks gesanctioneerd. Hierdoor is er geen juridische ‘stok achter de deur’ om bestuursorganen te bewegen om hun informatiehuishouding op orde te krijgen. In dit artikel wordt ervoor gepleit om het toezicht op en handhaving van de informatiehuishouding te versterken. De Wet open overheid geeft namelijk ook nog te weinig hoop dat in de toekomst overheidsinformatie niet ten onrechte zal worden verwijderd.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Financiële geschillen en procedurele rechtvaardigheid
Marc Hertogh, Bert Marseille en Marc Wever
Kifid heeft in 2016 een ‘nieuwe visie op klachtbehandeling’ ingevoerd. Centraal in deze nieuwe visie staat de notie van ‘procedurele rechtvaardigheid’. Op het eerste gezicht lijkt uit evaluatieonderzoek te volgen dat deze nieuwe visie zijn vruchten afwerpt. Positieve oordelen over Kifid ‘in het algemeen’ verhullen echter grote verschillen in de waardering van verschillende Kifid-procedures. Het onderzoek dat in dit artikel wordt beschreven laat zien dat dit verschil in waardering sterk samenhangt met de ervaren procedurele rechtvaardigheid in beide procedures. Het effect van de nieuwe visie lijkt zich te beperken tot de voorfase van de procedure waarin een substantieel aantal zaken met succes wordt bemiddeld, maar zij heeft in de ogen van consumenten nog niet geleid tot een verbetering van de ‘oude’ Kifid-procedure die uitmondt in een uitspraak. Welke lessen kunnen hieruit worden getrokken?

[verder lezen in NAVIGATOR]

Het betwistbare rapport van de Commissie Dossier J.A. Poch
Harmen van der Wilt en Klaas Rozemond
In het NJB van 17 maart 2021 reageert Ward Ferdinandusse op onze opvattingen over het rapport van de Commissie Dossier J.A. Poch. Ferdinandusse was de zaaksofficier in het Nederlandse onderzoek naar Poch. Ook de leden van de commissie, Ad Machielse en Egbert Myjer, hebben op onze opvattingen gereageerd. De piloot Julio Poch werd ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de doodsvluchten tijdens de militaire dictatuur in Argentinië in de periode van 1976 tot 1983. Poch werd op 22 september 2009 in Spanje aangehouden en via Spanje uitgeleverd aan Argentinië, dankzij de gegevens van zijn laatste vlucht als piloot van Transavia die door Nederland waren verstrekt. Wij willen in deze repliek enkele juridische knelpunten in deze zaak onder de aandacht brengen die tot nu toe niet of onvoldoende aan de orde zijn gekomen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Naschriften
Ward Ferdinandusse, Ad Machielse en Egbert Myjer
Van der Wilt & Rozemond stellen dat het nog steeds niet duidelijk is waarom Poch in 2009 niet werd aangehouden ter uitlevering en vragen zich af of dat wellicht te maken had met zijn Nederlandse nationaliteit. Dat verbaast mij. Dat Poch inderdaad niet uitgeleverd werd vanwege zijn Nederlandse nationaliteit valt niet alleen te lezen in het rapport van de Commissie Poch, maar is door de overheid al toegelicht in een kort geding in 20092 en nog verschillende malen sindsdien.

[verder lezen in NAVIGATOR]

In een hiervoor opgenomen bijdrage stellen Van der Wilt en Rozemond juridische vragen die in de zaak Poch niet of onvoldoende aan de orde zouden zijn gekomen. Het rapport en onze bijdrage in NJB 13 bevatten al veel antwoorden. Uit de in het rapport opgenomen onderzoeksopdracht kan bijvoorbeeld blijken waarom Poch en zijn raadsman niet zijn gehoord. Het stond hun overigens vrij zelf de commissie met relevante informatie te benaderen. Dat hebben zij niet gedaan.

[verder lezen in NAVIGATOR]

30 april 2021