Een 25-jarige man is op 11 maart door de Rechtbank Rotterdam vrijgesproken van strafbare deelname aan een terroristische organisatie. De Syriër en zijn familie werden in hun stad getroffen door terreurbombardementen van het regime. Ter verdediging liep hij gewapend wacht in zijn stad. Daarmee maakte hij deel uit van de terroristische organisatie Ahrar al-Sham, die in die stad de scepter zwaaide. Dat betekent niet automatisch dat hij ook een bijdrage leverde aan het terrorisme van Ahrar al-Sham.

De verdachte wordt ten laste gelegd dat hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 in Syrië heeft deelgenomen aan de terroristische organisatie Ahrar al-Sham. Door het Hof Den Haag is Ahrar al-Sham in de periode van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2015 aangemerkt als terroristische organisatie. De verdachte heeft verklaard dat hij heeft wachtgelopen in zijn woonplaats. Zijn stad werd door het regime gebombardeerd met bomvaten. Naar eigen zeggen heeft de verdachte geen enkel schot gelost in de strijd. In het dossier is daar ook geen bewijs voor te vinden en ook is niet af te leiden dat de verdachte de ideologie van Ahrar al-Sham steunt en uitdraagt.

Terroristisch oogmerk
De rechtbank acht bewezen dat het wachtlopen was wat de man deed en dat de groep waartoe hij behoorde werd georganiseerd en met wapens gefaciliteerd door Ahrar al-Sham. Hoewel Ahrar al-Sham is aan te merken als een terroristische organisatie, betekent dat nog niet dat elke deelname aan Ahrar al-Sham ook een strafbare deelneming is. Deelname aan een terroristische organisatie wordt strafbaar als de gedraging ondersteunt aan en rechtstreeks verband houdt met de verwezenlijking van het terroristische oogmerk.

Eigen huis en haard
Als het gaat om buitenlandse strijders die zich bij zo’n organisatie aansluiten is bewijs van deelname aan de organisatie op zich al voldoende voor bewijs van een rechtstreekse bijdrage aan de verwezenlijking van het terroristische oogmerk. Zij sluiten zich aan bij de ideologie van die organisatie. Voor Syrische strijders daarentegen die wonen in het gebied dat onder controle staat van zo’n organisatie kan dat anders zijn. En dat is naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak het geval. De burgerwacht waaraan de verdachte heeft deelgenomen beschermde de stad tegen terreur van het regime. Door de eigen stad te beschermen tegen terreur, levert de burgerwacht naar het oordeel van de rechtbank geen rechtstreekse bijdrage aan de verwezenlijking van een terroristische oogmerk. Het beschermen van eigen huis en haard tegen terreur kan en mag geen terrorisme heten, ook niet als dit wordt georganiseerd en gefaciliteerd door een terroristische organisatie.

Laatste nieuws