Het kabinet Rutte III zet in op een weerbare rechtsstaat. Daartoe is het belangrijk om mee te gaan met ontwikkelingen in de samenleving en de technologie. Hiervoor is het noodzakelijk dat wetgeving, beleid en de uitvoering hiervan worden gemoderniseerd. Ook zijn investeringen in de justitiële keten vereist. Er komen middelen voor meer menskracht en meer kwaliteit.

In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst' worden daartoe de volgende maatregelen aangekondigd. Paragraaf 1.1 van dat akkoord ‘Justitie en veiligheid’ opent met de maatregelen op het gebied van veiligheid. Hieronder worden eerst de maatregelen op het gebied van rechtspraak en wetgeving op een rijtje gezet.

Rechtspraak

• Bestaande juridische procedures zijn complex en voldoen niet altijd voor het oplossen van alledaagse problemen van burgers. Maatschappelijk effectieve rechtspraak vereist innovatieve wetgeving die ruimte biedt aan de rechter om te experimenteren met eenvoudige procedures die partijen bij elkaar brengen en conflicten niet op de spits drijven. Hiervoor komt wetgeving die experimenten mogelijk maakt. Er komen ook experimenten met buurtrechters die regelmatig in de buurt zitting hebben, een klein bedrag aan griffiekosten vergen, zich richten op juridisch eenvoudige zaken en bestaan uit (kanton)rechters die ook in de gewone rechtspraak werkzaam zijn of waren. De buurtrechters richten zich waar mogelijk op finale geschillenbeslechting. Daarnaast wordt de mogelijkheid onderzocht om buitenrechtelijke geschillenbeslechting zoals mediation uit te breiden. Met name in het civiele en bestuursrechtelijke domein kan mediation een goed alternatief zijn voor de gang naar de rechter. Vanzelfsprekend dient de toegang tot de rechter hierbij niet te worden beperkt. Als onderdeel van deze innovatieagenda wordt ook bezien of herstelrecht een prominentere rol kan krijgen. Bij alle innovaties is oog voor de consequenties voor de keten, waaronder de werkdruk.
• Het stelsel van rechtsbijstand wordt herzien langs de lijnen van het rapport Commissie Herijking Rechtsbijstand en het tussenrapport van de commissie Evaluatie puntentoekenning rechtsbijstand binnen de bestaande budgettaire kaders. Er worden geen rechtsgebieden uitgezonderd waarvoor rechtsbijstand kan worden aangevraagd. Conform het advies van het eerstgenoemde rapport worden de Raad voor de Rechtsbijstand en het Juridisch Loket juridisch samengevoegd. Door deze intensieve samenwerking kan de eerstelijnshulp beter worden gestroomlijnd en kunnen meer eenvoudige zaken door het Juridisch Loket worden afgedaan. De griffierechten worden, behoudens indexatie, niet verhoogd.
• Bestaande rechtbanken en gerechtshoven zullen in beginsel niet worden gesloten.

Berechting, straffen en maatregelen

• De vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief voor aanzetten tot haat en radicalisering. Het beledigen van mensen of groepen om wie of wat zij zijn (art 137c Sr) blijft daarom strafbaar. Om de ernst van het delict te benadrukken wordt de strafmaat voor haatzaaien (art 137d Sr) verdubbeld van 1 naar 2 jaar.
• De verbodsbepalingen voor radicale organisaties die tot doel hebben om onze democratische rechtsstaat omver te werpen of af te schaffen, worden uitgebreid door aanpassing van artikel 2:20 BW. Bij de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen zullen resocialisatie en reclassering steviger worden gepositioneerd. Er zal niet alleen worden geïnvesteerd in professionals, maar er komt ook meer aandacht en ruimte voor vrijwilligerswerk.
• De inzet is de aangiftebereidheid te vergroten, het ophelderingspercentage te verhogen en de doorlooptijden in te korten. Er komt een duidelijke visie op de toekomst van het gevangeniswezen, met een solide personeelsbeleid. Aan de gevangeniscapaciteit wordt zo min mogelijk getornd. Mocht sluiting onverhoopt nodig zijn, dan zullen de gevangenissen gelegen buiten de Randstad zoveel mogelijk worden ontzien.
• Het stelsel van voorwaardelijke invrijheidsstelling wordt gewijzigd. Veroordeelden zullen niet meer automatisch in aanmerking komen om voorwaardelijk in vrijheid te worden gesteld. Daarnaast zal de periode waarin een veroordeelde via een voorwaardelijke invrijheidsstelling kan werken aan zijn resocialisatie worden gehandhaafd op een derde van de opgelegde straf, met een maximum van twee jaar. Detentiefasering blijft bestaan.
• Indien zou blijken dat voor de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf aanvullende wetgeving noodzakelijk is, zal die tot stand worden gebracht. Het waarborgen van de belangen van nabestaanden en slachtoffers is daarbij cruciaal.
• Er wordt ingezet op een verplichting voor verdachten van zware gewelds- en zedenmisdrijven die in voorlopige hechtenis zitten, ter zitting te laten verschijnen. De wens van het slachtoffer hieromtrent zal evenwel altijd centraal dienen te staan.
• Mede afhankelijk van de uitkomsten van de Beleidsdoorlichting Justitiële Jeugdsancties, zal worden bezien welke mogelijkheden er zijn om de doelmatigheid en doeltreffendheid van jeugdsancties te verhogen. Herstelrecht krijgt in het jeugdrecht een meer prominente rol.
• De positie van het slachtoffer blijft een speerpunt, in het bijzonder bij de herijking van het Wetboek van Strafvordering. Daarnaast wordt ingezet op het wegnemen van knelpunten in de praktijk.
• Het verspreiden van wraakporno grijpt diep in de persoonlijke levenssfeer in en wordt als een zelfstandig delict strafbaar gesteld.
• Het wetsvoorstel Aanpassing bewaarplicht telecommunicatiegegevens wordt heroverwogen. Hierbij verkent het kabinet in hoeverre het Europese recht ruimte biedt voor een afgewogen bewaarplicht voor bepaalde telecommunicatiegegevens, in het bijzonder voor gegevens die strekken tot identificatie van de gebruiker van een communicatiedienst. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar waarborgen voor de persoonlijke levenssfeer van burgers, beperkte toegang, aangescherpt toezicht, noodzakelijkheid van bewaartermijnen, adequate bescherming en beveiliging van de gegevens en een rapportage- en evaluatieplicht. Alle nieuwe wetgeving waarin gegevensbewaring wordt geregeld ten behoeve van de opsporing van ernstige strafbare feiten zal worden voorzien van passende waarborgen. Ook zal die wetgeving na vijf jaar worden geëvalueerd.
• In de paragraaf Veiligheid, in dit bericht verderop beschreven, komen ook nog een aantal wetgevende voorstellen aan de orde, o.a. het strafbaarstellen van pooiers zonder vergunning en outlaw motorcycle gangs en het totstandbrengen van een Ondermijningswet.

Personen- en familierecht

• Problematische echtscheidingen kunnen veel schade aanrichten bij ex-echtelieden en eventuele kinderen. Landelijk beleid ten aanzien van het voorkomen van ‘vechtscheidingen’ zal gericht zijn op het wegnemen van knelpunten die zich voordoen bij het voorkomen van deze schade. Het belang van het kind dient te allen tijde voorop te staan, wat maakt dat het contact van het kind met de ouders en grootouders wordt bevorderd.
• Sinds dit jaar is de beperkte gemeenschap van goederen het nieuwe wettelijke uitgangspunt voor personen die in het huwelijk treden. Bezien wordt op welke manier de noodzaak tot het maken van notariskosten kan worden weggenomen voor paren die in algehele gemeenschap van goederen wensen te trouwen.
• De staatscommissie herijking ouderschap heeft aanbevelingen gedaan op het terrein van juridisch meerouderschap, gezag en draagmoederschap. De onderzoeken zoals aanbevolen door de staatscommissie zullen worden uitgevoerd. Het gaat hierbij onder meer om de fiscale consequenties, nationaliteitsrecht, vreemdelingenrecht, erfrecht, onderhoudsverplichtingen en naamrecht. Het is vervolgens aan kabinet en Kamer om te bezien op welke wijze daaraan een vervolg moet worden gegeven. Bij wetgeving die hieruit volgt is het belang van het kind leidend.
• Er wordt nader onderzoek verricht naar een verdere herijking van het familierecht. Daarbij gaat het onder meer om adoptie, echtscheiding, alimentatie en de positie van grootouders. Ook hierbij is het belang van het kind leidend.
• Het kabinet bereidt in samenhang voorstellen voor ter modernisering van het nationaliteitsrecht. Het betreft een verruiming van de mogelijkheid van het bezit van meerdere nationaliteiten voor aankomende eerste generatie emigranten en immigranten. Gelijktijdig komt er voor volgende generaties een verplicht keuzemoment dat daadwerkelijk leidt tot het behoud van niet meer dan één nationaliteit.

Veiligheid

• De nationale politie krijgt structureel 267 miljoen euro extra voor onder andere meer agenten in de wijk en rechercheurs. Ook andere onderdelen van de strafrechtketen worden versterkt met extra middelen. Voor uitbreiding van de capaciteit zijn extra middelen beschikbaar. De diversiteit binnen de politie wordt vergroot.
• De behandeling van het wetsvoorstel Geweldsaanwending opsporingsambtenaar zal worden voortgezet. Zaken waarin politiemensen zich moeten verantwoorden voor het aanwenden van geweld, worden snel behandeld door één daartoe aangewezen bestaande rechtbank.
• In het Team Internationale Misdrijven wordt extra geïnvesteerd.
• Er wordt structureel 95 miljoen euro gereserveerd voor cybersecurity. • Er wordt een ambitieuze cybersecurity-agenda opgesteld.
• Voor de uitvoering van de Wet Computercriminaliteit III komt 10 miljoen euro extra beschikbaar. Daarbij wordt slechts in een specifieke zaak hacksoftware ingekocht door opsporingsdiensten. Statistieken over het gebruik van hacksoftware worden jaarlijks openbaar gemaakt. Bij de evaluatie van de wet na twee jaar wordt bezien in hoeverre deze regeling de effectiviteit van de wet ernstig aantast. In dat geval wordt alsnog de aanschaf van hacksoftware voor algemeen gebruik overwogen.
• De rapportages omtrent het dreigingsbeeld terrorisme tonen dat ook in de komende periode op alle borden tegelijk zal moeten worden geschaakt. Voor preventie en de-radicalisering betekent dit dat moet worden bezien welke aanpak het meest effectief is en hoe ‘best practices’ kunnen worden gedeeld en uitgevoerd. Alles wordt in het werk gesteld om te voorkomen dat ‘haatpredikers’ een podium krijgen. Daarnaast blijven repressieve maatregelen noodzakelijk. Voor contraterrorisme is 13 miljoen euro extra per jaar beschikbaar.
• Van (potentiële) terugkeerders gaat een bijzondere dreiging uit. Omdat de bewijsvoering in dezen bijzonder moeilijk is, zal worden bezien of en hoe de samenwerking met onafhankelijke internationale organisaties (die zich bezighouden met het verzamelen van bewijzen) kan worden bevorderd. Zorgvuldige bewijsvergaring kost tijd, gedurende welke het risicovol geacht wordt dat terugkeerders zich vrijelijk kunnen bewegen in onze samenleving. Daarom wordt wetgeving tot stand gebracht op basis waarvan terugkeerders gedurende langere tijd in voorlopige hechtenis gehouden kunnen worden, waarbij de rechter kritisch kan blijven toetsen of daartoe (nog) aanleiding bestaat. Deze wetgeving omvat verder de strafbaarstelling van opzettelijk verblijf zonder toestemming in een onder controle van een terroristische organisatie staand gebied en verruiming van de mogelijkheid van DNA-onderzoek bij een verdenking van een terroristisch misdrijf.
• In de EU zet Nederland in op een veel strengere aanpak van jihadisme.
• Geldstromen vanuit onvrije landen, waarbij misbruik wordt gemaakt van onze vrijheden, zullen zoveel mogelijk worden beperkt.
• Er is een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Informatie-uitwisseling beperkt zich tot partnerdiensten, tenzij de minister toestemming geeft voor uitwisseling met niet-partnerdiensten. Van het willekeurig en massaal verzamelen van gegevens van burgers in Nederland of het buitenland (‘sleepnet’) kan, mag en zal geen sprake zijn. Daarom zal het kabinet bij de uitvoering strikt de hand houden aan de extra waarborgen in deze wet. De evaluatie, waarbij aan dit punt bijzonder belang zal worden toegekend, wordt vervroegd uitgevoerd door een onafhankelijke commissie en zal in ieder geval niet later beginnen dan twee jaar na inwerkingtreding. Indien de evaluatie hiertoe aanleiding geeft, zal het kabinet voorstellen additionele waarborgen in de wet op te nemen en het toezicht hierop te versterken.
• Er komt een speciale ‘Ondermijningswet’ om de geconstateerde juridische knelpunten in de huidige aanpak van georganiseerde criminaliteit en ondermijnende criminaliteit op te lossen. Ook wordt een ondermijningsfonds opgezet waarin eenmalig 100 miljoen euro wordt gezet ten behoeve de intensivering van de aanpak.
• Er komt een verbod op Outlaw Motorcycle Gangs (criminele motorbendes).
• Het kabinet versterkt de aanpak van recidive met preventieve en repressieve middelen. Het extra geld loopt op tot 20 miljoen euro per jaar.
• De strijd tegen mensenhandel wordt versterkt. Er wordt geïnvesteerd in internationaal opsporingsonderzoek. In bronlanden van mensenhandel wordt een vaste politieliaison gestationeerd. Door structureel geld beschikbaar te stellen voor een landelijk dekkend netwerk van uitstapprogramma’s worden mensen die de prostitutie willen verlaten, geholpen. De behandeling van het initiatiefwetsvoorstel Strafbaarstelling misbruik prostituees die slachtoffer zijn van mensenhandel wordt voortgezet.
• Mensenhandelaren mogen niet profiteren van ongelijke toezichts- en handhavingsmogelijkheden tussen gemeenten. Het wetsvoorstel Regulering prostitutie wordt aangepast, zodat uniformiteit ten opzichte van alle sectoren in de prostitutiebranche is verzekerd. Ook escort en zelfstandig werkende prostituees worden vergunningplichtig. Er komt een pooierverbod, in aanvulling op de mogelijkheden die artikel 273f Sr biedt voor de strafrechtelijke aanpak van mensenhandel in de prostitutie. Wie betrokken is bij onvergunde bedrijfsmatige seksuele dienstverlening en daar financieel voordeel uithaalt, wordt strafbaar.
• Bij de verlening van vergunningen voor kansspelen op internet zal als vergunningsvoorwaarde worden opgenomen dat de aanbieder op enigerlei wijze ook in Nederland is gevestigd.
• De financiële ruimte voor het ministerie van VenJ dient niet afhankelijk te zijn van de opbrengst van boetes en schikkingen. Daarom zal de begroting van VenJ losgekoppeld worden van de opbrengst van boetes en beschikkingen. Die zullen worden gezien als bijdragen aan de algemene middelen.
• Er komt wet- en regelgeving ten behoeve van uniforme experimenten met het gedoogd telen van wiet voor recreatief gebruik. Het kabinet komt daartoe zo mogelijk binnen zes maanden met wetgeving.

 

Laatste nieuws