Nederlands Juristenblad 42
5 december 2018
2018/12
Staatsondernemingen en mensenrechten
In de wereldeconomie spelen staatsondernemingen een significante rol in sectoren als energie, nutsbedrijven, infrastructuur, transport, telecom en banken. In dit artikel wordt mede aan de hand van een bespreking van de VN-richtlijnen voor ondernemingen en mensenrechten onderzocht of op staatsondernemingen bijzondere mensenrechtenverantwoordelijkheden rusten in vergelijking met private ondernemingen. Geconcludeerd wordt dat staatsondernemingen een bijzondere positie innemen, die wordt gekleurd door de verplichting van de staat om mensenrechten te beschermen en het beleid van de staat om mensenrechten te vervullen. De staat zou om deze reden zijn zeggenschap moeten aanwenden voor het stimuleren van een proactieve mensenrechtenattitude van staatsondernemingen. Echter, ook private ondernemingen kunnen kiezen voor een proactief mensenrechtenbeleid. De VN-richtlijnen bieden hiervoor namelijk alle mogelijkheden.


Lees het hele artikel in Navigator.

Nieuw medisch tuchtrecht
Verbeteringen en gemiste kansen
Met de herziening van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wil de wetgever de slagkracht van de tuchtrechter vergroten door uitbreiding van het sanctie-arsenaal met onder meer de bepaling dat het tuchtrecht ook van toepassing blijft in de periode dat een hulpverlener is geschorst in de uitoefening van zijn beroep en met de verruiming van de toetsingsnorm. De meest ingrijpende maatregel die genoemd kan worden, is de nieuwe maatregel ‘LOB’: de last tot onthouding van de beroepsactiviteiten. De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd kan hiermee een zorgverlener vanwege ernstig gedrag direct op non-actief stellen in afwachting van een oordeel van de tuchtrechter. Ondanks de stappen vooruit zijn er echter ook kansen voor een compacter en effectiever tuchtrecht blijven liggen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Zorgfraude & het medisch beroepsgeheim
Onlangs ontstond ophef over de plannen van minister De Jonge (VWS) met betrekking tot zorgfraude. Dat dit een te bestrijden kwaad is, betwist niemand, maar bij de gekozen middelen zijn beslist kanttekeningen te plaatsen. Bezien vanuit gezondheidsrechtelijk perspectief geeft vooral de inbreuk op het medisch beroepsgeheim te denken.


Lees het hele artikel in Navigator.

Eerder verschenen
NJB 41 (2018)
29 november 2018
NJB 40 (2018)
21 november 2018
NJB 39 (2018)
14 november 2018
NJB 38 (2018)
7 november 2018
NJB 37 (2018)
31 oktober 2018