Lessen van 2023

Hoe kijkt u terug op het afgelopen jaar? Is dit het jaar waarin Hamas barbaarse aanslagen pleegde, of het jaar waarin Israël een humanitaire catastrofe in Gaza teweeg bracht? Het jaar waarin de PVV een verbijsterende verkiezingswinst behaalde, of het jaar waarin u op iets nieuws hebt gestemd? Is dit het jaar waarin u zoveel tobde over kwesties waar u toch niets aan kunt doen dat u er een burn-out van kreeg, of het jaar waarin u na de pandemie weer het gevoel hebt dat u grip op uw eigen leven heeft?

Onder de lezers van het NJB bevinden zich zeer verschillende mensen. Met verschillende loyaliteiten, verschillende politieke kleur, verschillende persoonlijke ervaringen. Maar het zijn bijna allemaal juristen die een taal en gemeenschappelijke waarden delen. Dat lijkt een open deur, maar het doet ertoe.

Er zijn onder de lezers mensen die vrienden of familieleden in Israël hebben onder de meer dan 1.200 doden van 7 oktober. Er zijn er ook die in de twee maanden na de aanslagen vrienden of familieleden verloren door de bombardementen op Gaza waardoor meer dan 16.000 mensen zijn omgekomen. Misschien zijn ze allemaal onder de indruk van de Palestijns-Nederlandse jongen die zijn moeder heeft verloren en van de roep van de families van de Israëlische gegijzelden om hun dierbaren vrij te krijgen. Die jongen en die familieleden doen een moreel appel op ons. Maar moraal is in dit verband een moeilijke raadgever. Het is immers haast immoreel om de Palestijnse jongen te vragen zich de angst van de Israëli’s in te denken en evenzeer om de Israëlische familieleden op te roepen tot mededogen met de 1,9 mln displaced persons in Gaza. Je kunt niet van hen verlangen om gedistantieerd te kijken – dat zou voor hen voelen als verraad. Moraal heeft immers te maken met de mensen met wie je je verbonden voelt. Familie en nabestaanden hebben ‘dikke’ relaties (zoals je dikke vrienden kunt zijn) met mensen die hen nabij zijn, met wie ze herinneringen delen, die hun leven betekenis geven.

Het recht is afstandelijker. Natuurlijk heeft het een ethische dimensie, maar het gaat over waarden en regels die voor iedereen gelden, ook als geen sprake is van ‘dikke’ relaties. Het recht staat vooral in de sleutel van het al dan niet toelaatbaar zijn van inbreuken op ieders rechten en de rechtvaardige verdeling van kosten en kansen. Daaromheen is een systeem van begrippen en instituties gebouwd, waarmee en waarbinnen juristen hun geld verdienen. Slechts bij uitzondering zegt het recht nog iets over Vaderland, God en Oranje, en als dat gebeurt klinkt het doorgaans wat hol.

In het echte leven wegen morele noties die met die verouderde drieslag verwant zijn, echter vaak zwaar: loyaliteit aan een groep (mensen van uw werk, wijk of actiegroep), ontzag voor wat heilig is (wat je voelt bij het zien van een pas geborene of van het sublieme geweld van een natuurramp) en respect voor een gezaghebbend persoon (het moreel kompas van je moeder of je oude professor). Die noties zijn belangrijk binnen ‘dikke’ relaties en kleuren ook politieke standpunten. Soms klinken ze door in juridische discussies, bijvoorbeeld als het gaat over vreemdelingen- en milieuwetgeving of als het gaat om belediging en bedreiging van ambtsdragers. Juist op die terreinen doen zich ook grensconflicten voor tussen recht en politiek.

Dat neemt niet weg dat het afstandelijke recht dat vooral betrekking heeft op fundamentele vrijheden en verdelingskwesties een taal biedt om het gesprek te beginnen, ook als mensen elkaar vanwege die eerder genoemde morele noties ten diepste haten. Het recht – en zeker het volkenrecht als het om Gaza gaat – levert niet altijd een oplossing, maar kan de onderdrukten eraan herinneren dat er grenzen zijn aan wat toelaatbaar is om de eigen groep te bevrijden en het kan de machthebber eraan herinneren dat er grenzen zijn aan wat toelaatbaar is om het eigen gezag te handhaven. Het helpt de partijen het gesprek met elkaar aan te gaan bij onderhandelingen, omdat juridische eisen voorspelbaar maken waar de grenzen liggen van wat al dan niet aanvaardbaar zal zijn voor de ander. Juist buitenstaanders zijn in staat te spreken in de taal van het recht, omdat zij niet (of minder) de pijn meevoelen zoals gebeurt in ‘dikke’ relaties. Daarom spreekt Yuval Noah Harari zelfs van een plicht van die buitenstaanders om bij te dragen aan het scheppen van een ‘ruimte voor vrede’ met het oog op de onschuldige slachtoffers van het oorlogsgeweld.1

Terwijl ik zo mijn vertrouwen stel in de afstandelijkheid van het recht, is in het jaar 2023 toch meer dan tevoren duidelijk geworden dat het magere ethische perspectief van het recht voor veel mensen niet volstaat. In ons vredige land vinden mensen dat te weinig is geluisterd naar hun zorgen over vluchtelingen die niet tot hun groep behoren, over het gebrek aan daadkracht van gezagsdragers en over hun wens niet genegeerd te worden. Ze lijken dat belangrijker te vinden dan bescherming tegen inbreuken op hun vrijheden en een eerlijke verdeling van kosten en kansen. Zo is een riskant politiek moment ontstaan, waarbij juristen een bijzondere verantwoordelijkheid dragen. Ook een nieuwe parlementaire meerderheid die op gezag van een daadkrachtig leider beslissingen over voor de achterban belangrijke kwesties neemt – en het eerdere politieke onvermogen doorbreekt – kan immers regels maken die bij de toepassing in het concrete geval strijdig zijn met fundamentele rechten of onbillijk uitpakken. Juristen zullen in 2024 niet alleen vorm geven aan belangrijke politieke wensen, maar ook met de hun kenmerkende afstandelijkheid recht doen aan het algemeen belang van de rechtsstaat.

 

Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2023/2886, afl. 40

 

Voetnoot:

1 Yuval Noah Harari, ‘The World’s Job During the War on Hamas: Save the Space For Peace’, Time 16 oktober 2023.

 

Afbeelding: Pixabay

Over de auteur(s)
Author picture
Ybo Buruma
Raadsheer in de Hoge Raad