Europees contractenrecht voor passagiers

Dit proefschrift van Gina Hindriks gaat over de Europese rechten van passagiers bij reisverstoringen. De Europese wetgever heeft in totaal vijf regelingen in het leven geroepen die voorzien in passagiersbescherming bij reisverstoringen zoals een annulering of vertraging van het vervoer. Het gaat om de luchtvaartverordening, spoorwegverordening, scheepvaartverordening, busverordening en de richtlijn pakketreizen. Deze vijf regelingen hebben hetzelfde doel: het waarborgen van een hoog niveau aan passagiersbescherming. Dit proefschrift focust op de vraag in hoeverre er sprake is van een coherent Europees systeem van contractenrechtelijke remedies bij reisverstoringen en hoe de Europese remedies zich verhouden tot het gemene Europese contractenrecht. Omdat er geen gemeen Europees contractenrecht bestaat, is in dit onderzoek gebruikgemaakt van het DCFR als weerspiegeling van het gemene Europese contractenrecht. De passagiersrechten bij reisverstoringen die in dit onderzoek centraal staan zijn: vervangend vervoer, terugbetaling van de ticketprijs en financiƫle compensatie.

Uit de analyse van de verschillende remedies voor passagiers wordt de eindconclusie getrokken dat er geen sprake is van een coherent systeem van Europese contractenrechtelijke remedies. De verschillende regelingen zijn daarvoor zowel op remedieniveau als ten aanzien van de toepassingsvoorwaarden van de remedies te onsamenhangend, wat leidt tot verwarring, rechtsonzekerheid en verminderd vertrouwen bij passagiers. De rechtspositie van de passagier verschilt aanzienlijk afhankelijk van de vervoersmodaliteit die hij gebruikt en of er sprake is van een pakketreisovereenkomst. De Europese regelingen voor passagiers wijken ook op meerdere punten af van het gemene contractenrecht. Uit het onderzoek blijkt dat de Europese wetgever een aantal bijzondere toepassingen van de gemene contractenrechtelijke remedies aan passagiers heeft toegekend en dat hij soms ook extra remedies ten opzichte van het gemene recht in het leven heeft geroepen. De richtlijn pakketreizen is daarbij nog het dichtst bij het gemene recht gebleven, aangezien ook in deze richtlijn veel gebruik wordt gemaakt van open normen, waar de passagiersverordeningen zich vooral kenmerken door standaardisering. De afwijkingen van het gemene recht zijn soms in het voordeel van de passagier, maar soms ook in zijn nadeel.

Op remedieniveau valt bijvoorbeeld op dat de Europese wetgever bij het recht op financiƫle compensatie voor luchtvaartpassagiers uit het gemene remediearsenaal wel een schadevergoedingsregeling heeft overgenomen en deze nader heeft ingevuld, maar niet de prijsverminderingsremedie. In de spoorweg- en scheepvaartverordening is het precies omgekeerd: er is in die verordeningen geen invulling gegeven aan de schadevergoedingsremedie, maar wel aan de prijsverminderingsremedie. De busverordening bevat opmerkelijk genoeg geen van beide remedies. De richtlijn pakketreizen bevat wel beide remedies, en lijkt overall ook dichter bij het gemene recht te zijn gebleven. De onsamenhangende opzet van het compensatierecht roept ook vragen op over de rechtvaardiging van de bestaande verschillen tussen de regelingen. Waarom deze verschillen er zijn is niet duidelijk. Dit onderzoek legt niet alleen meerdere incoherenties in de vijf Europese regelingen op remedieniveau bloot, maar vestigt ook aandacht op incoherenties in de toepassingsvoorwaarden van de remedies. Hoewel het doel van de luchtvaartverordening, spoorwegverordening, scheepvaartverordening, busverordening en richtlijn pakketreizen gelijk is, wijken de remedies voor passagiers bij reisverstoringen en hun toepassingsvoorwaarden aanzienlijk van elkaar en van het gemene contractenrecht af. Het gefragmenteerde beeld dat uit dit onderzoek naar voren komt, staat op gespannen voet met de gelijke behandeling van passagiers. Het roept ook vragen op over de dogmatische inbedding van deze rechten in het nationale recht van de lidstaten en de effectieve rechtsbescherming voor passagiers.

Hindriks verdedigde haar proefschrift op 10 oktober 2025 aan de Universiteit van Amsterdam. Promotor: prof. dr. Marco Loos. Co-promotor: mr. dr. Sacha Tamboer.  


Gina Hindriks
Europees contractenrecht voor passagiers. Een vergelijkende en contractenrechtelijke analyse van de rechten voor passagiers bij reisverstoringen uit de Europese passagiersverordeningen voor vervoer per vliegtuig, trein, boot en bus en de Europese richtlijn pakketreizen.


De dissertatie is verkrijgbaar via de repository van de Universiteit van Amsterdam.

Over de auteur(s)