Disproportioneel politiegeweld bij de aanhouding

Lees hier de scriptie Disproportioneel politiegeweld ­tijdens of direct na de aanhouding. Over de Nederlandse strafrechtelijke beoordeling van politiegeweld ­tijdens of direct na de aanhouding en over de toepassing van artikel 359a Sv, in het licht van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 3 EVRM van Mirre Dijk (masterscriptie Nederlands recht, specialisatie strafrecht, Rijksuniversiteit Groningen, begeleider: Laura Peters, beoordeling: 9).

 

Disproportioneel politiegeweld bij de aanhouding levert in beginsel een schending van artikel 3 EVRM (het verbod op marteling) op. Het EHRM hanteert de maatstaf van ‘strikte noodzakelijkheid’ en ‘proportionaliteit’ om dergelijk politiegeweld te beoordelen. In deze scriptie van Mirre Dijk is door middel van jurisprudentie- en literatuuronderzoek onderzocht in hoeverre Nederland zich houdt aan de negatieve en positieve verplichtingen die voortvloeien uit artikel 3 EVRM. Uit die studie blijkt dat de Nederlandse maatstaf om politiegeweld bij de aanhouding te beoordelen die van ‘proportionaliteit en subsidiariteit’ is, hetgeen een minder strikt criterium betreft dan het Straatsburgse. Daarbij komt dat Nederlandse strafrechters politiegeweld terughoudend moeten beoordelen. Het gevolg daarvan is dat bepaalde gevallen van politiegeweld in Nederland wel, maar in Straatsburg niet door de beugel kunnen. Daarmee voldoet Nederland niet in alle gevallen aan de negatieve (onthoudings)verplichting van artikel 3 EVRM. Tevens blijkt dat ook bij de uitvoering van de positieve verplichtingen vraagtekens geplaatst kunnen worden. Die verplichtingen houden in dat lidstaten afschrikwekkende wetgeving dienen op te tuigen om burgers te beschermen tegen schendingen van artikel 3 EVRM. Omdat de Hoge Raad de mogelijkheid om rechtsgevolgen te verbinden aan disproportioneel politiegeweld op grond van artikel 359a Sv aan banden heeft gelegd, gaat hiervan slechts een beperkte afschrikwekkende werking uit. De aanbeveling luidt dan ook dat het Nederlandse toetsingscriterium aangescherpt, en de mogelijkheid om aan disproportioneel politiegeweld rechtsgevolgen te verbinden verruimd moeten worden.

 

Afbeelding: pixabay

Over de auteur(s)