De belastingparagrafen van de drie grootst gepeilden

Politici zijn meestal meer bezig met besteden dan met financieren: de fiscale paragrafen in de programma’s van de VVD, het NSC en GroenLinks/PvdA beslaan respectievelijk 1 pagina (op de 83), 1 pagina (op de 79) en anderhalve pagina (op de 103).

Die van de VVD zegt weinig; vooral wat zij niet wil, zoals ‘geen schulden doorschuiven.’ Wie wil dat wel? Het belasten van vermogen ‘mag geen excuus worden om het eigen huis, het pensioen of mkb’ers te belasten. Want net zoals dat werken moet lonen, moet ook het resultaat van hard werken in de vorm van sparen, investeren en winst de moeite waard blijven.’ Dit suggereert dat voor sparen, investeren en winst ‘hard werken’ vereist is en voor loon slechts ‘werken’. Box 3 mag mag van de VVD geen vermogensaanwasbelasting worden – wat de demissionaire coalitie overigens wél heeft voorgesteld – maar moet een vermogenswinstbelasting worden. Wachten op winstrealisatie dus. Niets over het lock in effect daarvan, en niets over box 2 (belangen in BV’s), die toch meehervormd zal moeten worden voor ‘een eerlijk belastingstelsel.’ Sluiproutes naar belastingontwijking moeten ‘dichtgeschroeid’ worden. Interessante beeldspraak, maar wat betekent dat? Ook belastingfraude moet bestreden worden, te ‘beginnen met fraude waar het meeste geld in omgaat.’ Welke fraude is dat, en hoe weet je dat? Zeker moet ‘de politiek de Belastingdienst de ruimte gunnen om de basis op orde te krijgen’ (bedoeld zal zijn: de ICT), maar elk kabinet van de laatste 12 jaar heeft op dat vlak nogal suboptimale resultaten bereikt. Geen zichtbaar beleid qua milieu- en energiebelasting; niets over multinationals. Volgens het CPB per saldo € 3,3 mrd lastenverlichting voor gezinnen en € 1,4 mrd lastenverzwaring voor bedrijven.

NSC is ambitieuzer en concreter, maar heeft zijn ambities niet laten doorrekenen. Hij wil een ‘ambitieuze start’ van hervorming en vereenvoudiging van belastingen, kortingen en toeslagen, ‘waarbij draagkracht, rechtvaardigheid en eenvoud weer leidende beginselen zijn.’ Alleen een ambitieuze start? Is dat verwachtingenmana­gement? Misschien terecht, want als ook ‘de uitvoerbaarheid door de belastingdienst geborgd moet zijn,’ lijkt elke majeure fiscale beleidsambitie zinloos. De politiek mag al blij zijn als de ICT van de belastingdienst niet instort. Nederland moet ophouden doorstroomparadijs te zijn, aldus het NSC, maar is Nederland dat dan nog? Het NSC wil ‘extreem rijke particulieren die geen of weinig belasting betalen in landen als Monaco of Zwitserland’ tot ‘een eerlijke bijdrage’ dwingen. Max Verstappen zal zijn schouders ophalen: hoe gaat het NSC personen belasten bij wie Nederland geen enkel heffingsaanknopingspunt heeft? Met de grote hervormingsambitie contrasteert nogal een lijst postzegelplannetjes: ‘een vliegbelasting voor kleine vliegtuigen zoals privéjets’, ‘een vrachtwagenheffing (…) voor het gebruik van de Nederlandse wegen,’ een ‘accijns op ongezonde suikerhoudende dranken’, ‘een nationale accijns op e-sigaretten’ en verhoging van de btw op ‘logies, met uitzondering van campings.’ Campings? Is dat niet meer iets voor de BBB? En wat heeft het NSC tegen ‘logies’? Zijn paragraaf draagt een CDA-geur bij passages als ‘we verhogen het kindgebonden budget en het afbouwpunt om de specifieke knelpunten in het besteedbaar inkomen van tweeoudergezinnen met kinderen op te lossen’ en ‘de giftenaftrek moet behouden blijven’ voor ‘het maatschappelijk middenveld’.

GL/PvdA is het concreetst en ouderwets links: aftrekposten en kortingen zoals ‘de expatkorting, de innovatiebox, de bedrijfsopvolgingsregeling, of de hypotheekrenteaftrek’ worden afgeschaft of vereenvoudigd om lasten voor laag- en middeninkomens te verlagen. Kleine erfenissen moeten minder belast worden en grote meer. GL/PvdA gebruikt hetzelfde motto als de VVD (‘werken moet lonen’) maar bedoelt iets heel anders: ‘Over inkomen waarvoor je hebt gewerkt, zou je minder belasting moeten betalen dan inkomen waarvoor je niets hebt hoeven doen. We maken werken lonend door de belasting op inkomen uit arbeid te verlagen. Dat betalen we met een eerlijke bijdrage van mensen met veel vermogen en bedrijven die winst maken.’ Dit suggereert dat voor (winst uit) een onderneming ‘niets’ gedaan hoeft te worden. De inkomstenbelastingtarieven moeten ‘weer progressief’ worden. Maar dat zijn ze al. Bedoeld wordt een schijf erbij: ‘een hoger toptarief voor topinkomens’. Hoewel ‘een onderzoek naar een progressiever belastingstelsel met een zeer hoog tarief voor de hoogste vermogens’ nog moet worden gedaan, is de uitkomst kennelijk al bekend, want er komt ‘een miljonairsbelasting voor mensen met vermogens boven € 1 miljoen’ (exclusief eigen huis). Of haalt GL/PvdA hier misschien inkomen en vermogen door elkaar? De partij wil een digital services tax voor ‘Techreuzen’, maar onduidelijk is waarom, nu Pillars 1 en 2 van de OESO/EU al voorzien in wereldwijde grip op en een minimumbelasting van alle grote multinationals. GL-geur zit vooral in ‘afbouw van de vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootverbruikers en producenten van fossiele energie’, een ‘eerlijke bijdrage’ van grote vervuilers aan de duurzaamheidstransitie en het grotendeels wegbelasten van de ‘enorme winsten die olie- en gasbedrijven hebben gemaakt door de oorlog in Oekraïne’ voor ‘het compenseren van energiearmoede of voor de verduurzaming van huizen.’ Volgens het CPB per saldo € 15 mrd verlichting voor gezinnen en € 24,5 mrd verzwaring voor bedrijven.

Fiscaal lijken hiermee de oude drie zuilen terug: rechts, links en confessioneel midden. VVD onveranderd. PvdA nog links maar nu ook groen. Het NSC is het CDA 2.0 zonder wie niemand kan regeren. Verschil met de zuilen-era is dat twee partijen volstrekt onvoldoende zijn voor een meerderheid, nu na de ontzuiling elke verongelijkte burger zijn gelijk en zijn eigen partij wil. Dat neemt niet weg dat NSC fiscaal over zowel links als rechts kan meedoen, dat geen van drieën lijkt te zien dat we fiscaal nog jarenlang geregeerd zullen worden niet door hen, maar door de ICT-problemen bij de belastingdienst, en dat eenvoud en uitvoerbaarheid illusies zijn als velerlei coalitieverwaterde ambitietjes moeten worden gerealiseerd en (menselijke-) maatwerk moet worden geleverd.

 

Dit Vooraf wordt gepubliceerd in NJB 2023/2691, afl. 37.

 

Afbeelding: Pixabay

Over de auteur(s)
Peter Wattel
A-G bij de Hoge Raad