Artikelen van Willem Jebbink
Blog
23 februari 2023
Artikel
Willem Jebbink

Tijdschrift
NJB 8 (2023)
Hebben mensen met uitgestelde zorg recht op schadevergoeding?
Aart Hendriks, Mirjam Sombroek-van Doorm, Bastiaan Wallage en Rachèl van Hellemondt
Tijdens de coronapandemie werden patiënten met COVID-19 met voorrang geholpen in de zorg. Dit had tot gevolg dat de behandeling van andere patiënten werd uitgesteld. Ondanks dat de COVID-19-pandemie thans minder beslag legt op de zorg, zijn de ziekenhuizen en zelfstandige klinieken er nog niet in geslaagd de ontstane ‘werkvoorraad’ weg te werken. Kunnen de patiënten die moesten wachten op zorg en die daardoor schade hebben geleden, nu iemand aansprakelijk stellen voor de verslechtering van hun gezondheid? En zo ja, wie?
[verder lezen in NAVIGATOR]
Is artikel 44a Wet op de rechtsbijstand van toepassing op de piketzaak?
Willem Jebbink
Het zal je als advocaat maar overkomen: je dient na een sepot van de strafzaak namens je cliënt een verzoek in ter compensatie van diens gemaakte advocaatkosten en de raadkamerrechter wijst dat verzoek niet uitsluitend af, maar verwijt je ook nog eens de gedragsregels te hebben geschonden. Alsof dat niet genoeg is publiceert de rechtspraak de beschikking zonder je naam te anonimiseren. Een driedubbele bestraffing. Het overkwam de advocaat wiens declaratie centraal stond in Rb. Limburg 18 oktober 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:8069.
[verder lezen in NAVIGATOR]
De rechter en zijn plicht om de rechtsstaat te verdedigen
Sietske Dijkstra
In de zogenoemde
soft law over de rechtspraak en rechters, en in de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) wordt gesproken van een plicht van de rechter om zich uit te spreken ter verdediging van de rechtsstaat. In dit artikel wordt geprobeerd om meer duidelijkheid te verkrijgen over de betekenis van een dergelijke plicht. Daarbij worden de soft law en de rechtspraak van het EHRM over de vrijheid van meningsuiting van rechters besproken. Vervolgens wordt nagedacht over wat een redelijke interpretatie zou kunnen zijn van de daar aangetroffen passages. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de rechter die zich uitspreekt in functie en de rechter die dat daarbuiten doet. De duiding van de passages is nog niet eenvoudig. Een te letterlijke interpretatie stuit in elk geval op problemen. Bij de interpretatie lijkt het van belang om voldoende oog te houden voor de context waarin ze tot stand zijn gekomen. De passages lijken een middel om binnen het bestaande stramien van deze kaders weerstand te bieden aan anti-rechtsstatelijke krachten. De passages sporen de rechter ook aan om voor de rechtstaat te vechten, zodat het EHRM en de soft law op hun beurt, op deze manier, over de rechtsstaat waken.
[verder lezen in NAVIGATOR]
Brabantse navolging van het Leeuwarder-arrest
Jan Julia Zurné
Op 25 februari 2023 is het tachtig jaar geleden dat het Leeuwarder-arrest werd uitgesproken. Dit arrest staat bekend als een van de weinige momenten in de Tweede Wereldoorlog waarop leden van de Nederlandse rechterlijke macht zich openlijk uitspraken tegen de bezettingsmacht. Tachtig jaar na dato zijn nieuwe bronnen ontdekt over de bijval die de Leeuwarder raadsheren kregen van hun collega’s elders in het land.
[verder lezen in NAVIGATOR]
Koranverscheuring als ongehoorde meningsuiting
Paul van Sasse van IJsselt
Op zondag 20 januari 2023 wist de voorman van anti-islambeweging Pegida iedereen weer even goed op de kast te jagen. De heer Wagensveld vond het nodig de Koran te verscheuren en te vertrappen voor de Tweede Kamer; een kwetsende en provocatieve actie, waarvoor de Nederlandse ambassadeurs in Turkije, Indonesië en Pakistan op het matje werden geroepen. Het was niet de eerste keer dat de voorman of andere aanhangers van Pegida voor ophef zorgden. Vanwege de vrijheid van meningsuiting en demonstratievrijheid zijn er amper mogelijkheden hier tegen op te treden, preventief al helemaal niet. Dit leidt wel eens tot ongemak in de samenleving en bij het openbaar bestuur. Dat is begrijpelijk, maar geen reden om het minder nauw te nemen met de eisen van de rechtsstaat.
[verder lezen in NAVIGATOR]
22 februari 2023

Tijdschrift
NJB 44 (2013)
Waar staat water na 2013?
Marleen van Rijswick
Zwanenzang van een roemrijke waterstaatscommissie
Goed waterbeheer is noodzakelijk om in een delta als Nederland te kunnen leven en verdient naar het oordeel van de Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving (CAW) permanente en bijzondere zorg. De Commissie wordt per 1 januari 2014 opgeheven. Zij doet een laatste oproep de internationaal en nationaal geprezen Nederlandse waterstaatzorg te koesteren. De Commissie vraagt aandacht voor twee belangrijke ontwikkelingen die van grote invloed zijn op het Nederlandse waterbeheer. Dit zijn de integratie van het waterrecht in het omgevingsrecht en de mogelijke opheffing van de waterschappen als zelfstandig functioneel bestuur.
Toegang tot het recht: grondrecht of kostenpost?
Hugo Arlman en Else Lohman
De huurder van een woonhuis in Delft loopt een betalingsachterstand op van een maand of twee, bij woningcoöperatie Woonbron ‘partner in prettig wonen'. Hij maakt afspraken met de deurwaarder over afbetaling van de achterstand, maar realiseert zich niet dat de zitting bij de kantonrechter en allerlei bijkomende kosten gewoon doorgaan. Een jaar en een verstekvonnis later loopt hij, ondanks regelmatige betalingen, nog steeds achter. Bij een tweede verstekvonnis worden de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van zijn huis uitgesproken. De man zwerft langs vrienden en slaapplaatsen, zijn huisraad is hij kwijt. Een ingeroepen advocaat gaat in verzet, het verstekvonnis wordt door een verse kantonrechter vernietigd en het hoger beroep dat Woonbron daartegen instelt bij het Hof in Den Haag wordt augustus jl. verworpen. De woningcoöperatie wordt bijgestaan door een advocaat van het Zoetermeerse kantoor Bos Van der Burg tarief gewoonlijk 220 per uur. Advocaat Soekarman van de huurder wordt betaald uit een toevoeging. Uitgaande van ‘huurrecht algemeen‘ een forfaitair bedrag van ruim 940, ongeacht het aantal uren. Nog wel.
Noodzaak + eerlijk proces = verdedigingsbelang
Willem Jebbink
Toepassing van criteria voor het beoordelen van getuigenverzoeken in strafzaken is geen hogere wiskunde
In strafzaken speelt een belangrijke rol welke maatstaf wordt gehanteerd bij de beoordeling van getuigenverzoeken. Zoals recentelijk nog door de Hoge Raad is onderstreept, is toetsing aan het zogeheten verdedigingsbelang aan strikte, bijna formalistische voorwaarden gebonden. Wordt aan die voorwaarden niet voldaan, dan geldt het noodzaakcriterium. Omdat echter volgens de wetgever het horen van getuigen noodzakelijk is als de waarborgen van art. 6 EVRM dat eisen, versmelten bij deugdelijk onderbouwde verzoeken noodzaak en verdedigingsbelang. Dat maakt een beschouwing van de rechtspraak van het EHRM inzake het recht op ondervraging van getuigen à décharge inzichtelijk.
Gouverneur Sint Maarten mist bevoegdheden om aanwijzing uit te voeren
Aubrich Bakhuis
Premier Wescott-Williams van Sint Maarten heeft boos gereageerd op de aanwijzing die de rijksministerraad op voorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 30 september jl. heeft gegeven aan de Gouverneur van dit land. Wescott-Williams noemt de aanwijzing aan de Gouverneur een ‘constitutionele blunder’ en verwijt Den Haag ‘neokolonialistisch gedrag’. Ze vindt dat de aanwijzing inbreuk maakt op de interne aangelegenheden van haar land, de positie van de Gouverneur schaadt en een gevaarlijk precedent schept. Men kan zich afvragen of het voor de verhoudingen binnen het Koninkrijk wel verstandig is dat de premier zo hoog van de toren blaast. Echter, ten aanzien van de positie van de Gouverneur en de inhoud van de aanwijzing heeft ze wel een punt.
Niet-strafbare uitingen behoren niet strijdig te zijn met de openbare orde
Jan Brouwer
11 december 2013

Tijdschrift
NJB 18 (2013)
Nederlanders, Nederlandse juristen en de Holocaust
Corjo Jansen
Wat wisten de Nederlanders tijdens de Duitse bezetting over het lot van de weggevoerde Joden? Daarover woedt al jaren een verhitte discussie. Aanleiding voor de auteur om onderzoek te verrichten naar de toenmalige kennis binnen de juridische wereld over de Holocaust die plaatsvond. Aan de hand van dagboeken en brieven wordt getracht daar een beeld van te krijgen.
Rechtsbescherming bij plaatsing op een VN-terrorismelijst
Alexander Schild
De conclusie van A-G Bot in de Kadi II-zaak
Aan de Kadi-zaak die nu aan het Hof van Justitie voorligt is de vraag aan de orde in hoeverre de Unierechter de rechtmatigheid van een plaatsing op een VN-terrorismelijst dient te onderzoeken. In het licht van de principiële stellingname in Kadi I dat de Unierechter een VN-listing ‘in beginsel volledig’ aan de grondrechten dient te toetsen, is het niet heel waarschijnlijk dat het Hof van Justitie nu op zijn schreden zal terugkeren. In dat geval zal de Unierechter in een beroep de relevante verordening kunnen blijven vernietigen, zolang de (de)listing-procedure niet is omkleed met adequate rechtswaarborgen op VN-niveau. In dat laatste kan en zou echter moeten worden voorzien.
Hoe zuiver is de strafkamer van de Hoge Raad?
Willem Jebbink
Achterwege laten ambtshalve cassatie in evidente gevallen is in strijd met onze cassatieprocedure en het EVRM
Volgens de auteur heeft de strafkamer van de Hoge Raad in HR 9 oktober 2012, NJ 2013, 53 een huiveringwekkend standpunt ingenomen. Hij betoogt dat de hoogste rechter welbewust een evident onjuiste veroordeling in stand laat, louter omdat daartegen geen klacht was geformuleerd door de cassatieadvocaat. Daardoor zou de Hoge Raad zonder rechtshistorische of democratische legitimering zijn eigen kerntaak om rechtsbescherming te bieden, miskennen. Deze gang van zaken lijkt in strijd met art. 6 EVRM.
Niet alleen de definitie is verkeerd, er is ook geen sprake van een evaluatie
Heleen Weyers
Reactie op artikel Den Hartogh
Dianne Vastenavond
3 mei 2013