Artikelen van Tijn van Osch

Tijdschrift NJB 2 (2024)
Drie-en-een-half jaar collectieve (schadevergoedings)acties
Karlijn van Doorn
Op 1 januari 2020 is de Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Actie (WAMCA) in werking getreden. In dit artikel wordt middels een analyse van het bij die wet ingestelde centraal register voor collectieve vorderingen opgetekend welke inzichten dat brengt over het gebruik en de inzet van collectieve acties in de 3,5 jaar na in werkingtreding. Op basis daarvan kan worden geconcludeerd dat de grootste afnemers van het met de WAMCA ingevoerde collectieve actierecht belangenorganisaties zijn die andere vorderingen dan die tot schadevergoeding instellen. Waar in de media na de invoering van de WAMCA geluiden te horen waren over een ‘hausse aan massaclaims’ die op ons af zou komen, valt dat dus wel mee. Van een belemmering van de toegang tot het recht, zoals in de literatuur werd gevreesd, lijkt ook niet direct sprake te zijn. Maar hoewel belangenorganisaties niet worden weerhouden van het instellen van collectieve acties, volgt uit de eerste uitspraken die in het register zijn opgenomen dat met name op het terrein van vermeende grond- en mensenrechtenschendingen en coronagerelateerde acties de (aangescherpte) ontvankelijkheidsvereisten belangenorganisaties wel parten spelen.

[verder lezen in InView]

Drempelverlaging omgangsrecht grootouders niet in belang kind
Ido Weijers
In mei 2023 heeft minister Weerwind een wetsvoorstel ingediend dat beoogt grootouders makkelijker toegang te geven tot de rechter om omgang met hun kleinkinderen te eisen. Hiermee komt hij tegemoet aan het verzoek van een bonte verzameling partijen die eerder een gezamenlijke motie indienden, waarin ditzelfde voorstel werd gedaan, nadat hier al eerder vanuit het CDA voor was gepleit. De keuze voor drempelverlaging van het omgangsrecht voor grootouders is echter willekeurig, slecht onderbouwd en niet in het belang van degene om wie het hier in de eerste plaats zou moeten gaan – het kind. Begin september is dit wetsvoorstel politiek niet-controversieel verklaard. In maatschappelijk opzicht is het daarentegen wel degelijk controversieel: het staat haaks op alle inspanningen die de laatste jaren zijn verricht om escalatie van conflicten, juridisering en getrek aan kinderen waar mogelijk te vermijden.

[verder lezen in InView]

Is de meldbriefprocedure ontoelaatbaar?
Bart Tromp
Er is een aanhoudend en krachtig maatschappelijk signaal dat kinder- en mensenrechten prominenter als uitgangspunt moeten worden genomen bij het nemen van kinderbeschermingsmaatregelen. En er is een publiek debat over zorgen die bestaan over onvoldoende rechtswaarborgen en rechtsbescherming van ouders en kinderen die met een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing te maken krijgen. Tegen de achtergrond van die signalen en zorgen staat in dit artikel de ‘meldbriefprocedure’ centraal.

[verder lezen in InView]

Zzp’ers of vrijwilligers in de rechtspraak
Tijn van Osch
Het verschil tussen (vaste) rechters en plaatsvervangende rechters is dat plaatsvervangers slechts op afspraak/ oproep deelnemen terwijl de vaste rechters het berechten van zaken als hun dagelijkse werk hebben. Maar er is nog een verschil: in (rechts-)positie in de zin van arbeidsvoorwaarden. Deze bijdrage gaat daarop in. En doet een oproep, onder ander aan de Verkenner mr. Winter.

[verder lezen in InView]

11 januari 2024
Tijdschrift NJB 4 (2020)
De toekomst van box 3 na de arresten van 14 juni 2019
Koos Boer
Op 14 juni 2019 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in het kader van de massaalbezwaarprocedures tegen box 3. In die proefprocedures stond de vraag centraal of box 3 ten aanzien van spaarsaldi ‘op stelselniveau’ in strijd is met het eigendomsgrondrecht van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Welke invloed hebben deze arresten van de Hoge Raad op de (nabije) toekomst van box 3?


Lees het hele artikel in Navigator.

Het Wetsvoorstel regulering sekswerk
Che Post, Michel Vols en Jan Brouwer
Na tien jaar gloort er dan toch hoop aan de horizon voor introductie van een landelijke prostitutiewet. De geschiedenis leert echter dat het niet eenvoudig is om in het prostitutiedebat tot overeenstemming te komen. Desalniettemin wijzen de eerste tekenen er op dat het dit keer gaat lukken. Het in oktober 2019 ter consultatie voorgelegde Wetsvoorstel regulering sekswerk is een robuust wetsvoorstel dat in het parlement breedgedragen elementen uit het gestrande wetsvoorstel laat terugkeren. Kan het voorstel dit keer wel de toets der kritiek doorstaan?


Lees het hele artikel in Navigator.

Fatsoenlijk werk en business-ethiek
Paul van der Heijden
De UN Guiding Principles for Business and Human Rights bestaan sinds 2011. Het was de uitkomst van een zoektocht van de Verenigde Naties naar de relatie tussen het bedrijfsleven en mensenrechten. Harvardprofessor John Ruggie had de leiding van deze zoektocht. De bedoeling van de Principles is dat bedrijven nationaal en internationaal via zelfregulering deze richtinggevende principes respecteren. De UN Principles gaan over drie onderwerpen: corruptie, milieu, en werk.


Lees het hele artikel in Navigator.

Het juridische speelveld van drones
Petra Chao
Drones bieden tal van nieuwe mogelijkheden, maar komen ook met veiligheidsvraagstukken. De Europese Unie heeft in drie recente verordeningen uniforme regels en procedures vastgesteld voor het ontwerpen, produceren en gebruiken van drones. In dit artikel wordt het nieuwe juridische speelveld geschetst.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Game Changer
Tijn van Osch
De Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht (HCCH) heeft op 2 juli 2019 een nieuw verdrag het licht doen zien: het Verdrag inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in civiele en handelszaken. Als waarnemer namens de International Association of Judges (UIM/IAJ), waarvan ik als NVvR-delegatielid deel uitmaak, heb ik deelgenomen aan de afsluitende conferentie die van 20 juni tot en met 2 juli 2019 plaatsvond.


Lees het hele artikel in Navigator.

29 januari 2020
Tijdschrift NJB 12 (2019)
De Rijkswet Koninkrijksgeschillen
Gerhard Hoogers
Met de Rijkswet Koninkrijksgeschillen wordt geen adequate invulling gegeven aan de opdracht die de Statuutgever in 2010 op dit punt aan de Rijkswetgever gesteld heeft: om te komen tot een vorm van geschilbeslechting die conflicten over de interpretatie en de toepassing van het Statuut tussen het Koninkrijk en een of meer Landen snel en op een voor alle partijen bevredigende wijze zou kunnen oplossen. Het voorstel komt vrijwel niet tegemoet aan de in de Caribische Landen levende wensen omtrent een geschillenregeling en is in strijd met door de Koninkrijksregering gedane toezeggingen. Maar het is ook inhoudelijk ondoordacht en zelfs in strijd met het Statuut. Bij toepassing van deze wet zal een scala aan afgrenzingsproblemen kunnen gaan ontstaan en bovendien is onhelder of een beslissing op grond van deze wet enig rechtsgevolg jegens wie dan ook heeft.


Lees het hele artikel in Navigator.

Het NLA-programma en het non-interventie beginsel
Erik Koppe
Op 2 oktober 2018 debatteerde de Tweede Kamer over de niet-letale steun die Nederland van 2015 tot en met het voorjaar van 2018 aan de gematigde gewapende oppositie in Syrië heeft gegeven. Dit zogenaamde NLA-programma bestond onder meer uit het leveren van goederen met een civiel karakter, waaronder voedselpakketten, kleding, voertuigen en communicatieapparatuur. Volgens Minister van Buitenlandse Zaken Blok koos Nederland voor niet-letale steun aan de Syrische oppositie om de volkenrechtelijke risico’s te mitigeren en bleef het NLA-programma binnen de grenzen van het volkenrecht. De Kamer was niet overtuigd en verzocht de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken en de Adviesraad Internationale Vraagstukken om ‘gezamenlijk een advies uit te brengen over een toetsingskader voor het leveren en financieren van niet-letale steun aan niet-statelijke, gewapende groepen in het buitenland’. Vooruitlopend op dit advies beoogt dit artikel een antwoord te geven op de vraag of het NLA-programma in overeenstemming was met de verplichtingen van Nederland onder internationaal publiekrecht. Geconcludeerd wordt dat het NLA-programma van Nederland in strijd was met het interventieverbod dat steun aan een gewapende groepering die het oogmerk heeft een zittende regering omver te werpen verbiedt. De aard van de geleverde goederen is hierbij in beginsel niet van belang.


Lees het hele artikel in Navigator.

Mogen rechters klagen over advocaten?
Tijn van Osch
De rechter heeft bij uitstek zicht op de inhoudelijke kwaliteit van een procedure. Misslagen van een advocaat worden door diens cliënt niet altijd herkend en de wederpartij heeft er niet altijd belang bij ze aan te kaarten. Wanneer een rechter met een slecht presterende of een slecht acterende advocaat wordt geconfronteerd, kan hij hem een benchslap geven, maar er zijn ook andere opties.


Lees het hele artikel in Navigator.

Stop het toppunt van juridisering
Jan Reinier van Angeren, Tom Barkhuysen en Niels Jak
De benadering in een recente conclusie van de staatsraad A-G om te bepalen wanneer een gedoogbeslissing nu wel of niet bij de bestuursrechter appellabel is, heeft een veelkoppig en lastig te doorgronden monster opgeleverd. De staatsraad A-G kan daar niet veel aan doen nu hij gebonden is aan de voorgelegde adviesvraag en het bestaande recht. De conclusie illustreert echter wel dat het de hoogste tijd is om de ketenen los te breken als het gaat om de rechtsbescherming tegen gedoogbeslissingen. Stel een gedoogbeslissing voortaan in algemene zin gelijk met een Awb-besluit zodat daartegen bestuursrechtelijke rechtsbescherming openstaat.


Lees het hele artikel in Navigator.

Bekijk dit nummer in Navigator.

27 maart 2019
Tijdschrift NJB 5 (2019)
Overschrijding van de redelijke termijn in civiele zaken
Janet van de Bunt
Vormt de procedure voor schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de zin van art. 6 EVRM in civiele zaken thans een effectieve remedie? Aan het luttele aantal zaken dat de afgelopen jaren wegens overschrijding van de redelijke termijn is aangebracht, lijkt op te maken dat dit niet het geval is. Er lijkt geen afdoende prikkel te bestaan voor de rechtspraak om de civiele zaken binnen een redelijke termijn af te handelen. In deze bijdrage wordt in dit verband onder meer gepleit voor een nieuwe, wettelijke regeling voor een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in civiele zaken.


Lees het hele artikel in Navigator.

De rechter in politieke vertegenwoordigende organen
Sietske Dijkstra
Er is veel geschreven over de rechter en de politiek, en over die verhouding valt ook veel te zeggen. Aanleiding om in dit artikel aandacht aan dit onderwerp te besteden is de brief van 18 juni 2018 die de voorzitters van de Raad voor de rechtspraak, de presidentenvergadering van de gerechten (PRO) en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) aan de minister voor Rechtsbescherming hebben geschreven en waarin zij hun standpunt kenbaar hebben gemaakt over de combinatie van het rechterschap en het lidmaatschap van de Eerste en Tweede Kamer. Naar de mening van de afzenders zou de wet zo moeten worden gewijzigd dat deze functiecombinatie niet langer is toegestaan. De reden voor dit standpunt zijn de verschuivende maatschappelijke opvattingen. In deze bijdrage wordt de achtergrond van de brief belicht en wordt bepleit dat de voorgestelde incompatibiliteit wordt uitgebreid naar het lidmaatschap van andere politieke vertegenwoordigende organen, de gemeenteraad, Provinciale Staten en het Europees Parlement. Een dergelijke brede incompatibiliteit sluit aan bij de tijdsgeest en bij de ontwikkelingen in Nederland en Europa.


Lees het hele artikel in Navigator.

De zitting in de zaak Howick en Lili
Carolus Grütters
De vrij onverwachte verstrekking van een verblijfsvergunning aan Howick en Lili door de staatssecretaris twee weken nadat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het groene licht had gegeven voor een eventuele uitzetting van de kinderen, leidde tot allerlei reacties. Blijdschap bij de kinderen en tegelijkertijd verwondering bij velen over de precieze beweegredenen van de staatssecretaris om gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid. Dat laat echter onverlet dat de behandeling ter zitting door de Vreemdelingenkamer van de ABRvS niet getuigde van rechterlijke onpartijdigheid.


Lees het hele artikel in Navigator.

Advocatendeclaraties 2.0
Tijn van Osch
De Geschillencommissie Advocatuur zou meteen aan de slag kunnen met de declaratiegeschillen van advocaten wanneer de NOvA artikel 6.29 van de Verordening op de advocatuur in overeenstemming zou brengen met de bedoeling van de wetgever en de tekst van artikel 28 Advocatenwet, en als de cliënt daarnaast ook toepassing van de geschillenregeling zou verlangen. De evaluatie van de in 2015 in de Advocatenwet doorgevoerde wijzigingen hoeft hiervoor niet te worden afgewacht.


Lees het hele artikel in Navigator.

Naschrift
Diana de Wolff
Het is juist dat tuchtrecht tot doel heeft de normen te handhaven die voor de beroepsgroep gelden. Eén daarvan is dat een advocaat een alle omstandigheden in aanmerking nemend redelijk honorarium in rekening brengt. Als de tuchtrechter deze norm strakker handhaaft, wordt het doel van het tuchtrecht niet anders. Ik heb in mijn bijdrage de instrumenten beschreven die de tuchtrechter daartoe nu al ter beschikking staan.


Lees het hele artikel in Navigator.

6 februari 2019
Tijdschrift NJB 32 (2017)
Genetische modificatie
Ybo Buruma
Nu vaststaat dat de mens de bouwstenen van de Schepping kan bewerken en dat het ingrijpen in de natuur niet louter tot verslechtering behoeft te leiden, rijzen nieuwe vragen van religieuze, ethische en politieke aard. Nieuw denken over natuur en leven komt niet met een meteoorinslag, maar verloopt geleidelijk. En het recht is naar zijn aard volgend. Een eerste belangrijke vraag is dan ook of de wetgever wel de meest gerede instantie is om deze uiterst complexe vraagstukken op te lossen, in aanmerking genomen dat ze aan de orde zijn in een wereldwijd speelveld. Misschien moet het recht wel stapsgewijs aan de hand van concrete gevallen worden gevormd. Maar dan moet de juridische ruimte daarvoor wel bestaan. Het enkele bestaan van een mogelijkheid van onbekend risico is geen overtuigende reden om de wetenschappelijke ontwikkeling tot stilstand te brengen en ons daardoor de voordelen van het menselijk vernuft te ontzeggen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Het vonnis van de Haagse rechtbank over het Oekraïne-referendum
Rob van der Hulle
De Haagse rechtbank heeft geweigerd om zich uit te spreken over de wijze waarop de regering gevolg heeft gegeven aan de uitslag van het op 6 april 2016 gehouden Oekraïne-referendum. Volgens de rechtbank is het oordeel daarover voorbehouden aan de wetgever. In deze bijdrage wordt deze benadering bezien in het licht van de actuele discussie over de rol van de rechter en de bekende Amerikaanse political question-doctrine.


Lees het hele artikel in Navigator.

Bewijslevering en bewijsmaatstaf in het advocatentuchtrecht
Tijn van Osch
Hoe wordt in het advocatentuchtrecht gekomen tot de vaststelling van feiten waarover discussie bestaat? Conform het bestuursrecht dat doorgaans gebruik maakt van de aannemelijkheid als maatstaf? Of conform het civiele recht, waarbij de stelplicht en bewijslast rusten op diegene die het rechtsgevolg inroept? Of wordt aangesloten bij het strafrecht, waarbij het feit ‘wettig en overtuigend bewezen’ moet worden? Of heeft het tuchtrecht een zodanig eigen aard dat het ook een eigen bewijsrechtelijke waarderingsmaatstaf meebrengt?


Lees het hele artikel in Navigator.

Verplichte anticonceptie
Cees de Groot, Paul Vlaardingerbroek, Connie Rijlaarsdam en A.I. Schneider
Ineke Boerefijn, coördinerend beleidsadviseur bij het College voor de Rechten van de Mens, komt tot het oordeel dat de door ons in NRC Handelsblad voorgestelde verplichte anticonceptieregeling ontoelaatbaar is, omdat deze ‘inbreuk maakt op mensenrechten van vrouwen’. Het grondrecht van vrije procreatie kan ons inziens echter worden beperkt indien voortplanting gepaard gaat met veroorzaking van gevaar.


Lees het hele artikel in Navigator.

Naschrift
Ineke Boerefijn
Volgens De Groot c.s. staan mensenrechten een beperking op het recht op lichamelijke integriteit toe als er gevaar is. Dat is echter niet voldoende. Een inbreuk op een mensenrecht is pas gerechtvaardigd als aan vier eisen is voldaan.


Lees het hele artikel in Navigator.

20 september 2017