Artikelen van Redactie

Nieuws
Criminaliteitsbeeld 2024 wisselend ten opzichte van 2023

De 23e editie van C&R brengt ontwikkelingen in en samenhangen tussen criminaliteit en rechtshandhaving in de periode 2014 tot en met 2024 in kaart. De C&R is een samenwerking tussen het WODC, CBS en de Raad voor de rechtspraak. De cijfers:

  • Het geschatte aantal door burgers ondervonden traditionele delicten daalde in de periode 2014-2023 met 25%. Voor online delicten zijn geen recente gegevens beschikbaar, maar in de periode 2014-2019 steeg het aantal door burgers ondervonden online delicten met 23%.
  • Het geschatte aantal burgers van 15 jaar en ouder dat minimaal één keer slachtoffer van traditionele criminaliteit is geworden is in de periode 2014-2023 met 26% gedaald, terwijl het aantal slachtoffers van online delicten in dezelfde periode met 51% is gestegen.
  • De door de politie geregistreerde criminaliteit daalde tussen 2014 en 2024 met 21%. De daling in de geregistreerde criminaliteit werkt in de hele keten door. Zo daalde ook het aantal registraties van verdachten (-24%), de instroom OM (-6%) en het aantal dagvaardingen en oproepen wegens verzet tegen een strafbeschikking (-15%).
  • Van 2023 op 2024 is het beeld wisselend. Het aantal geregistreerde misdrijven daalde met 1% en het aantal geregistreerde verdachten met 6%. Maar er was een stijging in de instroom bij het OM (9%) en het aantal dagvaardingen en oproepen wegens verzet tegen een strafbeschikking (8%).
  • Het totale aantal sancties, opgelegd door politie, OM en rechter tezamen, daalde in de periode 2014-2024 met 27% sterker dan de geregistreerde criminaliteit. Daarbij vertoonde het aantal sancties, opgelegd door de politie, de grootste daling (-80%).
  • Recentelijk lijkt een kentering zichtbaar. Het aantal sancties OM en de rechter steeg van 2023 op 2024 met respectievelijk 20% en 1%. Deze omslag heeft zich al in 2020 ingezet. Sinds 2024 stijgt ook het aantal sancties van de politie (16%). Per saldo steeg het totaal aantal sancties met 10%.
  • Het aantal registraties van minderjarige verdachten daalde in de periode 2014-2024 met 28%. Het aandeel van de minderjarige verdachten binnen het totale aantal geregistreerde verdachten nam daarmee af van 12% in 2014 tot 11% in 2024. Van 2023 op 2024 daalde het aantal registraties van minderjarige verdachten met 3%.
  • Het aantal sancties dat politie, OM en rechter tezamen aan minderjarigen oplegden daalde met 37% in de periode 2014-2024. Het aandeel van de politie in de oplegging van sancties is gestegen van 43% naar 46%, terwijl het aandeel van het OM is afgenomen van 28% naar 23%.

Criminaliteit en rechtshandhaving 2024

Bron: www.wodc.nl

9 oktober 2025
Nieuws
Opnieuw kritiek Advocatenorde op wetsvoorstel uitbreiding taakstrafverbod

Het wetsvoorstel is een hernieuwde poging, nadat een vergelijkbaar voorstel in 2022 werd verworpen door de Eerste Kamer. De NOvA wijst er wederom op dat het wetsvoorstel de rechterlijke onafhankelijkheid en maatwerk door de rechter beperkt. Een uniform taakstrafverbod, dat in geval van geweld tegen hulpverleners een ‘kale’ taakstraf zonder combinatie met een gevangenisstraf uitsluit, miskent het onderscheid in geweldsmisdrijven en verdachten. Strafoplegging dient altijd proportioneel te worden afgestemd op de omstandigheden van het feit én de persoon van de dader. Het huidige taakstrafverbod heeft al tot de nodige ‘rechterlijke ongehoorzaamheid’ geleid, met creatieve oplossingen om toch maatwerk te kunnen leveren. Aangezien nu al sancties bestaan om geweld tegen hulpverleners strenger te straffen, ontbreekt de noodzaak voor verdere verharding.

Strikter toepassen strafverzwaringsbepalingen

De NOvA adviseert de Minister van JenV om bestaande strafverzwaringsbepalingen strikter toe te passen. Er is niet aangetoond dat het categorisch uitsluiten van taakstraffen leidt tot minder geweld tegen hulpverleners. Integendeel, korte gevangenisstraffen bevorderen recidive en missen een resocialiserend effect. Hierdoor kan het wetsvoorstel juist contraproductief uitpakken. Punt van aandacht is daarbij ook dat geweld tegen hulpverleners niet zelden wordt gepleegd door verdachten met psychische problematiek of een verstandelijke beperking. Voor hen is een maatwerk, zoals een taakstraf met behandeling, vaak effectiever en humaner dan een korte detentie. Het wetsvoorstel laat dergelijke nuance nauwelijks toe.

Wetgevingsadvies Wetsvoorstel aanscherping taakstrafverbod

Bron: www.advocatenorde.nl

9 oktober 2025
Nieuws
Uitleg RvS begrip ‘formele bestuurlijke besluitvorming’

De uitspraak van de Afdeling gaat over de toepassing van art. 5.2, derde lid, van de Wet open overheid (Woo) op een document, de memo, waarin onder meer persoonlijke beleidsopvattingen staan van een ambtenaar over de procespositie van de gemeente in een bestemmingsplanprocedure. Het college van B&W is op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht documenten openbaar te maken die ten grondslag liggen aan een ontwerpbestemmingsplan. Het college heeft bij besluit op grond van art. 5.2, eerste lid, van de Woo geweigerd de memo openbaar te maken, omdat deze is opgesteld ten behoeve van intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen bevat. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat de memo in zijn geheel uit persoonlijke beleidsopvattingen bestaat.

Uitspraak Afdeling

De uitleg die de Afdeling in haar uitspraak geeft aan het begrip ‘formele bestuurlijke besluitvorming’ is tamelijk ruim, in navolging van de conclusie van de staatsraad A-G Wattel van 9 juli 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:3096). De uitleg die zij geeft aan de formulering dat ‘het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad’ is daarentegen minder ruim dan de staatsraad A-G in zijn conclusie heeft voorgesteld. In deze rechtszaak ging het om interne advisering aan de wethouder in het kader van het traject om een bestemmingsplan vast te stellen. In de memo adviseert de ambtenaar de wethouder om aanvullend onderzoek te laten doen, de toelichting aan te passen en het ontwerpbestemmingsplan opnieuw ter inzage te leggen. Dit zijn handelingen die tot de publieke taakuitoefening van de wethouder behoren. De memo was, kort gezegd, rijp om ten behoeve van besluitvorming aan de wethouder te worden voorgelegd. Bovendien is niet aannemelijk dat wanneer de memo in niet tot personen herleidbare vorm openbaar wordt gemaakt, het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad. Het college van B&W heeft niet met concrete omstandigheden onderbouwd dat het kunnen voeren van intern beraad in dit geval door openbaarmaking daadwerkelijk wordt gehinderd.

ECLI:NL:RVS:2025:4814

Bron: www.raadvanstate.nl

8 oktober 2025
Nieuws
Gerechtshof staat collectieve claims bij privacy-schending TikTok toe

Het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. De beoordeling van de rechtsmacht met betrekking tot de AVG-vorderingen wordt aangehouden in afwachting van de op 23 juli 2025 aan het HvJ EU gestelde prejudiciële vragen in de Amazon-zaak (ECLI:NL:RBROT:2025:9088). Het hof heeft daarnaast beslist dat de vorderingen die niet op de AVG gebaseerd zijn, volledig ontvankelijk zijn. Immateriële schadevergoedingen vallen hier dus ook onder omdat het om hetzelfde feitencomplex en normschendingen gaat en ze kunnen worden gebundeld. Ten slotte heeft het hof de bepaling van de nauw omschreven groep en de inhoud van de vorderingen waarover de rechter moet beslissen, aangepast. Deze is nu niet meer in de tijd beperkt. Ook TikTok-gebruikers die zich later hebben aangesloten of dat nog gaan doen, vallen onder deze groep.

ECLI:NL:GHAMS:2025:2666

Bron: www.rechtspraak.nl

8 oktober 2025
Nieuws
Scherpe kritiek VN-comité op voorgenomen Nederlandse maatregelen asiel en migratie

Het CESCR waardeert dat Nederland op enkele punten vooruitgang boekt. Zo prijst het de extra middelen voor huisvesting en de inspanningen om gendergelijkheid op de arbeidsmarkt te bevorderen. Tegelijkertijd signaleert het comité aanzienlijke zorgen en doet het meerdere aanbevelingen om de naleving van het verdrag te verbeteren. Volgens het College zijn de belangrijkste aanbevelingen:

  • Trek sociale bescherming gelijk in Caribisch Nederland
    Het CESCR maakt zich zorgen over de grote verschillen in bescherming tussen Europees en Caribisch Nederland. Het roept de Nederlandse regering op om de hoogte en beschikbaarheid van sociale voorzieningen in Caribisch Nederland, zoals werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag en inkomensondersteuning voor mensen met een beperking, minimaal gelijk te trekken met die in Europees Nederland. Daarnaast moet de regering actief beleid voeren om armoede in Caribisch Nederland terug te dringen.
  • Bescherm de rechten van asielzoekers en migranten
    Het CESCR uit scherpe kritiek op de voorgenomen Nederlandse maatregelen rond asiel en migratie. Het dringt erop aan om af te zien van de strafbaarstelling van illegaal verblijf en andere wetgeving die de toegang van mensen zonder verblijfsstatus tot verdragsrechten beperkt. Daarnaast benadrukt het de dringende woonbehoefte van mensen die asiel aanvragen en mensen die migreren. Nederland moet waarborgen dat zij tijdig en effectief toegang krijgen tot huisvesting.
  • Neem meer maatregelen om armoede terug te dringen
    Volgens het CESCR blijft het armoedeniveau disproportioneel hoog onder kinderen, eenoudergezinnen en mensen met een migratieachtergrond. Daarom moet Nederland meer maatregelen nemen om armoede terug te dringen, bijvoorbeeld via inkomensondersteuning. Daarbij moet Nederland betere data verzamelen, zodat groepen in kwetsbare posities beter in beeld komen en beleid effectiever kan worden afgestemd.
  • Zorg voor adequate huisvesting voor iedereen
    Het CESCR spreekt zijn zorg uit over het ernstige woningtekort, de stijgende huren, het afnemende aantal sociale huurwoningen en de aanhoudende dakloosheid in Nederland. Het vraagt de regering om fors te investeren in sociale huisvesting, de toegang tot woningen voor groepen in kwetsbare posities te verbeteren en extreme huurstijgingen te voorkomen. Daarnaast dringt het erop aan dat Nederland dakloosheid aanpakt volgens het Housing First-principe, waarbij gemeenten voldoende middelen en bevoegdheden krijgen om mensen snel weer te huisvesten.
  • Veranker de verdragsrechten in de nationale rechtsorde
    Het CESCR adviseert Nederland om alle verdragsbepalingen volledig te verankeren in de nationale rechtsorde. Zo kunnen rechters, beleidsmakers en burgers de rechten uit het verdrag daadwerkelijk toepassen en inroepen. Daarnaast vraagt het Nederland om de bekendheid met het verdrag te vergroten, onder meer via bewustwording en trainingen voor rechters, advocaten, officieren van justitie en ambtenaren.
  • Voorkom betrokkenheid bij schendingen tegen het Palestijnse volk
    Het CESCR wijst erop dat Nederland ook buiten de eigen landsgrenzen verantwoordelijk is voor de naleving van het verdrag. Het uit ernstige zorgen over signalen dat wapenexporten en andere handelsrelaties met Israël mogelijk bijdragen aan mensenrechtenschendingen tegen het Palestijnse volk. Het dringt er bij Nederland op aan om alle noodzakelijke stappen te nemen voor een volledig verbod op wapenhandel en andere economische relaties die kunnen bijdragen aan de mensenrechtenschendingen van het Palestijnse volk, in het bijzonder in Gaza.

Concluding observations on the seventh periodic report of the Netherlands

Bronnen: www.mensenrechten.nl en www.ohchr.org

7 oktober 2025
Nieuws
Advies SER over arbeidsmigratie: minder waar het kan, beter waar het moet

De SER benadrukt dat arbeidsmigratie een vast onderdeel blijft van de Nederlandse economie maar dat er grenzen zijn aan wat onze samenleving kan dragen. De SER pleit onder andere voor een ketenaansprakelijkheid voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. Verder moeten investeringen in arbeidsbesparende technologie zoals robotisering en automatisering worden bevorderd. Dat kan de vraag naar laagbetaalde arbeid die nu grotendeels door EU-arbeidskrachten wordt vervuld, verminderen. Ook moet meer geïnvesteerd worden in het beschikbare arbeidspotentieel in Nederland. Wat betreft de kennismigrantenregeling voor arbeidskrachten uit derde landen, moet oneigenlijk gebruik veel strenger worden aangepakt via hogere boetes en intrekking van erkend referentschap. Ook moeten de juridische kaders rond grensoverschrijdende detachering worden verduidelijkt, waarbij op EU-niveau afspraken moeten worden gemaakt over buitenlandse uitzending en de bescherming van deze arbeidskrachten.

Arbeidsmigratie naar waarde: Minder waar het kan, beter waar het moet

Bron: www.ser.nl

6 oktober 2025
Nieuws
Minister moet zelf export F-35-onderdelen herbeoordelen

Het Gerechtshof Den Haag oordeelde op 12 februari 2024 dat Nederland de export van reserve-onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen aan Israël moet staken. Bij de beoordeling van de uitvoervergunning had de minister moeten toetsen aan de dwingend voorgeschreven criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Raad en het Wapenhandelsverdrag. A-G Vlas heeft de Hoge Raad op 29 november 2024 geadviseerd de uitspraak van het hof in stand te laten.

Uitspraak Hoge Raad

Het Besluit strategische goederen bepaalt onder meer dat een uitvoervergunning voor militaire goederen in ieder geval niet wordt verleend voor zover dit voortvloeit uit internationale verplichtingen. Dan gaat het om de verplichtingen uit het Wapenhandelsverdrag en het EU Gemeenschappelijk Standpunt. Deze verplichtingen werken door in het Nederlandse rechtssysteem. Zij hebben mede tot doel te voorkomen dat individuele burgers het slachtoffer worden van wapengebruik in strijd met het internationaal humanitair recht. De minister heeft de bevoegdheid om, wanneer zich nieuwe omstandigheden voordoen, een verleende vergunning opnieuw te beoordelen, maar is daartoe niet verplicht. Dat neemt niet weg dat als de minister wél tot herbeoordeling overgaat, en dat is in dit geval gebeurd, hij zich bij die herbeoordeling moet houden aan het hiervoor genoemde Besluit strategische goederen en de dwingende criteria die zijn opgenomen in het Wapenhandelsverdrag en de EU-regelgeving. Dit betekent dat als de minister bij herbeoordeling vaststelt dat een duidelijk risico bestaat dat de uit te voeren goederen gebruikt worden bij het begaan van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, hij het gebruik van de vergunning niet langer mag toestaan. Op het gebied van (nationale en internationale) veiligheid en buitenlands beleid dient de rechter het handelen van de Staat met grote terughoudendheid te toetsen, zeker in kort geding. Het hof heeft geoordeeld dat de minister bij de herbeoordeling niet aan het criterium heeft getoetst of een duidelijk risico op ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht bestaat. Het hof heeft vervolgens zelf beoordeeld of een duidelijk risico op ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht bestaat. Het hof kwam tot de slotsom dat dat het geval was. Daarmee heeft het hof volgens de Hoge Raad miskend dat de verhouding tussen de minister en de rechter in dit geval meebrengt dat de rechter niet zelf beoordeelt of een duidelijk risico op ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht bestaat, maar dat de rechter in plaats daarvan de Staat opdraagt om de herbeoordeling van de vergunning opnieuw uit te voeren. De Hoge Raad geeft die opdracht aan de minister alsnog. De termijn voor die herbeoordeling bepaalt de Hoge Raad op zes weken. De uitkomst van die (her)beoordeling kan opnieuw aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd. De minister heeft na de uitspraak van het gerechtshof de vergunning aangepast in die zin dat uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël niet is toegestaan. Zolang de minister niet een nieuw besluit neemt, blijft die vergunning in die vorm gelden.

ECLI:NL:HR:2025:1435

Bron: www.hogeraad.nl

6 oktober 2025
Nieuws
Advies Rechtspraak: heroverweeg strafbaarstelling illegaliteit

In zijn advies stelt de Raad dat een algehele strafuitsluitingsgrond voor mensen die hulp bieden aan mensen die illegaal in Nederland verblijven, zeer uitzonderlijk is en geen juridische schoonheidsprijs verdient. De Raad adviseert de ministers met klem om de noodzaak, wenselijkheid en uitvoerbaarheid in de praktijk van de strafbaarstelling uitgebreider toe te lichten, als zij die willen handhaven. Een wetsvoorstel als dit, met zulke verstrekkende principiële en praktische gevolgen, verdient een uitgebreide memorie van toelichting. Op die manier kan duidelijk worden gemaakt op welke manier strafbaarstelling van illegaliteit zou kunnen bijdragen aan een betere grip op migratie en hoe dat zich verhoudt tot bestaande wetgeving. De impact van deze nieuwe regels op de asielpraktijk is naar verwachting zo groot, dat de Raad al eerder met nadruk adviseerde om eerst de maatregelen uit te voeren die voorvloeien uit het Europese migratiepact en pas daarna te bekijken of aanvullende nationale wetgeving nodig is.

Advies novelle bij Asielnoodmaatregelenwet

Bron: www.rechtspraak.nl

6 oktober 2025
Nieuws
Meta moet keuze gebruiker voor tijdlijn Facebook en Instagram respecteren

Het kort geding werd aangespannen door de digitale mensenrechtenorganisatie Bits of Freedom. De organisatie eiste dat Meta haar gebruikers in apps zoals Instagram en Facebook de mogelijkheid biedt om een tijdlijn te kiezen die niet gebaseerd is op profilering. Volgens Bits of Freedom is de Europese wetgeving bedoeld om gebruikers meer autonomie en controle te geven ten opzichte van de grootste online platformen. Een van de kernelementen van de DSA is dat gebruikers meer invloed moeten hebben op de informatie die zij te zien krijgen.

Uitspraak rechtbank

De voorzieningenrechter overweegt dat het terugschakelen naar een geprofileerd aanbevelingssysteem een verboden dark pattern is, die inbreuk maakt op de vrijheid van informatiegaring, dat als onderdeel van het grondrecht van vrijheid van meningsuiting fundamenteel is voor een democratische samenleving. Nederlanders worden door Facebook en Instagram op dit moment onvoldoende in staat gesteld om op vrije en autonome manier keuzes te maken over het gebruik van geprofileerde aanbevelingssystemen. Mede met het oog op de verkiezingen op 29 oktober 2025 moet Meta Ierland haar platforms dan ook binnen twee weken aanpassen. Meta Ierland moet de aangegeven keuze van gebruikers voor een aanbevelingssysteem op Instagram en Facebook blijvend maken. De instelling moet ook behouden blijven als een gebruiker binnen het platform naar een andere sectie navigeert of de app of website afsluit en heropent. Ook moet Meta Ierland de keuze voor een niet-geprofileerde tijdlijn rechtstreeks en gemakkelijk toegankelijk maken op de startpagina en reels-sectie van Instagram en Facebook.

ECLI:NL:RBAMS:2025:7253

Bronnen: www.rechtspraak.nl en www.bitsoffreedom.nl

2 oktober 2025
Nieuws
AP en ACM: klantcontact mag niet alleen via AI-chatbot

Het consumentenrecht verplicht bedrijven nu al tot rechtstreekse, effectieve en juiste communicatie met hun klanten. In de digitaledienstenverordening (DSA) staat dat klanten van sociale media, marktplaatsen en online platforms de mogelijkheid moeten hebben om een communicatiemiddel te kiezen dat niet volledig geautomatiseerd is. De Europese Commissie bereidt op dit moment aanpassingen in de consumentenwetgeving voor, de Digital Fairness Act, waarmee deze regels ook voor andere bedrijven gaan gelden. Daarnaast gelden in de EU vanaf 2 augustus 2026 nieuwe verplichtingen uit de AI-verordening voor transparantie bij de inzet van AI-chatbots. Bedrijven moeten gebruikers dan onder meer informeren dat zij met een geautomatiseerd systeem communiceren.

Problemen met chatbots

De AP en ACM zien dat de meldingen over problemen met chatbots snel toenemen. Uit recent consumentenonderzoek door de ACM blijkt dat het ontbreken van menselijk contact bij een klantenservice een van de grootste ergernissen is. Ook blijkt dat chatbots soms slechte of zelfs onjuiste antwoorden geven, of mensen naar de mond praten zonder het probleem echt op te lossen. Verder is het voor mensen vaak onduidelijk of ze contact hebben met een chatbot of een medewerker. En ze slagen er niet altijd in om contact te krijgen met een medewerker als ze dat willen. Meer toezicht op het gebruik van chatbots is ook nodig vanwege risico’s op het gebied van informatiebeveiliging en privacy. Chatbots zijn een vorm van generatieve AI, die wordt getraind met grote hoeveelheden informatie en gegevens. Daar kunnen ook vertrouwelijke gegevens en documenten bij zitten. Dit kan het - bijvoorbeeld voor kwaadwillenden - mogelijk maken om de chatbot meer informatie te laten geven dan nodig is voor het beantwoorden van ‘gewone’ klantvragen, en deze vertrouwelijke informatie te ontfutselen. Dit brengt dataveiligheid in gevaar en kan zelfs tot datalekken leiden.

Bron: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl

2 oktober 2025