Artikelen van Harry van Drongelen

Tijdschrift NJB 9 (2016)
De transitievergoeding en ‘van werk naar werk’-begeleiding
Harry van Drongelen en Irmgard Borghouts-van de Pas
Op 1 juli 2015 is de Wet werk en zekerheid (Wwz)3 in werking getreden. Met de komst van de Wwz is het ontslagrecht ingrijpend gewijzigd en een transitievergoeding geïntroduceerd. In dit artikel stellen de auteurs zich de vraag wat de doelen en de theoretische effecten van de transitievergoeding zijn. Draagt de transitievergoeding bij aan het ‘van-werk-naar-werk’ helpen van werknemers die zijn ontslagen en wat kunnen we leren van ervaringen in het buitenland?
Sterven als delict
Ton Vink
Na publicatie van het eerste deel van dit artikel in 2012 liet het OM weten bij medisch Officieren van Justitie in het land aandacht te vragen voor de wijze waarop eventueel onderzoek plaatsvindt na het overlijden. Vier jaar later lijkt er nog niet veel veranderd. Nabestaanden van mensen die door zelfeuthanasie sterven worden nog steeds geconfronteerd met de criminalisering van het sterfbed van hun naaste.
Ruimte voor rechter en rechtspraak
Frits Bakker
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, reageert op het artikel dat een groep rechters, verenigd in Tegenlicht, in NJB publiceerde en op de resultaten van de Tegenlicht-enquête. Uit de enquête blijkt dat veel rechters zich zorgen maken over een scala aan kwesties. Bakker deelt de meeste zorgen.
Verbestuurlijking van de rechterlijke organisatie
Petra van der Veen
De gang van zaken rond het plan van de Raad voor de rechtspraak tot vergaande ontmanteling van zeven rechtbanken heeft de rechterlijke organisatie in verschillende opzichten geschaad. In zijn verhouding tot de politiek en lokale bestuurders en ketenpartners en in de beeldvorming en het vertrouwen van de samen-leving. Ook is opnieuw de problematische verhouding blootgelegd tussen de hogere bestuurslagen binnen de rechterlijke macht en de gerechten. Om dat laatste is het in dit stuk te doen. De scherven worden nu gelijmd en de focus ligt op hoe nu verder. Daarvoor is het belangrijk zicht te krijgen op de mogelijke oorzaken van de problematiek. In dit stuk wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de analyse van het probleem en aan een oplossing daarvan.
2 maart 2016
Tijdschrift NJB 33 (2015)
Urgenda en de trias
Roel Schutgens
Op 26 juni beval de Haagse rechter de Staat der Nederlanden om zijn inspanningen ter reductie van de Nederlandse CO2-uitstoot flink op te voeren. Per 2020 moet die uitstoot niet met de binnen de EU overeengekomen 20%, maar met de volgens internationale klimaatwetenschappers hoogst wenselijke 25% zijn teruggeschroefd. De redenering van de rechter bevat twee aspecten die uit constitutioneel oogpunt erg belangrijk zijn en daarom het individuele belang van deze zaak ontstijgen: de toepassing van de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm in algemeenbelangacties en de afweging die in casu op die basis wordt verricht. Deze aspecten worden in dit artikel onder de loep genomen.
Het Haagse klimaatvonnis
Lucas Bergkamp
De Haagse rechtbank had zich onbevoegd moeten verklaren om de vordering van Urgenda tot het opleggen van een bevel aan de Staat tot het wijzigen van het klimaatbeleid te behandelen, omdat het hier een politieke kwestie betreft die aan de andere machten is voorbehouden. Klimaatbeleid vereist complexe wetenschappelijke analyses, politieke afwegingen, verdelingsbeslissingen en dus waardeoordelen waartoe de rechter niet bevoegd en in staat is en waarvoor het positieve recht hem een onvoldoende leidraad biedt. Daarnaast is bij de analyse van de eisen die de rechtbank heeft gesteld aan het oorzakelijk verband tussen enerzijds het Nederlands klimaatbeleid en de emissies vanuit Nederland en, anderzijds, enige bestaande of te verwachten milieuschade in Nederland (of elders), het positieve recht uit het zicht verdwenen.
Urgenda, de zorgplicht en toekomstige generaties
Saskia Fikkers
Door regulering middels zorgplichten kan de complexe discussie of toekomstige generaties überhaupt rechten kunnen hebben en zo ja, hoe die dan vormgegeven zouden moeten worden, ontlopen worden. Het onderscheid tussen huidige en toekomstige generaties is zelfs onnodig complicerend als de belangen van beide gedekt worden door de zorgplicht. Consequentie is wel dat de grens tussen recht en politiek erg vaag wordt.
‘Wat er niet in de Ontslagregeling staat en de gevolgen daarvan’, een reactie
Harry van Drongelen
Van Slooten wijst er in zijn bijdrage in afl. 24 van het NJB op dat de omvang van de Ontslagregeling die op 11 mei 2015 in de Staatscourant is verschenen beperkter is dan de beleidsregels die waren neergelegd in het Besluit beleidsregels ontslagtaak UWV 20104 en die het UWV hanteerde op basis van het oude recht. Ik vrees dat hier onbedoeld twee zaken door elkaar zijn gehaald.
Naschrift
Jaap van Slooten
Van Drongelen reageert op mijn stelling dat de omvang van de Ontslagregeling beperkter is dan die van de voorheen geldende regels. Hij stelt dat hier twee zaken onbedoeld door elkaar zijn gehaald. Dat is niet juist.
29 september 2015