Besluit van 01-03-2024, Stb.2024, 49
Besluit tot wijziging van het Uitleveringsbesluit van Aruba, Curaçao en Sint Maarten ter invoering van de verkorte uitleveringsprocedure
—Het op 10 november 2010 te Straatsburg tot stand gekomen Derde aanvullend Protocol bij het Europees uitleveringsverdrag bevat de regeling van de zogeheten verkorte uitleveringsprocedure. Dit betreft de procedure waarbij de gezochte persoon na diens aanhouding (doorgaans bij de voorgeleiding) kan beslissen om in te stemmen met de uitlevering en waarbij de aangezochte staat de bevoegdheid heeft om dit ook te doen, zodat onmiddellijk uitgeleverd kan worden. Met het oog op de medegelding van het Derde aanvullend Protocol voor de Caribische landen van het Koninkrijk regelt dit wijzigingsbesluit van het uitleveringsbesluit van Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: Uitleveringsbesluit) de uitvoeringsregelgeving voor de verkorte uitleveringsprocedure voor deze landen. Naast de benodigde uitvoeringsregelgeving is ook de vrijheidsbeneming in geval van de reguliere uitleveringsprocedure van een expliciete basis in het Uitleveringsbesluit voorzien. De wijzigingen voorzien deels in codificatie van de huidige praktijk en zijn mede in het licht van artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vormgegeven. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de waarborg voor de niet ten uitvoerlegging van een opgelegde of eventueel op te leggen doodstraf van een expliciete basis in het Uitleveringsbesluit te voorzien en om enkele omissies te herstellen.