De adviescommissie vreemdelingenzaken (ACVZ) heeft op eigen initiatief een wetsadvies uitgebracht over de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND. Omdat deze wetgeving als spoedregelgeving is aangemerkt, is het wetsvoorstel niet in (internet)consultatie gebracht. De ACVZ is niet over het voorstel geconsulteerd. De adviescommissie laat desondanks weten het een zorgelijke ontwikkeling te vinden dat de rechtsbescherming van asielzoekers wordt beperkt omdat de overheid er niet in slaagt aan haar wettelijke verplichtingen te voldoen. De ACVZ is er niet van overtuigd dat de inperking van de rechtsbescherming noodzakelijk en proportioneel is.

De ACVZ merkt ten aanzien van de in dit wetsvoorstel voorgenomen maatregelen in haar advies op dat deze een verontrustende tendens aangeven dat rechten van vreemdelingen worden ingeperkt als gevolg van falen van de overheid. Al decennia is het beeld dat als gevolg van oplaaiende brandhaarden in de wereld het aantal asielaanvragen in Nederland tijdelijk exponentieel stijgt. Dat heeft zich in het verleden bijvoorbeeld voorgedaan als gevolg van gewapende conflicten in Joegoslavië, Irak, Afghanistan, de Hoorn van Afrika en meer recent in Syrië. De omstandigheid dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst gefinancierd wordt op instroom, waarbij geen rekening is gehouden met de bestaande werkvoorraad, is er in belangrijke mate debet aan dat beslistermijnen in heel veel zaken ruimschoots zijn overschreden. Het is de overheid te verwijten dat niet tijdig een correctie heeft plaatsgevonden.

De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is in werking gesteld om een financiële prikkel voor bestuursorganen in te stellen om te bewerkstelligen dat zij tijdig op aanvragen beslissen. Gelet op de hoge dwangsommen die aan de IND zijn opgelegd en de ontoereikende capaciteit om op aanvragen te beslissen, is de regering van oordeel dat deze financiële prikkel niet langer het beoogde effect heeft. De ACVZ begrijpt dat, gelet op de ontstane situatie, het voor de staatssecretaris lastig is om op korte termijn te bewerkstelligen dat de IND zich aan de wettelijke voorgeschreven beslistermijnen houdt. De ACVZ heeft er dan ook begrip voor dat de mogelijkheden om de IND in gebreke te stellen en de bestuursrechter een dwangsom op te laten leggen aan de IND, tijdelijk buiten toepassing worden gelaten. De regering anticipeert echter met een wetsvoorstel voor een permanente afschaffing, op het geheel onmogelijk maken van beide maatregelen. Volgens de regering zal worden gezocht naar een andere, passende prikkel om tijdig beslissen door het bestuursorgaan te bevorderen. Het is onzeker of een effectievere prikkel wordt gevonden en of een wetsvoorstel met die strekking daadwerkelijk zal worden ingediend en aangenomen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het doel van het opleggen van een dwangsom is om een sterke financiële prikkel te introduceren zodat de overheid beslistermijnen beter naleeft. De ACVZ is niet overtuigd van de noodzaak tot het vinden van een andere prikkel dan het opleggen van een dwangsom. De regering maakt niet duidelijk waarom het tijdig beslissen op asielaanvragen wezenlijk anders is dan het tijdig beslissen op andere bestuursrechtelijke zaken.

In de memorie van toelichting wordt door de regering een voorschot genomen op een permanente wet door erop te wijzen dat waar het asielaanvragen betreft het niet in balans is dat enerzijds tijdens de procedure in de kosten van levensbehoeften van aanvragers en gratis rechtsbijstand wordt voorzien, terwijl anderzijds deze aanvragers bij een te late beslissing grote bedragen kunnen ontvangen. De kosten van levensonderhoud en gratis rechtsbijstand werden ook al door de overheid bekostigd toen de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen door de Staten-Generaal werd aangenomen. Dit waren destijds geen redenen om de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen niet van toepassing te verklaren op verblijfsrechtelijke procedures.

 

Geen beroep mogelijk

Het wetsvoorstel voorziet er in, dat gedurende één jaar na inwerkingtreding van de wet geen beroep kan worden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het bestuursorgaan. De adviescommissie wijst erop dat het recht op toegang tot de rechter en het recht op een effectief rechtsmiddel fundamentele rechten zijn die in het concrete geval niet beperkt kunnen worden op grond van algemene efficiency argumenten. De beperking moet in het concrete geval proportioneel zijn in verhouding tot het legitieme (algemene) belang dat ermee gemoeid is. De absolute beperking van de toegang tot de bestuursrechter in het concrete geval kan niet gebaseerd worden op het (algemene) belang de IND te ontlasten.

 

Verlenging beslistermijn

Ook is door de staatssecretaris aangekondigd dat de beslistermijn in asielzaken wordt verlengd van zes naar twaalf maanden. Dit besluit van de staatssecretaris is (mede) gebaseerd op de Richtsnoeren van de Europese Commissie. In deze richtsnoeren wordt overwogen om de noodbepaling uit de Procedurerichtlijn - die een verlenging van de beslistermijn mogelijk maakt indien er een groot aantal asielzoekers tegelijk asiel aanvraagt - ook toe te passen op een situatie die voortvloeit uit de COVID-19-pandemie, omdat in de richtlijn deze situatie niet is voorzien. De ACVZ is van mening dat de aangekondigde verlenging van de beslistermijn niet in overeenstemming is met deze bepaling uit de Vw 2000, aangezien het aantal asielaanvragen gedurende de Corona-crisis juist is afgenomen.

Laatste nieuws