De in 2019 opgerichte speciale voorziening voor grote (inter)nationale handelsconflicten Netherlands Commercial Court (NCC) functioneert naar behoren, maar krijgt minder zaken dan verwacht. Dat blijkt uit een op 9 september 2025 gepubliceerde tussenevaluatie van het WODC. In relatief veel zaken staat de snelheid van besluitvorming voorop. Deze zaken zijn met een betrekkelijk eenvoudige procedure afgedaan. Om de doelstellingen binnen tien jaar te realiseren, lijkt óf een andere ontwikkeling van de NCC wenselijk, óf bijstelling van de verwachtingen over het aantal zaken of de aanlooptijd.

De NCC is opgericht voor het behandelen van complexe internationale handelsgeschillen. Daarnaast is de Netherlands Commercial Court of Appeal (NCCA) opgericht voor zaken in hoger beroep. Procedures bij de NCC(A) worden in het Engels gevoerd en uitspraken worden in het Engels gepubliceerd. Het Nederlands procesrecht is van toepassing. In de periode 2019-2024 heeft zowel de NCC als de NCCA zaken in behandeling genomen, in totaal 37. Anders dan verwacht, vereisten deze zaken minder vaak een complexe procedure. Relatief veel zaken betroffen een kort geding of een voorlopige voorziening. De naamsbekendheid van de NCC is groot, maar tegelijkertijd komt de NCC volgens respondenten momenteel in relatief weinig contracten terecht. Advocaten die een cliënt vertegenwoordigen in een zaak voor de NCC zijn merendeels tevreden tot zeer tevreden over de internationale handelskamer.

Minder zaken dan verwacht

Halverwege de aanloopperiode bleek dat het aantal zaken dat bij de NCC(A) terechtkomt aanzienlijk achterblijft bij de verwachting. Het verschil tussen verwachte en feitelijke instroom nam bovendien jaarlijks toe. In 2024 werden in plaats van de verwachte 87 zaken, 11 zaken in behandeling genomen. De lage instroom van zaken roept de vraag op of de NCC(A) in voldoende mate in staat is om in de toekomst, als de NCC volledig ontwikkeld is, de reguliere handelskamers te ontlasten. Ook is nog onzeker of deze voorziening budgetneutraal kan worden aangeboden, wat een randvoorwaarde was bij de oprichting. De tussentijdse evaluatie laat zien dat het onzeker is of alle ambities binnen de gestelde termijn gerealiseerd kunnen worden. Overwogen kan worden om de verwachtingen over het aantal zaken bij te stellen. Er kan ook worden gedacht aan bijsturing op het vlak van positionering, informatievoorziening of de bevoegdheid van de NCC-rechter. Van belang hierbij is dat de uitgangspunten achter de schatting van het aantal zaken en de aanlooptijd, anders waren dan de wijze waarop de NCC uiteindelijk vorm heeft gekregen.

De Netherlands Commercial Court – Een tussenbalans in de opstartfase

Bron: www.wodc.nl

Laatste nieuws