Sinds de introductie van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (Wamca) in 2020 moet de rechter bij de ontvankelijkheidsbeoordeling in een algemeenbelangactie de representativiteit van de procederende organisatie beoordelen. Een op 16 juni 2025 gepubliceerd onderzoek in opdracht van de WODC, laat zien dat in Nederland de Wamca weinig aanknopingspunten geeft voor de uitwerking van het representativiteitsvereiste. Dit leidt tot rechtsonduidelijkheid.

De Nederlandse rechter heeft inmiddels nader uitwerking gegeven aan het vereiste en kijkt naar de geschiktheid van de belangenorganisatie om op te komen voor het belang dat onderwerp is van de procedure én naar de relatie van de belangenorganisatie tot de achterban. De afgelopen tijd ligt daarbij de nadruk op het eerste aspect. In het onderzoek zijn de in Nederland gestelde eisen vergeleken met die in omringende landen. Ook in het buitenland wordt naar de twee aspecten gekeken, waarbij eveneens de nadruk ligt op de vraag of de belangenorganisatie geschikt is om op te komen voor de belangen die onderwerp zijn van de procedure. Met name wanneer de achterban diffuus, niet te bepalen of onbereikbaar is, kan het problematisch zijn om de representativiteit van de procederende belangenorganisatie te bepalen door te kijken naar de relatie van de belangenorganisatie tot de achterban. Dit is bijvoorbeeld het geval in milieuzaken en zaken die gaan om de bescherming van kwetsbare personen. Ook staat het hanteren van dit type eis in milieuzaken op gespannen voet met het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (Het Verdrag van Aarhus).

Rechtsvergelijking toegang tot de rechter van belangenorganisaties in algemeenbelangacties

Bron: www.wodc.nl

Laatste nieuws