Onze rechtsstaat is uitstekend geschikt voor juristen, maar niet voor burgers, zo concludeert juridisch onderzoeksinstituut Hague Institute for Innovation of Law (HiiL) in het vorige week uitgekomen rapport ‘Menselijk en rechtvaardig - Is de rechtsstaat er voor de burger?’ van auteurs Maurits Barendrecht, Krijn van Beek en Sam Muller. Voor problemen die mensen het vaakst ervaren, of die het meest belastend zijn – burenruzies, ontslag, scheiding – bieden juridische procedures meestal geen adequate oplossing. HiiL pleit voor nieuwe ‘routes’ voor tien veel voorkomende juridische problemen, waarbij de beste oplossing centraal staat in plaats van rigide procedures.

De rechtsstaat zou er moeten zijn voor mensen. Alle actoren in het rechtsstatelijke bouwwerk zullen dit zonder voorbehoud bevestigen maar kunnen tegelijkertijd bevestigen dat het niet zo uitwerkt als het ooit was bedoeld. Maar wat kun je er aan doen? Als rechter? Als advocaat? Als ambtenaar? Als minister?

Er zijn wel goede alternatieven. In de twee eeuwen sinds we onze huidige rechtsstatelijke regels hebben geïnstalleerd, is de wetenschap veel te weten gekomen over de aard van conflicten en de wegen naar oplossing en herstel. Met die kennis kan in elk geval geconcludeerd worden dat het niet goed zit met de basis-methodiek van claim en tegenclaim, van eisen en verdedigen; dat die polariserend werkt. Dat deze aanpak ondanks alle goede bedoelingen het probleem vaak groter maakt, duurder en schadelijker. En ook dat de tendens van polarisatie sterker is dan het tempo van invoering van nieuwe vormen van geschiloplossing. Zo werd in 2009 nog 60% van de geschillen opgelost, in 2014 was dit aantal gedaald naar 51%. Op een schaal van 1 tot 5 geven burgers een 3.1 op de vraag of de gang naar de rechter het probleem heeft opgelost, de vraag of inschakeling van een advocaat heeft bijgedragen aan de oplossing scoort een magere 2.7 op dezelfde schaal. De ervaren rechtvaardigheid van een scheidingsprocedure scoort ook niet hoog: 2,8 uit wederom 5. Bij andere procedures scoort de ervaren rechtvaardigheid een 3.1 tot 3.3.

Keurslijf

De rechtspraak is wettelijk verplicht om te werken met procedures die niet erg geschikt zijn voor de problemen die mensen als individu ervaren. De overheid, die deze inefficiënte rechtspraak bekostigt, ontmoedigt vervolgens het gebruik van de meest basale rechtstatelijke voorziening, de toegang tot een onafhankelijke neutrale rechter. Nieuwe toetreders als rechtsbijstandsverzekeraars, innovatieve rechters of start-ups moeten om die regels heen werken. Zij hebben te maken met flink gesubsidieerde concurrentie. De orde van advocaten houdt toezicht op de eigen leden, maar heeft daarmee ook zeggenschap over nieuwe diensten waarin die leden een rol hebben. En beheerst daarmee de toegang tot de eigen markt.

Slecht begaanbare routes

In het rapport worden de tien als meest problematisch ervaren juridische procedures beschreven en geanalyseerd. Het gaat om: Familierelaties en scheiding, Arbeidsrelaties en ontslag, Letselschade, Schulden, Zaken die misgaan in de zorg, Problemen met de overheid, Burenruzies, Toegang tot recht tegen uitingen in (sociale) media, Consumentenklachten over producten en diensten en Strafrechtelijke procedures. Op al deze terreinen is volgens het HiiL verandering noodzakelijk. Geen van deze procedures wordt systematisch gemonitord en er is geen instantie die eindverantwoordelijk is voor de behandeling van scheidingsproblemen, schuldenkwesties of het functioneren van de regelgeving rond ontslag. Daarom geven de data die in het rapport gehanteerd worden toch een beperkt beeld. Desalniettemin kan geconcludeerd worden dat de burger die in één van bovenstaande kwesties verzeild raakt niet al te veel van het rechtssysteem te verwachten heeft.

Muurvast

Met alle signalen dat het noodzakelijk en mogelijk is dat het rechtssysteem betere resultaten gaat boeken, zou je verwachten dat er een massieve innovatie inzet ontstaat. Maar dat gebeurt niet. Volgens experts zit het systeem muurvast, met weinig uitzicht op verbetering. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie, politici, advocatuur en rechtspraak zitten klem in eigen wettelijke rollen. Men is gewend om stap voor stap te vernieuwen, arrest voor arrest, artikel voor artikel, pilot voor pilot. Maar daar zitten de problemen veel te diep voor, aldus het rapport.

Advocatuur

Zo is het bijzonder zorgelijk dat de inschakeling van een advocaat geen onmiddellijk duidelijke voordelen biedt en dat de bevolking ook niet erg gelooft in de weg naar een advocaat als oplossing van het probleem. Terwijl de advocatuur in de rechtsstaat de beroepsgroep moet zijn die de toegang tot het recht voor gewone mensen zou moeten borgen. Uit onderzoek blijkt dat de advocatuur commercieel zeer succesvol is voor het grote bedrijfsleven, voor overheden en voor rijke particulieren. De overgrote meerderheid van de kwalitatief goede advocaten richt zich daar dan ook op. De advocatuur die gewone mensen bedient, bestaat wereldwijd uit jonge advocaten, die het vak nog moeten leren, kleine advocatencollectieven die een sociale roeping hebben en genoegen nemen met een zeer laag inkomen en oudere advocaten die als éénpitter of in kleine samenwerkingsverbanden vrijwel alle zaken doen die ze tegenkomen. Steeds meer analyses wijzen op de regels waarin de advocatuur zichzelf geleidelijk heeft opgesloten. Die regels maken een bedrijfsvoering gebaseerd op efficiënte, vreedzame geschiloplossing zeer onaantrekkelijk tot vrijwel onmogelijk.

Rechtspraak

Rechters vervolgens worden weliswaar goed gewaardeerd maar bij die hoge waardering moet worden bedacht dat mensen in de rechtszaal,en daaraan voorafgaand, vrij standaard wordt voorgehouden dat de rechter heel weinig voor ze kan doen. De rechter kan een uitspraak doen over wie gelijk of ongelijk heeft maar of dat een oplossing van het geschil inhoudt is maar de vraag. In de rechterlijke organisatie ligt nog steeds de nadruk op het schrijven van een goed vonnis: daar is het meeste tijd voor ingeruimd; daar wordt je als rechter vooral op beoordeeld; daarop maak je carrière met een promotie naar het gerechtshof. De Raad voor de Rechtspraak liet zien dat de complexiteit van bv. scheidingszaken behandeld door de rechter toeneemt. Er zijn meer geschilpunten en bewijsstukken per zaak. Ook in andere civiele zaken nam de omvang van de dossiers toe. Een steeds breder gedeelde opvatting is dat veel problemen van gewone mensen niet gejuridiseerd via het zogenaamde toernooimodel zouden moeten worden afgedaan. Het is contraproductief om buren, ouders of betrokkenen bij een noodlottig ongeval elkaar te laten bestoken met claims, beschuldigingen, ontkenningen en verweren. Dat is zelden de goede route naar een aanvaardbare waarheid, verwerking, erkenning, verantwoording, praktische oplossing of genoegdoening. Toch biedt de rechtsstaat nog steeds vooral procedures aan waarin polarisatie volgens de regels ‘verplicht’ is.

De rechtspraak is voor de ontwikkeling van nieuwe procedures is afhankelijk van het Ministerie van VenJ. De wetboeken van Burgerlijke Rechtsvordering, van Strafvordering en de Algemene Wet Bestuursrecht zijn niet één, twee, drie te wijzigen. De regie daarover is in handen van een kleine groep wetgevingsjuristen en procesrechtspecialisten aan universiteiten. Zij werken over het algemeen niet vanuit de behoeften van de burger aan goede trajecten naar oplossingen. De bestaande wettelijke regels worden min of meer als heilige uitgangspunt gehanteerd. Het huidige systeem van financiering werkt ook niet bepaald mee. Rechtbanken krijgen volgens een voor burgers en politiek moeilijk te achterhalen en te controleren systeem betaald. In ons land is dat een bekostiging per zaak.Een zaak is voor de rechtbank een procedure die tot een uitspraak leidt of eerder wordt ingetrokken. Het is voor een rechtbank dus interessant om veel zaken te hebben. Meerdere zaken in één geschil tussen twee partijen is financieel aantrekkelijk. Rechtbanken hebben er dus geen belang bij om voor veel voorkomende geschillen één traject te ontwikkelen waarin snel een goede en effectieve oplossing wordt bereikt. Ze varen financieel wel bij complexiteit, bij voortdurende geschillen, bij rechters die hun bevoegdheid nauw opvatten en alleen een stukje van de zaak behandelen. Of de uitspraak het onderliggende probleem oplost, is in de financiering niet relevant.

Oplossingsrichtingen

De sleutel voor een oplossing van deze dilemma’s is om per soort probleem voor de burger een geschikte procedure met een deugdelijk financieringsmodel te ontwikkelen. Er zijn vele prototypes en voorbeelden van procedures die veel beter toegesneden zijn en verder ontwikkeld kunnen worden om bepaalde problemen van gewone mensen snel, effectief en rechtvaardig op te lossen. De beste van deze nieuwe procedures zijn voor de rechtzoekende één traject, van een diagnose, via onderhandeling met de andere partij naar een neutrale derde die een beslissing kan (helpen) nemen. Voor deze procedures is ook een sluitende financiering mogelijk. Enkele voorbeelden die genoemd worden zijn: De nieuwe zaaksbehandeling voor administratieve zaken; Mediation in strafzaken tussen daders en slachtoffers; Mediation in civiele rechtszaken geïntegreerd in (procedures van) rechtbanken; Problemsolving court procedures voor verslaafden, jeugdzaken en andere veel voorkomende criminaliteit (VS, Angelsaksische landen); Rechtspraak voor scheiding door panels van rechters-juristen en in psychologie opgeleide rechters; De burenrechter: Duidelijk, Dichtbij en Duurzaam; de eKanton procedure; Nieuwe wijze van behandeling voor de naar schatting duizend complexe, gemiddeld 8 tot 10 jaar durende conflicten tussen overheid en burger; Zittingsmodellen voor de civiele rechtspraak waarin partijen met professionele conflictoplossingsmethoden worden begeleid; Snelle procedures voor letselschade (Deelgeschillen rechter); Kort geding procedures die snel een voorlopige voorziening treffen zodat partijen verder kunnen; Locale vrederechters uit de gemeenschap die onder toezicht van rechters opereren en de Spreekuurrechter. In de HiiL trendrapporten, als bijlage bij het rapport te vinden, zijn nog veel meer voorbeelden te lezen.

Pilots en doorzetten

Geen enkele van deze vernieuwende procedures of mogelijke procedures is in de afgelopen 20 jaar consistent en breed ingezet. Prototypes worden niet ingevoerd of verder ontwikkeld. Pilots niet opgeschaald. Ontwikkelingssubsidies mondjesmaat toegekend. Bestuurlijk wordt er tot nu toe vooral over juridische innovatie gepraat. Nieuwe ontwikkelingen worden aan of in bestaande systemen gemonteerd, op een manier die bij voorbaat kansloos is. De bekostiging van de rechtshulpverleners en rechtbanken in deze nieuwe, meer verbindende procedures die soms in pilotvorm ter beschikking komen, is bovendien steevast slechter dan in de procedures op tegenspraak. Intussen blijven honderden miljoenen aan overheidsgeld (het grootste deel van de 400 miljoen rechtsbijstand en de 1 miljard rechtspraak) de kant op stromen van de ineffectievere procedures in het strijdmodel.  

Het rapport en de trendrapportages zijn te vinden op www.hiil.org.

Laatste nieuws