Verdachten worden soms nog steeds zonder goede onderbouwing in voorlopige hechtenis gehouden. Dit blijkt uit een op 17 september 2025 gepubliceerd onderzoek van de Universiteit Tilburg, in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens. Het onderzoek is een vervolg op het rapport uit 2017, waarin het College concludeerde dat de motivering niet voldeed aan de wettelijke voorwaarden. Hoewel er sindsdien verbeteringen zijn, worden de beslissingen in sommige gevallen onvoldoende gemotiveerd door rechters.
In 2021 werd Nederland door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) veroordeeld vanwege onvoldoende gemotiveerde beslissingen. Sindsdien staat Nederland onder toezicht van het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Het nieuwe onderzoek richt zich specifiek op de verbeteringen van de motiveringspraktijk. Het onderzoek toont aan dat er verbetering is ten opzichte van 2017. Zo worden standaardformulieren en zogenoemde ‘kruisjesformulieren’ vrijwel niet meer gebruikt. Ook wordt er beter gekeken naar de specifieke omstandigheden van de verdachte. Toch blijven er zorgelijke signalen over onvoldoende gemotiveerde beslissingen: de motivering is vaak nog steeds te algemeen en niet specifiek op de zaak afgesteld. Vooral als er gebruik gemaakt wordt van tekstblokken en -sjablonen. Ook wanneer rechters verwijzen naar de motivering van de eerdere rechter wordt niet altijd nauwkeurig aangegeven welke overwegingen de rechter overneemt en waarom. Tot slot wordt bij de afwijzing van een schorsings- of opheffingsverzoek niet voldoende gemotiveerd waarom de afweging in het nadeel van de verdachte uitvalt en waarom er geen minder ingrijpende oplossing mogelijk is.
Nieuwe aanbevelingen
In het rapport wijzen onderzoekers op de aanbevelingen uit 2017 van het College. Daaraan voegen onderzoekers enkele nieuwe aanbevelingen toe:
- Uit een enkel dossier kregen wij de indruk dat (de onderbouwing voor) de motivering van een beslissing inzake voorlopige hechtenis sporadisch niet (geheel) in de beschikking is opgenomen, maar in het proces-verbaal. Wij adviseren deze praktijk te beëindigen en alle overwegingen die aan de beslissing ten grondslag liggen in de beschikking te vermelden.
- Het gebruik van tekstblokken en -sjablonen is op zichzelf niet problematisch, maar kan wel ertoe leiden dat daarmee wordt volstaan. Bij de formulering van de tekstblokken kan tot het gebruik van een op de zaak toegesneden motivering worden uitgenodigd. Daartoe kunnen bouwstenen worden gebruikt die niet bruikbaar zijn zonder invulling aan de hand van op de zaak toegesneden informatie.
- Het overnemen van overwegingen of verwijzen naar de motivering van de eerdere rechter zou met meer precisie kunnen worden gedaan. Daarbij zou nauwkeuriger kunnen worden aangegeven welke overwegingen de rechter overneemt. Indien tegen de eerdere beslissingen verweer is gevoerd, zou dat aanleiding kunnen zijn toe te lichten waarom dat de rechter niet op andere gedachten brengt. Naarmate tussen de beslissingen meer tijd verstrijkt wordt daarnaast van belang toe te lichten waarom dat tijdverloop niet leidt tot een ander oordeel.
- Wij adviseren dat gerechten onderling met elkaar nadere afstemming zoeken over de te hanteren werkwijze en over de wijze waarop het de rechter gemakkelijker kan worden gemaakt zijn beslissing gedegen te motiveren. Ons onderzoek wijst uit dat er tussen de onderzochte (zittingsdagen van) gerechten grote verschillen bestaan in de mate waarin thans (deel)beslissingen worden gemotiveerd.
- Op een meer concreet niveau adviseren wij in de beschikking op te nemen dat en waarom sprake is van een misdrijf als bedoeld in art. 67 Sv.
- Als een schorsings- of opheffingsverzoek wordt afgewezen op grond van een afweging tussen de belangen van de samenleving en de belangen van het individu zou de motivering meer moeten behelzen dan die kale overweging. De rechter dient dan - mede in het licht van de ultimum remedium gedachte - te motiveren waarom de afweging in het nadeel van de verdachte uitvalt en waarom die zwaarder wegende belangen niet op een andere, minder ingrijpende manier kunnen worden gewaarborgd.
Het College roept de Nederlandse staat op om de aanbevelingen op te volgen en bij te dragen aan een verbetering van de wijze waarop beslissingen worden gemotiveerd. Daarnaast moet de staat ook faciliteren dat de rechtspraak kan blijven verbeteren, bijvoorbeeld door voldoende capaciteit beschikbaar te stellen. Tot slot gaat het College graag in gesprek met de rechterlijke macht en de Nederlandse staat om mee te denken over de wijze waarop de noodzakelijke verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.
Meer tekst en uitleg - Vervolgonderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis
Bron: www.mensenrechten.nl