Een hoogleraar met praktijkervaring in de vorm van nevenfuncties staat onafhankelijkheid niet per definitie in de weg en draagt juist bij aan de verbinding tussen universiteiten en samenleving. Dat schrijft de Minister van OCW op 23 mei 2025 op vragen van het Kamerlid Stultiens van GroenLinks-PvdA over een onderzoek van de Universiteit Leiden waaruit blijkt dat de helft van de fiscale hoogleraren belastingrecht een commerciële baan erbij heeft.
De minister schrijft dat hoogleraren wel moeten voldoen aan de algemeen geaccepteerde normen van wetenschappelijke integriteit. De wetenschappelijke integriteit wordt in Nederland geborgd door de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (NGWI), die voor alle universiteiten geldt. De NGWI wordt op dit moment herzien door een schrijfcommissie. Bij de herziening is aandacht voor transparantie, onafhankelijkheid en het voorkomen van oneigenlijke beïnvloeding. De nieuwe code is naar verwachting begin 2026 gereed.
Schijn van belangenverstrengeling
De minister vindt het onwenselijk als een schijn van belangenverstrengeling wordt opgeroepen door de wijze waarop onderzoek en leerstoelen worden gefinancierd. Het is de verantwoordelijkheid van de wetenschappers zelf en van de universiteiten om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen. De minister verwacht dan ook van de Colleges van Bestuur dat zij het belang van wetenschappelijke integriteit en onafhankelijkheid altijd voorop blijven zetten en de schijn van belangenverstrengeling zo veel mogelijk tegengaan. Zij zijn er als werkgever voor verantwoordelijk dat hoogleraren hun nevenfuncties correct doorgeven, zoals dat van hoogleraren wordt verwacht conform de Sectorale regeling nevenwerkzaamheden Nederlandse universiteiten 2024. Ook is het de verantwoordelijkheid van de Colleges om de balans te bewaken tussen bijzondere en gewone hoogleraren met en zonder een nevenfunctie alsmede de balans tussen leerstoelen die door de universiteit of extern worden gefinancierd.
Bron: www.open.overheid.nl