Werk aan de winkel


Wat betreft de naleving van kinderrechten is in Nederland al veel bereikt, maar toch zijn er ook hier nog altijd tienduizenden kinderen het slachtoffer van (ernstige) kinderrechtenschendingen. Juist voor kwetsbare kinderen verbetert er weinig. 

Dat melden UNICEF Nederland en Defence for Children naar aanleiding van de presentatie van het Jaarbericht Kinderrechten 2014. Het Jaarbericht Kinderrechten werd op 17 juni aangeboden aan de Vaste Kamercommissie van Veiligheid en Justitie. Het analyseert de kinderrechtensituatie van vijf groepen kwetsbare kinderen in Nederland: kinderen in de jeugdzorg, slachtoffers van kindermishandeling en van uitbuiting, kinderen die te maken hebben met het jeugd strafrecht en met het migratierecht. Per onderwerp worden vanuit het VN-Kinderrechtenverdrag beginselen vastgesteld die het uitgangspunt moeten vormen voor het desbetreffende beleidsterrein.
Op basis van de beginselen zijn meetbare indicatoren vastgesteld. Om ontwikkelingen in de kinderrechtensituatie te kunnen signaleren zijn, waar mogelijk, de indicatoren door de jaren heen hetzelfde gehouden. Het VN-Kinderrechtenverdrag bestaat dit jaar 25 jaar. Samen met vijf vakdeskundigen wordt in het rapport teruggeblikt op de winst die op het terrein van kinderrechten is geboekt en vooruit op de agenda voor de toekomst.
 

De cijfers

Het Jaarbericht Kinderrechten zet elk jaar de belangrijkste cijfers over de kinderrechtensituatie in Nederland op een rij. In 2014 zijn er nog altijd tienduizenden kinderen in Nederland het slachtoffer van ernstige kinderrechtenschendingen. Juist voor kwetsbare kinderen verbetert er weinig:

  • 260 minderjarige slachtoffers van uitbuiting, een toename van 17% ten opzichte van 2012 en ruim een verdubbeling sinds 2009.
  • 10.587 meldingen over kinderporno. In 2010 ging het nog om 1.260 meldingen. Het gaat om kinderpornografie die in Nederland op servers staat, daarmee staat Nederland in de top 3 van landen waar kinderporno wordt gehost, op basis van cijfers van gemeld strafbaar materiaal.
  • Van alle strafrechtelijk opgesloten kinderen in justitiële jeugdinrichtingen zit 74% in voorarrest in afwachting van een uitspraak van de rechter over hun zaak. Bijna 7.000 kinderen zijn in verzekering gesteld, waarbij de meeste een nacht of meer doorbrengen in een politiecel.
  • In 2013 werd er van 2.368 minderjarigen DNA-materiaal opgeslagen in de DNA-databank voor Strafzaken. Eind 2013 stonden er in deze databank maar liefst 22.649 DNA-profielen geregistreerd op basis van een jeugdveroordeling. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2009.
  • 2.511 kinderen uit het buitenland mochten niet naar hun vader of moeder komen die legaal in Nederland woont door de bijzonder kind-onvriendelijke gezinsmigratieregels.


De aanbevelingen

Hieronder volgen, in het kort, de aanbevelingen uit het rapport.


Uitbuiting

  1. Zorg dat alle medewerkers bij instanties die contact hebben met (potentiële) minderjarige slachtoffers van uitbuiting getraind zijn in het herkennen van signalen en deze melden bij CoMensha.
  2. Werk aan de (h)erkenning van uitbuiting van bedelarij/criminaliteit.
  3. Stel het belang van het kind voorop bij beslissingen over verblijfsrecht van buitenlandse minderjarige slachtoffers van mensenhandel en pas de B8/3- procedure toe.
  4. Stimuleer de ICT-sector, met name (hosting) providers, om de verspreiding van kinderpornografie tegen te gaan en (internationaal) online kindermisbruik te bestrijden.


Jeugdstrafrecht

  1. Zorg dat de speciale rechtspositie van minderjarigen in het strafrecht ook bij de ZSM-werkwijze (Zo Simpel, Selectief, Slim en Samenlevingsgericht Mogelijk) gewaarborgd is en dat politie, Openbaar Ministerie en rechterlijke instanties voldoende gespecialiseerd zijn in het werken met minderjarigen.
  2. Zorg dat minderjarigen tot maximaal drie dagen in een politiecel verblijven. Onderzoek of de plaatsing van minderjarigen in voorarrest in justitiële jeugdinrichtingen een uiterste maatregel is.
  3. Sluit 12- en 13-jarigen niet in justitiële jeugdinrichtingen op, maar pas alternatieven toe.
  4. Maak een niet-ontvankelijkverklaring mogelijk indien de redelijke termijn in zaken van minderjarigen ruim overschreden wordt.
  5.  Schaf het voorbehoud van Nederland af, dat toepassing van volwassenstrafrecht bij 16- en 17-jarigen mogelijk maakt. Pas de wet aan zodat een pij-maatregel niet omgezet kan worden in een TBS-maatregel die levenslang kan duren.
  6. Betrek jongeren bij het nazorg- en resocialisatiebeleid.
  7. Maak herstelrechtinterventies toegankelijk voor alle jongeren in het jeugdstrafrecht.
  8. Neem een aparte bepaling op voor minderjarigen in de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden.

Afbeelding


Jeugdzorg

  1. Waarborg de continuïteit van alle jeugdhulp in het nieuwe jeugdstelsel en waak ervoor dat er geen ongerechtvaardigde landelijke verschillen ontstaan in de toegang tot en de kwaliteit van jeugdhulp.
  2. Garandeer dat alle minderjarigen de jeugdhulp krijgen die ze nodig hebben en stel hiervoor landelijk uniforme minimumeisen.
  3. Pas de Jeugdwet zo aan dat deze geen onderscheid maakt tussen rechtmatig en niet-rechtmatig in Nederland verblijvende minderjarigen.
  4. Zie erop toe dat een plaatsing in een instelling voor gesloten jeugdzorg een uiterste middel is en plaats geen minderjarigen in de gesloten jeugdzorg zonder voorafgaande rechterlijke toets.
  5. Zie erop toe dat de besluitvorming over een ondertoezichtstelling en/of uithuisplaatsing van een kind zorgvuldiger plaatsvindt.
  6. Verbeter de zorg aan zestien-plussers die een pleeggezin of instelling verlaten.


Kindermishandeling

  1. Voer landelijke regie over de preventie en aanpak van kindermishandeling door gemeenten te sturen in het beschikken over een gedegen beleid en de monitoring daarvan.
  2. Betrek het perspectief van kinderen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid gericht op de preventie en aanpak van kindermishandeling.
  3. Geef specifieke aandacht aan kinderen die extra risico lopen om slachtoffer te worden van mishandeling.
  4. Maak vaart met het toezicht op de implementatie van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
  5. Investeer in het vergroten van de deskundigheid en vaardigheden van (toekomstige) beroepskrachten over kindermishandeling en zorg voor structurele aandacht voor kindermishandeling in beroepsopleidingen.
  6. Zorg dat ieder mishandeld kind een zorgvuldig en deskundig diagnostisch multidisciplinair onderzoek en gespecialiseerde hulp kan krijgen.
  7. Verbeter de rechtspositie van minderjarige slachtoffers en getuigen en investeer in de strafrechtelijke aanpak van kindermishandeling.


Migratie

  1. Pas het Kinderpardon toe op alle kinderen en jongeren die voor hun achttiende levensjaar langer dan vijf jaar in Nederland waren en een verblijfsprocedure hebben doorlopen.
  2. Zet geen kinderen in vreemdelingendetentie en creëer een wettelijk verbod op het toepassen van grensdetentie en vreemdelingenbewaring bij kinderen.
  3. Stop het voortdurend verhuizen van asielzoekerskinderen.
  4. Vang gezinnen met kinderen op in kindvriendelijke asielzoekerscentra, schaf de gezinslocaties af, regel terugkeer vanuit reguliere asielzoekerscentra.
  5. Creëer een speciale kindervergunning voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen als zij (nog) niet terug kunnen keren naar hun land van herkomst.
  6. Sluit de grootschalige opvangcentra voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen en vang hen zoveel mogelijk op in pleeggezinnen of in kleine woongroepen.
  7. Geef achtergebleven jongeren die eerder nadeel ondervonden van inmiddels hersteld gezinsherenigingsbeleid maar die nu volwassen zijn, een nieuwe kans om zich bij hun ouders in Nederland te voegen.

Afbeelding


Gezinshereniging

Wat betreft de laatste aanbeveling: de verbeteringen die in de vorige kabinetsperiode zijn doorgevoerd voor nareizende biologische kinderen die zich willen herenigen met hun vluchtelingenouder(s) in Nederland, zijn voor het eerst zichtbaar in de cijfers. Sinds 16 juli 2012 mogen zij hun familieband aantonen met een DNA-test (Kamerstukken II 2011/12, 19 637, nr. 1568). Voorheen werden de kinderen onderworpen aan voor hen moeilijke en lange interviews. Het percentage afwijzingen van deze specifieke groep daalde daarmee van 78% in 2012 tot 37% in 2013.
Voor kinderen die gedurende voorgaande jaren nog wel te maken hadden met de moeilijke interviews op de ambassade, en die inmiddels achttien jaar zijn geworden, wordt geen rechtsherstel geboden (Kamerstukken II 2013/14, 19 637, nr. 1797). UNICEF Nederland en Defence for Children vinden dat zij recht hebben op een tweede kans om eindelijk naar hun ouders te kunnen komen.

Bron: Jaarbericht Kinderrechten 2014, www.defenceforchildren.nl

Laatste nieuws