Een lidstaat kan niet weigeren het huwelijk tussen twee Unieburgers van hetzelfde geslacht te erkennen wanneer zij wettig een huwelijk hebben gesloten in een andere lidstaat, waar zij hun recht van vrij verkeer en verblijf hebben uitgeoefend. Dat is het oordeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) op 25 november 2025 na een verzoek om een prejudiciële beslissing van de hoogste bestuursrechter in Polen.

Twee Poolse burgers die in Duitsland zijn getrouwd, verzoeken om de overschrijving van hun huwelijksakte in het Poolse register van de burgerlijke stand, zodat hun huwelijk wordt erkend in Polen. De bevoegde autoriteiten hebben hun verzoek afgewezen omdat het Poolse recht geen huwelijken toestaat tussen personen van hetzelfde geslacht.

Oordeel HvJ EU

Het Hof wijst erop dat de lidstaten weliswaar bevoegd zijn voor de regels inzake het huwelijk, maar dat zij bij de uitoefening van die bevoegdheid het Unierecht in acht moeten nemen. De echtgenoten waarover het gaat hebben als burgers van de Europese Unie het recht om vrij te reizen naar en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten en zij hebben het recht om een normaal gezinsleven te leiden, niet alleen tijdens de uitoefening van dit recht, maar ook bij de terugkeer naar de lidstaat waar ze vandaan komen. Specifiek wanneer zij in een gastlidstaat een gezinsleven opbouwen, met name door het huwelijk, moeten zij zeker kunnen zijn dat zij hun gezinsleven bij de terugkeer naar de lidstaat waar ze vandaan komen, kunnen voortzetten. De weigering om het huwelijk te erkennen tussen twee Unieburgers van hetzelfde geslacht, dat wettig is gesloten in een andere lidstaat tijdens de uitoefening van hun recht om vrij te reizen en te verblijven, kan ernstige administratieve, professionele en persoonlijke ongemakken met zich meebrengen, waardoor de echtgenoten zich genoodzaakt zien om in de lidstaat waar zij vandaan komen als alleenstaanden te leven. Daarom oordeelt het Hof dat een dergelijke weigering in strijd is met het Unierecht. Niet alleen wordt het recht van vrij verkeer en verblijf geschonden, maar ook het grondrecht op eerbiediging van het privéleven, familie- en gezinsleven. Volgens het Hof druist de verplichting tot erkenning niet in tegen de nationale identiteit en vormt zij ook geen bedreiging voor de openbare orde van de lidstaat waar de echtgenoten vandaan komen. Die verplichting betekent immers niet dat die lidstaat het huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht in zijn nationale recht moet opnemen. Bovendien hebben de lidstaten enige beoordelingsvrijheid om te kiezen op welke manier een dergelijk huwelijk wordt erkend, en de overschrijving van een buitenlandse huwelijksakte is slechts een van de mogelijkheden. Het Hof onderstreept wel dat deze mogelijkheden die erkenning niet onmogelijk of zeer moeilijk mogen maken, en koppels van hetzelfde geslacht ook niet mogen discrimineren vanwege hun seksuele geaardheid, wat wel het geval is wanneer het nationale recht voor deze koppels geen mogelijkheid tot erkenning biedt die gelijkwaardig is aan die voor koppels van verschillend geslacht. Aangezien overschrijving de enige manier is die het Poolse recht kent om een in een andere lidstaat gesloten huwelijk daadwerkelijk door de overheid te laten erkennen, moet Polen deze manier zonder onderscheid toepassen op huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht en op huwelijken tussen personen van verschillend geslacht.

ECLI:EU:C:2025:917

Bron: www.curia.europa.eu

Laatste nieuws