De Hoge Raad heeft op 9 december 2022 bepaalt dat rechters geen gedwongen anticonceptie mogen opleggen. Dit mag alleen voor gevallen waarin een aanzienlijk risico bestaat op levensgevaar of ernstige lichamelijke of psychische schade als gevolg van zwangerschap of bevalling.

Op 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in werking getreden. Verplichte zorg is nodig als er door de psychische stoornis gevaar is of dreigt voor de persoon zelf of voor anderen. Sinds de inwerkingtreding van de Wvggz hebben rechters verschillend geoordeeld over de mogelijkheid van anticonceptie als vorm van gedwongen zorg. In een aantal gevallen heeft de rechter verplichte anticonceptie als vorm van gedwongen zorg in een zorgmachtiging opgelegd.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat de Wvggz geen voldoende duidelijke en voorzienbare wettelijke grondslag biedt voor gedwongen anticonceptie, op één uitzondering na. In het bijzonder biedt de Wvggz geen basis voor het voorkomen van ‘onverantwoord ouderschap’ of van ernstige nadelen die voor de betrokkene niet direct aan de zwangerschap of de bevalling zelf verbonden zijn, maar aan het krijgen van een kind. De Wvggz biedt ook geen grondslag voor verplichte anticonceptie ter voorkoming van ernstig nadeel voor een toekomstig kind. Het recht om over het eigen lichaam te beschikken en keuzes te maken rond het stichten van een gezin, waaronder het recht om zelf te beslissen om al dan niet zwanger te worden, wordt beschermd door het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 8). Voor een inbreuk op dat recht is een wettelijke grondslag nodig.

Medisch onverantwoorde zwangerschap

Volgens de Hoge Raad biedt de Wvggz slechts in één geval wel een voldoende duidelijke en voorzienbare grondslag voor verplichte anticonceptie: als een zwangerschap voor de betrokkene medisch onverantwoord is omdat de zwangerschap of de bevalling zelf een aanzienlijk risico meebrengt op levensgevaar of op ernstig lichamelijk letsel of ernstige psychische schade voor de betrokkene zelf, en als het voorkomen van een zwangerschap daarom noodzakelijk is.

ECLI:NL:HR:2022:1850

Bron: www.hogeraad.nl

Laatste nieuws