Overheidsinstanties maken gebruik van risicoprofielen om besluiten te nemen over burgers. De wet en rechtspraak bieden daartoe de ruimte, maar het gevaar bestaat dat dit leidt tot discriminatie op grond van ras of nationaliteit. In de praktijk kan dan sprake zijn van etnisch profileren. Om etnisch profileren te helpen voorkomen, heeft het College voor de Rechten van de Mens een toetsingskader en bijbehorende beslisboom voor risicoprofielen ontwikkeld.

De inzet van risicoprofielen door bijvoorbeeld de Belastingdienst, Koninklijke Marechaussee en gemeenten beoogt snel, efficiënt en consistent controle- en handhavingsbevoegdheden uit te oefenen. Maar overheidsinstanties horen mensen aan te spreken naar aanleiding van hun gedragingen, en niet op basis van etnische kenmerken of afkomst. Toch gebeurt dit laatste in de praktijk wel, en ziet het College voor de Rechten van de Mens dat risicoprofielen tot discriminatie kunnen leiden. Etnisch profileren vergroot stigmatisering van bepaalde bevolkingsgroepen, en maakt dat mensen zich vernederd, onveilig en in hun waarde aangetast voelen. Bovendien wakkert het wantrouwen in overheidsinstanties aan en doet het afbreuk aan het vertrouwen in de rechtsstaat. Daarmee is deze vorm van discriminatie een ernstige schending van de mensenrechten.

Toetsingskader voor risicoprofielen

Om etnisch profileren in de praktijk te helpen voorkomen, heeft het College voor overheidsinstanties een mensenrechtelijk toetsingskader voor risicoprofielen ontwikkeld. Dit toetsingskader biedt handvatten voor het doorlichten en beoordelen van een risicoprofiel op discriminatie. Het bevat een minimale norm waar overheidsinstanties zich ten minste aan moeten houden als zij een risicoprofiel opstellen en inzetten, en is gebaseerd op uitspraken van nationale en internationale rechters en toezichthouders.

Allereerst is het nodig dat selectiecriteria transparant en uitlegbaar zijn, zodat een risicoprofiel beoordeeld kan worden. Bij deze beoordeling komt veel kijken, zeker wanneer etniciteit, afkomst en nationaliteit een rol spelen. Dan kan er namelijk sprake zijn van discriminatie. Ook selectiecriteria die ogenschijnlijk neutraal lijken kunnen discrimineren. Juist daarom is het belangrijk dat overheidsinstanties begrijpen hoe risicoprofielen juridisch verantwoord gebruikt kunnen worden.

Het is van het grootste belang om geen risicoprofiel te gebruiken dat uitsluitend of in doorslaggevende mate gebaseerd is op etniciteit, afkomst of nationaliteit, of een risicoprofiel dat zich alleen richt op mensen uit één specifiek land van herkomst of met een specifieke nationaliteit. Het gebruik van etniciteit, afkomst of nationaliteit is bij hoge uitzondering toegestaan en het bewijs van deze noodzaak moet onomstotelijkzijn. 

Laatste nieuws