Staatsraad advocaat-generaal Snijders heeft op 5 juli 2023 zijn conclusie uitgebracht over de prejudiciële vragen zoals op grond van de Tijdelijke wet Groningen (TwG) zijn gesteld door de rechtbank Noord-Nederland in een geding tegen het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG).

Ná de verkoop, maar vóór de levering van de woning heeft de verkoper bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) vergoeding gevraagd van schade aan de woning. Het IMG heeft de vergoeding ná de levering toegekend, maar is later daarvan teruggekomen. De aanvraag is alsnog afgewezen en het uitgekeerde bedrag is teruggevorderd. Het IMG is van mening dat niet de verkoper, maar de kopers recht hebben op de vergoeding. Volgens het IMG bevat zowel de koopakte als de leveringsakte een beding waardoor dat recht is overgegaan op de kopers.

Prejudiciële vragen

De vragen van de rechtbank hebben tot inzet of het standpunt van het IMG juist is. De rechtbank heeft de Afdeling de volgende vragen gesteld:

  1. Is het IMG bevoegd om de vergoeding in te trekken?
  2. Op welk tijdstip moet iemand recht hebben op de vergoeding: is dat het tijdstip van de aanvraag van de vergoeding of is dat het tijdstip waarop het IMG op de aanvraag beslist?
  3. Wat is de betekenis van het beding in de koopakte en de leveringsakte?
  4. Welk onderzoek kan van het IMG worden gevergd bij de vraag of de koper dan wel de verkoper recht heeft op schadevergoeding?

Conclusie

De staatsraad advocaat-generaal komt in zijn conclusie tot de volgende antwoorden:

  1. Het IMG mag de vergoeding intrekken als deze ten onrechte is toegekend en de verkoper dat behoorde te weten.
  2. De aanvrager moet recht op de vergoeding hebben op het tijdstip waarop het IMG op de aanvraag beslist.
  3. De betekenis van het beding in de koopakte en de leveringsakte kan per geval verschillen. Voor de koopakte is gebruikgemaakt van de zogeheten NVM-koopakte, die zeer veel wordt gebruikt. Het beding in die akte laat alle bestaande aanspraken op vergoeding van schade aan de woning overgaan op de koper. Dat is echter niet altijd de bedoeling van de verkoper en koper, terwijl hun bedoeling beslissend is. Het beding is dus in sommige gevallen te ruim geformuleerd. Onderzocht moet worden wat in dit geval de bedoeling van de verkoper en de kopers is geweest.
  4. Het IMG moet de vergoeding aan de verkoper betalen als de koper geen mededeling aan het IMG heeft gedaan van het feit dat het recht op de vergoeding aan hem is overgegaan. De wet eist namelijk dat daarvan mededeling wordt gedaan aan degene die moet betalen. Het IMG mag de koper wijzen op de noodzaak om die mededeling te doen. Het IMG zal behoorlijk moeten onderzoeken of een overgang van het recht op de vergoeding tussen de verkoper en koper is afgesproken. Het kan niet alleen afgaan op het feit dat gebruik is gemaakt van de NVM-koopakte waarin dat beding staat of van een leveringsakte met een vergelijkbaar beding.

ECLI:NL:RVS:2023:2590

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws