Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft in een uitspraak van 30 januari 2024 geoordeeld dat bestuursorganen en bestuursrechters vaker dan tot nu toe het geval was moeten aannemen dat een termijnoverschrijding verschoonbaar is. Met deze minder strenge benadering wil het CBb bestuursorganen en bestuursrechters zoveel mogelijk ruimte bieden om van geval tot geval maatwerk te leveren.

De uitspraak over verschoonbaarheid (art. 6:11 van de Abw) volgt op de conclusie van raadsheer advocaat-generaal mr. R.J.G.M. Widdershoven van 7 september 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:476). Van verschoonbaarheid kan sprake zijn als bijzondere omstandigheden de indiener hebben verhinderd om tijdig bezwaar te maken of beroep in te stellen. Het CBb oordeelt nu dat vooral meer rekening moet worden gehouden met de bijzondere omstandigheden. Het CBb geeft in de uitspraak enkele voorbeelden van zulke bijzondere omstandigheden, zoals persoonlijke omstandigheden (ernstige ziekte, psychisch onvermogen, ernstige familieomstandigheden) of externe omstandigheden die voor overbelasting en stress zorgen (natuurramp, brand in een woning of bedrijfspand).

Verschoonbare termijnoverschrijding

Bij de beoordeling of sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding wegens bijzondere omstandigheden kiest het CBb voor een beoordeling van geval tot geval waarbij de context van belang is. Niet alleen in gevallen waarin de indiener geen enkel verwijt kan worden gemaakt, kan een verschoonbare termijnoverschrijding worden aangenomen. Ook als de indiener een slechts gering verwijt treft, kunnen er redenen zijn om een termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Dat hangt onder meer af van wie de indiener is (een individuele burger of een grote of kleine onderneming), hoe groot de termijnoverschrijding is, of er belangen van anderen bij het besluit van het bestuursorgaan zijn betrokken en of het bestuursorgaan zelf een groot belang heeft bij het verkrijgen van zekerheid over de vraag of zijn besluit wel of niet rechtsgeldig is. Dat moeten bestuursorganen en bestuursrechters allemaal van geval tot geval bekijken. Het CBb wijst er in de uitspraak daarnaast op dat de wet een minder strikte benadering op dit moment maar zeer beperkt toelaat. Als dat niet (langer) wenselijk wordt gevonden, dan is het aan de wetgever om in de wet te bepalen dat een termijnoverschrijding in meer situaties verschoonbaar is. Dat kan de rechter niet doen.  

ECLI:NL:CBB:2024:31

ECLI:NL:CBB:2024:32

ECLI:NL:CBB:2024:33

ECLI:NL:CBB:2024:34

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws