In drie uitspraken van 18 oktober 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat de verblijfsvergunningen van drie Turkse mannen die al meer dan veertig jaar in Nederland wonen, mogen worden ingetrokken omdat zij een gevaar vormen voor de openbare orde. De standstillbepaling die volgt uit de associatieovereenkomst tussen de toenmalige EEG en Turkije staat daaraan niet in de weg.

Sinds 1 juli 2012 mag een verblijfsvergunning worden ingetrokken als iemand langer dan twintig jaar rechtmatig in Nederland verblijft. Daarvoor kon dat niet. De Turkse mannen deden een beroep op een standstillbepaling die volgt uit de associatieovereenkomst tussen de toenmalige EEG en Turkije. Deze bepaling houdt in dat aan Turkse burgers geen strengere eisen mogen worden gesteld dan de eisen die golden in 1980, het jaar dat deze bepaling in werking trad. Volgens de Staatssecretaris van JenV kunnen de vreemdelingen echter geen beroep doen op de standstillbepaling, omdat in de associatieovereenkomst zelf een uitzondering is opgenomen als iemand een gevaar vormt voor de openbare orde. De Afdeling stelde prejudiciële vragen aan het HvJ EU (ECLI:NL:RVS:2021:1310) of de Turkse mannen zich kunnen beroepen op de standstillbepaling. In zijn arrest oordeelde het HvJ EU (ECLI:EU:C:2023:77) dat de Turkse mannen een beroep kunnen doen op de standstillbepaling uit de associatieovereenkomst. Een aanscherping van het nationale recht, zoals een nieuwe mogelijkheid om verblijfsvergunningen in te trekken in verband met de openbare orde, kan gerechtvaardigd zijn voor zover zij “geschikt is om de verwezenlijking van het nagestreefde doel van bescherming van de openbare orde te waarborgen en niet verder gaat dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.”

Oordeel
De strengere Nederlandse regels, op grond waarvan een verblijfsvergunning ook na twintig jaar rechtmatig verblijf nog kan worden ingetrokken, voldoen aan de eisen van het HvJ EU. De staatssecretaris mocht de verblijfsvergunningen van de Turkse mannen intrekken, op voorwaarde dat zij daadwerkelijk een gevaar vormen voor de openbare orde. Omdat in alle drie de zaken aan die voorwaarde is voldaan, staat nu definitief vast dat de Turkse mannen hun verblijfsvergunningen zijn kwijtgeraakt.

ECLI:NL:RVS:2023:3793
ECLI:NL:RVS:2023:3850
ECLI:NL:RVS:2023:3851

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws