Het Gerechtshof Den Haag biedt vanaf maart 2019 in een aantal geselecteerde zaken een nieuwe zittingsvorm aan vóór het indienen van de memorie van grieven. Dit is een comparitie na aanbrengen voor de Bemiddelingsraadsheer. Het is een korte procedure die tot een definitieve oplossing kan leiden.

De behandeling door de Bemiddelingsraadsheer is gericht op een snelle en definitieve afwikkeling van het conflict tussen partijen. In een zitting voor de Bemiddelingsraadsheer wordt gestreefd naar de best haalbare oplossing voor partijen. Partijen maken definitieve afspraken die rekening houden met hun beider belangen. Samen met de Bemiddelingsraadsheer zoeken partijen en de advocaten in een zo vroeg mogelijk stadium van de hoger beroepsprocedure (vóór grieven) naar maatwerkoplossingen. Een schikking leidt in dat geval niet alleen tot een snelle en kostenefficiënte beëindiging van het conflict in hoger beroep, maar ook tot een voor alle partijen acceptabel resultaat.

Procedure

Een behandeling door de Bemiddelingsraadsheer wordt alleen ingepland als beide partijen dit willen. De zaak wordt in dat geval behandeld door een raadsheercommissaris die speciaal is opgeleid tot conflictbemiddelaar. Voorafgaand aan de zitting neemt een secretaris van het hof contact op met de advocaten ter voorbereiding op de zitting.

In het eerste deel van de zitting worden de relevante achterliggende geschilpunten en belangen blootgelegd. In het tweede deel gaan partijen opties voor oplossingen verkennen. De Bemiddelingsraadsheer zal partijen en hun advocaten op de zitting actief begeleiden naar een definitieve oplossing.

Als dit behulpzaam lijkt bij vastgelopen onderhandelingen, kunnen partijen tijdens de zitting de Bemiddelingsraadsheer vragen om een inhoudelijke inschatting van de proceskansen en -risico’s van (onderdelen van) de zaak. De Bemiddelingsraadsheer zal zich daarbij baseren op de stukken uit de eerste aanleg en de geschetste contouren van het (incidenteel) hoger beroep.

De behandeling voor de Bemiddelingsraadsheer is bedoeld als schikkingscomparitie en niet (ook)
als inlichtingencomparitie. Dat betekent dat geen voorafgaande memories of akten worden genomen, (bij voorkeur) geen nadere stukken worden ingediend en de advocaten geen pleitnotities kunnen voordragen. Wel bestaat aan het begin van de zitting voor de advocaten de gelegenheid om kort de juridische contouren van het (incidenteel) hoger beroep toe te lichten.

Uitgangspunt tijdens de bemiddelingszitting blijft dat de behandelend raadsheercommissaris gebonden is aan de waarborgen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de geldende Procesreglementen. De zitting is dus in beginsel openbaar.

Mocht een zitting bij een Bemiddelingsraadsheer niet tot een oplossing leiden, dan wordt de zaak op de reguliere manier in behandeling genomen. De Bemiddelingsraadsheer maakt dan geen onderdeel uit van de combinatie van raadsheren die de zaak behandelt.

 

Bron: rechtspraak.nl

Laatste nieuws