De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 22 december 2025 het advies gepubliceerd over het wetsvoorstel ‘Slimmer straffen’, een initiatiefwetsvoorstel D66, CDA en NSC. De Afdeling adviseert de initiatiefnemers onder meer om in de toelichting bij het wetsvoorstel aandacht te besteden aan de gevolgen van het voorstel voor het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens.
Het initiatiefwetsvoorstel heeft als doel om het aantal kortdurende gevangenisstraffen te verminderen. Van deze straffen is bekend dat ze maar beperkt bijdragen aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Het wetsvoorstel introduceert daarom de elektronische detentie als een nieuwe vrijheidsbenemende hoofdstraf voor volwassenen. Ook biedt het wetsvoorstel meer mogelijkheden voor het opleggen en tenuitvoerleggen van de taakstraf. Deze alternatieven voor korte gevangenisstraffen kunnen dezelfde mate van vergelding bereiken. Ook kunnen ze de kans op recidive en nieuwe slachtoffers verkleinen, en de druk op de schaarse capaciteit in de gevangenissen verminderen. Het wetsvoorstel kan daarmee bijdragen aan een rechtvaardige en effectieve bestraffing van strafbare feiten.
Advies Afdeling
Wanneer de rechter als straf elektronische detentie oplegt, moet de veroordeelde met een enkelband op een vaste locatie verblijven, zoals de eigen woning of een opvanglocatie. De elektronische detentie beperkt een veroordeelde vergaand in zijn grondrechten en vrijheden, zij het in mindere mate dan bij een gevangenisstraf. Ze heeft ook mogelijke gevolgen voor de privacy van anderen. Voor het opleggen en ten uitvoer leggen van elektronische detentie wordt namelijk informatie over eventuele huisgenoten en andere naasten verzameld. De Afdeling adviseert de initiatiefnemers om in de toelichting bij het wetsvoorstel aandacht te besteden aan de gevolgen van het voorstel voor het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens. De Dienst Justitiële Inrichtingen krijgt de bevoegdheid om de locatie van de elektronische detentie te betreden zonder toestemming van de veroordeelde als dit noodzakelijk is in het belang van het toezicht op de naleving. Toepassing van deze bevoegdheid zal het huisrecht van de veroordeelde raken. Het advies aan de initiatiefnemers is om in de toelichting bij het wetsvoorstel de noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit van deze bevoegdheid dragend te motiveren. Tijdens de elektronische detentie geldt standaard het verbod op alcohol en drugsgebruik. Het is duidelijk dat aan dit gebruik allerlei risico’s zitten. Het is echter belangrijk dat de rechter ook op dit punt maatwerk kan leveren. Dit past straks ook beter bij het nieuwe Wetboek van Strafvordering, omdat daarin het verbod op alcohol en drugsgebruik als optionele voorwaarde is vormgegeven. De Afdeling adviseert daarom het verbod op alcohol en drugsgebruik niet als standaard voorwaarde te laten gelden. Daarbij kan wel als uitgangspunt worden gehanteerd dat deze voorwaarde wordt opgelegd bij elektronische detentie. In het advies maakt de Afdeling advisering ook nog enkele opmerkingen over het verlengen van de termijn voor de uitvoering van taakstraffen door jeugdigen, het belang van de evaluatie van het wetsvoorstel en de wijziging in de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. Het advies aan de initiatiefnemers is om met al deze opmerkingen rekening te houden bij de verdere behandeling van het initiatiefwetsvoorstel.
Advies Initiatiefwetsvoorstel 'Slimmer straffen' van de Tweede Kamerleden Sneller, Six Dijkstra en Boswijk
Bron: www.raadvanstate.nl