Nederlands Juristenblad 16
4 mei 2022
2022/5
Militair Gezag en Rechtsherstel (1944-1945)
Namens de regering in Londen bestuurde het Militair Gezag (MG) de in 1944 en 1945 bevrijde delen van Nederland. Een drietal aan de in april 1943 gesloten RK Universiteit verbonden juristen raakte betrokken bij de werkzaamheden van het MG. Een van de belangrijkste taken van het MG was de opsporing, de aanhouding, het onderzoek naar en de inbewaringstelling van politiek verdachte personen. Twee andere belangrijke taken van het MG waren de zorg voor het rechtsherstel en het beheer over het vermogen van vijanden. Het rechtsherstel verliep echter uitermate moeizaam, bureaucratisch, traag en grimmig en kwam pas in 1946 echt op gang. De circulaires van het MG spreken ook boekdelen voor wat betreft de koude, beheerste naoorlogse opstelling van het MG, daarin gesteund door de Nederlandse regering, ten aanzien van Joodse vluchtelingen. Zij liepen het risico opgepakt te worden of huisarrest te krijgen en raakten bovendien hun vermogen kwijt. Wilden zij zich hier tegen verzetten dan kregen zij te maken met een ware ‘formulierenterreur’.

[verder lezen in NAVIGATOR]
[of download hier de pdf]

Nationaliteit en staatsopportunisme: WO II en de oorlog tegen terreur
In dit opstel vergelijkt de auteur nationaliteitsrechtelijke regelingen die hun oorsprong vinden in spannende tijden: de Tweede Wereldoorlog en zijn nasleep en de strijd tegen terreur van tegenwoordig. Hij neemt daarbij waar, dat centrale uitgangspunten van het toen en nu bestaande reguliere nationaliteitsrecht snel opzij gezet worden om externe doelen te bereiken. Deze instrumentalisatie dreigt ook steeds meer het normale nationaliteitsrecht binnen te dringen. Tijdelijke regelingen dreigen permanent te worden en nationaliteit is geen rustig bezit.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Verjaring van oorlogsmisdrijven gepleegd in Nederlands-Indië
De Wet van 1971 inzake de opheffing van verjaring oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in het licht van het NIOD-onderzoek naar de onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands-Indië
Dit artikel beoogt de (wets)geschiedenis achter de totstandkoming van de Wet van 1971 inzake de opheffing van verjaring oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid onder de aandacht te brengen, tegen de achtergrond van de uitkomsten van het recente NIOD-onderzoek naar de onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands- Indië. Achtereenvolgens wordt eerst de wettelijke verjaringsregeling ten aanzien van internationale misdrijven vóór de inwerkingtreding van de Wet van 1971 geanalyseerd, de totstandkoming en parlementaire geschiedenis van de Wet van 1971 omschreven, gevolgd door een opsomming van de voornaamste bezwaren tegen deze wet. Wat deze analyse laat zien is dat aan het al of niet afschaffen van verjaringstermijnen ten aanzien van internationale misdrijven gepleegd in het verleden uiteindelijk ook, of: vooral, politieke overwegingen ten grondslag lagen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Willem-Alexander en zijn ‘uniform’
Het constitutioneel staatshoofd als burger in militair uniform
Het dragen van militaire uniformen door burgers is verboden. Toch draagt koning Willem-Alexander, die geen militair meer is, bij gelegenheid een militair uniform. Dat het monarchale staatshoofd wel een uniform draagt maar geen militair is, en dus ook niet aan het hoofd van de strijdkrachten staat, is uniek in Europa en juridisch niet nodig.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Eerder verschenen
NJB 15 (2022)
28 april 2022
NJB 14 (2022)
20 april 2022
NJB 13 (2022)
6 april 2022
NJB 12 (2022)
30 maart 2022
NJB 11 (2022)
23 maart 2022