Verslag van een bezoek aan Polen

Donderdag 21 juni 2018 bezocht een delegatie van het bestuur van het netwerk van raden voor de rechtspraak (ENCJ) Polen. De delegatie bestond uit een collega uit Litouwen, een collega uit Italië, en mijzelf als president van het netwerk, ondersteund door de directeur van het netwerk. Doel van het bezoek was informatie te vergaren om de vraag te kunnen beantwoorden of de Poolse raad voor de rechtspraak (KRS) nog lid kan blijven van het netwerk. 

De statuten van het netwerk schrijven voor dat leden onafhankelijk zijn van de uitvoerende macht, en het netwerk heeft daar ernstige twijfels bij. Die twijfels heeft het netwerk de afgelopen jaren in verschillende publieke verklaringen openbaar gemaakt (zie website ENCJ).

In de ochtend vond een gesprek van ruim twee uur plaats met ongeveer 15 (van de 25) leden van de KRS; in de middag een gesprek van een uur met de president en het presidium van de Poolse Hoge Raad, een gesprek van een uur met de voorzitters en bestuursleden van de Poolse rechtersverenigingen Iustitia en Themis en, ten slotte, een gesprek met de Poolse Ombudsman en zijn plaatsvervangers. Zijn wettelijke taak is onder meer de hoeder van de mensenrechten te zijn in Polen.

De gesprekken vonden plaats onder grote mediabelangstelling. Voor het bezoek was er in de Poolse kranten en op de Poolse televisie veel aandacht. Op de dag zelf werd de delegatie overal gevolgd door een filmcamera. Een interview met mij werd op prime time van een commercieel tv-station (eigendom van een Amerikaan) uitgezonden. Aantal kijkers: vier miljoen.

Maar eerst terug naar de context waaruit dit bezoek voortkomt.

Sinds oktober 2015 is de PiS partij aan de macht in Polen. Een van hun speerpunten is de rechterlijke macht in hun land onder ‘democratische controle’ te brengen. De Minister van Justitie (MvJ) heeft herhaaldelijk publiekelijk aangegeven dat de rechters in zijn land een staat in de staat zijn, corrupt en lui zijn, en bovendien communisten. Enig relevant bewijs voor deze stellingen heeft hij nog niet naar voren gebracht (zie de Poolse inbreng in de discussie met de EU-Commissie). Zijn ministerie betaalt voor een billboardcampagne langs Poolse autowegen tegen de corrupte rechterlijke macht.

Inmiddels heeft het Poolse parlement met de PiS-meerderheid een hele serie wetten aangenomen met betrekking tot de democratische controle van de rechterlijke macht. Ik noem de belangrijkste:

  1. Een wet waarbij het Openbaar Ministerie direct onder de bevelsmacht van de Minister van Justitie is gebracht. Hij zet deze bevelsmacht in tegen diverse rechters. Hij geeft daarvoor als reden dat zij ambtsmisdrijven hebben gepleegd, zoals een zaak te lang aanhouden, of een zaak niet volgens de regels hebben toebedeeld. In het gesprek noemen de rechtersverenigingen als reden intimidatie van rechters die beslissingen geven die de Minister van Justitie niet bevallen. Tegen enkele van de gesprekspartners was inmiddels ook een strafrechtelijk onderzoek gestart.
  2. Een serie wetten met betrekking tot het Constitutioneel Hof waardoor de regering leden in dat Hof heeft kunnen benoemen die loyaal zijn aan de PiS-partij. Zie NJB 2016/2060. Volgens de president en het presidium van de Hoge Raad, de rechtersverenigingen en de Ombudsman is het Constitutioneel Hof daardoor een stempelmachine voor de Minister van Justitie geworden, en is het niet meer de hoeder van de Grondwet. De meerderheid van de 10 000 rechters erkent de grondwettelijkheid van het huidige Constitutioneel Hof niet. Zij hebben dit in openbare verklaringen laten weten.
  3. Een wet met betrekking tot de KRS. Zie NJB 2017/311. De KRS blijft als hoofdtaak houden de werving, selectie en promotie van rechters, alsmede het besluiten tot het voeren van disciplinaire procedures tegen rechters. De KRS kent leden die lid zijn van het parlement (zes) en ex officio leden (twee). De rest van de leden zijn rechters. Kern van die wet is dat de rechters in die raad niet meer, zoals voorheen, gekozen worden door alle Poolse rechters, maar door het parlement, na een voordracht van 25 rechters. De selectie van de rechters is omstreden. Zie hierna. De mandaten van de oude KRS-leden zijn volgens de president en presidium van de Hoge Raad, de rechtersverenigingen en de Ombudsman verkort in strijd met de Grondwet. Deze personen stellen zich ook op het standpunt dat uit de wetsgeschiedenis van de Grondwet en de systematiek van de Grondwet evident blijkt dat de rechters in de KRS gekozen moeten worden door rechters. Zij geven aan dat alle staatsrechtgeleerden ook deze mening zijn toegedaan. Het nieuwe Grondwettelijk Hof heeft op verzoek van de Minister van Justitie deze wet grondwettelijk verklaard.
  4. Een wet die de bevoegdheid om (vice)presidenten te benoemen en ontslaan overhevelt van de KRS naar de Minister van Justitie. De Minister van Justitie hoeft geen redenen op te geven voor benoeming of ontslag. Binnen vier maanden heeft de MvJ 161 van de ongeveer 750 (vice)presidenten ontslagen en vervangen, waaronder elf presidenten van de dertien hoven. Diverse gerechten zijn daar tegen in opstand gekomen, waaronder de rechtbank in Krakau. Zie hierna.
  5. Een wet op de Hoge Raad. Daarin wordt bepaald dat per 3 juli 2018 alle raadsheren van 65 jaar en ouder gedwongen met pensioen worden gestuurd. Dat is ongeveer 40% van het huidig aantal raadsheren. Inclusief de president van de Hoge Raad. Haar grondwettelijke termijn van zes jaar is daarmee verkort.
  6. Een wet op de Hoge Raad waarin in de Hoge Raad een aparte kamer komt die exclusief moet oordelen in disciplinaire zaken tegen rechters. Bovendien krijgt deze kamer de bevoegdheid om onaantastbare vonnissen – tot twintig jaar terug – alsnog te vernietigen als zij dat aangewezen achten. In deze kamer komen geen rechters of juristen, maar representanten van het volk.
  7. Een wet op de Hoge Raad waarin de kamer die de uitslag van verkiezingen vaststelt niet meer uit rechters bestaat, maar uit vertegenwoordigers van het volk.

 

Het gesprek met de KRS

Ter voorbereiding op het gesprek had de ENCJ-delegatie tien vragen toegezonden, waarop we verzochten een antwoord te krijgen (zie bijlage). Dat viel niet mee.

Na een vriendelijk welkom van de president van de KRS nam een politiek KRS-lid (PiS) het woord en eiste emotioneel een verklaring wat wij kwamen doen: in haar ogen had het geen pas om een strafrechtelijk onderzoek te starten tegen de KRS zonder dat de KRS wist wat haar werd verweten. Een duidelijke schending van art. 6 EVRM volgens haar. Bovendien ging de ENCJ helemaal niet over de onafhankelijkheid van de Poolse rechtspraak. Zij werd ruw tot de orde geroepen door de voorzitter.

Vervolgens nam een rechterlijk lid van de KRS het woord. Zij sprak geëmotioneerd haar afschuw uit over het feit dat Turkije en Polen in eenzelfde verklaring van de ENCJ werden genoemd, om vervolgens uitvoerig in te gaan op Turkije. Na een interventie van mij dat de delegatie was gekomen om over de situatie in Polen te horen, en niet over Turkije, viel zij stil.

Daarna kwam het gesprek op de gewijzigde benoemingsprocedure van de rechters in de KRS en hoe die zich verhoudt tot de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Alle aanwezige rechters verklaarden een voor een dat zij door ten minste 25, soms door 78 rechters waren gesteund. Op mijn vraag of deze lijsten openbaar waren kwam als antwoord dat alleen de Minister van Justitie en de voorzitter van het parlement de lijsten kenden. Vervolgens vroeg ik waarom de lijsten niet openbaar waren. Na een stilte kwam als antwoord dat de namen van de rechters op de lijsten geheim moesten blijven om hen te beschermen tegen bedreigingen. Van welke kant, vroeg ik? Geen antwoord. Op mijn vraag hoe men dan kon weten of niet steeds dezelfde 25 rechters op de lijsten stonden, werd niet geantwoord. Evenmin op de vraag of steeds dezelfde meerderheid in het parlement (PiS) de leden gekozen had. Het antwoord hierop is overigens ‘Ja’, volgens de president van de Hoge Raad, de rechtersverenigingen en de Ombudsman.

Later vertelden de rechtersverenigingen dat zij weten dat de lijsten niet openbaar gemaakt worden, omdat het steeds rechters betreft die al jaren op het Ministerie van Justitie zijn gedetacheerd. Dit verband moet volgens hen geheim blijven, omdat het duidelijk maakt dat de KRS niet onafhankelijk is van de Minister van Justitie. Ook is volgens hen een deel van de gekozen rechters nog steeds gedetacheerd op het Ministerie van Justitie. Zij sturen bewijs hierover op aan de ENCJ.

Alle aanwezige leden van de KRS bezwoeren dat er geen verandering was gekomen in de relatie tot de KRS en de wetgevende macht/uitvoerende macht. Daarbij noemden geen van allen de grondwettelijke taak van de KRS de hoeder van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te zijn.

Vervolgens werd uitvoerig stilgestaan bij de nieuwe verkiezingsmethode van de rechterlijke leden van de KRS. Deze was naar hun mening geheel conform Europese standaarden. Ook in Spanje en Portugal werden immers leden van de Raad voor de rechtspraak gekozen door het parlement. De nieuwe methode was ook in overeenstemming met de Grondwet, omdat het Constitutioneel Hof dit zo had uitgemaakt.

Erkend werd dat een meerderheid van de rechters daar anders over dacht. Op mijn vraag wat daar de oorzaak van was, werd geantwoord dat dit ingegeven was door politieke motieven. De vraag wat de taak van de KRS was op het punt van de verdeeldheid onder rechters over de nieuwe orde, antwoordde een rechterlijk lid dat de KRS een dialoog wilde aangaan met de meerderheid en een brugfunctie wilde vervullen. Een politiek KRS-lid (PiS) corrigeerde wel duidelijk dat rechters zich niet met politiek moesten bemoeien, en als ze dat wel deden, dat zij zich dan disciplinair moesten verantwoorden. Ik stelde daarop de vraag of kritiek van rechters op de nieuwe orde gezien werd als ontoelaatbaar politiek gedrag van rechters. Een rechterlijk lid antwoordde dat de ethische commissie daarover nog geen standpunt had ingenomen. Ik vroeg of er disciplinaire procedures waren tegen leden van de oude KRS, zoals rechter Zurek. Het antwoord daarop was ‘nee’, omdat de disciplinaire kamer in de Hoge Raad er nog niet was. Die wet moest toen nog in werking treden. Op mijn vraag of er plannen waren de oud-leden van de KRS disciplinair te vervolgen kwam van een politiek KRS-lid het antwoord dat ze geen immuniteit hadden, en van een ander politiek lid dat sommige rechters niet gelijker zijn dan anderen.

Na ruim twee uur zegde de voorzitter van de KRS toe de tien vragen binnen drie weken schriftelijk te beantwoorden, en riep op tot een nader gesprek, omdat alles viel te verklaren.

 

Het gesprek met de president en presidium van de Hoge Raad

Het standpunt van deze gesprekspartners was overduidelijk. De nieuwe KRS was in strijd met de Grondwet gekozen. De gekozen rechters waren niet onafhankelijk van het Ministerie van Justitie, omdat zij daar vandaan kwamen of er nog werkten. Zij werden door de rechters niet als hun vertegenwoordigers gezien. Zelfs niet als bekwame rechters. Ze vertelden dat rechters in grote meerderheid niet aan het nieuwe KRS wilden meewerken, zodat de Minister van Justitie moest terugvallen op rechters die geen statuur hebben bij hun collega’s. Zij zagen de nieuwe KRS niet als hoeder van de onafhankelijkheid van de rechtspraak, maar als een instrument van de Minister van Justitie, met name om de nieuwe benoemingen in de Hoge Raad te beïnvloeden.

Als grootste gevaar van de situatie gaven zij aan dat de continuïteit van de rechtspraak in gevaar kwam, omdat de regering elementaire beginselen van de Grondwet negeerde. Niet alleen op het punt van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, maar ook op het punt van de rechtszekerheid (vernietigen tot twintig jaar terug van onaantastbare uitspraken).

Het opkomen voor de beginselen van de Grondwet zien zij niet als ontoelaatbare politieke activiteiten, maar als een plicht van een rechter.

Zij geloven niet in een dialoog met de huidige regering. Steeds roept de regering daartoe op, maar zij gaat tegelijkertijd in volle vaart door met de afbraak van de Poolse rechtsstaat. Zij riepen de ENCJ daarom op de KRS het lidmaatschap van de ENCJ te ontnemen.

 

Het gesprek met de rechtersverenigingen

De aanwezige rechters maakten volstrekt duidelijk dat zij de huidige KRS als ongrondwettelijk zien, en als een instrument van de uitvoerende macht. Zij hebben met overgrote meerderheid resoluties met die strekking in hun verenigingen aangenomen. In totaal vertegenwoordigen zij ongeveer de helft van de 10 000 rechters. Maar zij gaven aan dat zij ongeveer de steun van 95% van de rechters hebben. Slechts 5% van de rechters werkt mee in de nieuwe orde, volgens hen. Zij zien dat als de verklaring van de vele dubbelfuncties die die rechters in de nieuwe orde hebben.

Zij vertelden over de situatie in Krakau. Daar heeft de Minister van Justitie de oude president ontslagen, en een nieuwe benoemd. Zij was daarvoor gedetacheerd op het Ministerie van Justitie, en nu ook lid van de KRS. Een van haar eerste daden was om rechter Zurek, de persrechter die zeer uitgesproken tegen de nieuwe orde is, te vervangen. Een rechterlijk adviescollege van het gerecht in Krakau was daar unaniem tegen. Vervolgens verklaarde de nieuwe president in de media dat zij unaniem voor waren. Het adviescollege stapte daarop op. De rechtbankvergadering nam daarop een resolutie aan dat ze geen leugenaar als president willen. Op 27 juni 2018 had rechter Zurek zich bij de KRS moeten melden om te horen dat er maatregelen tegen hem zullen worden getroffen.

Zij spraken voorts over de inzet van het strafrecht tegen rechters om een angstcultuur te vestigen, van gedwongen overplaatsingen en van het opblazen van incidenten in de media.

De voorzitter van Iustitia noemde het van het allergrootste belang dat de cirkel van het kwaad in Polen werd doorbroken. Een dialoog werkte niet. Kijk maar naar de dialoog met de Commissie, zo betoogde hij. Een dialoog wordt alleen gebruikt om in de regeringspropaganda enige legitimiteit aan de nieuwe orde te geven. Hij riep de ENCJ op de KRS uit het lidmaatschap te zetten. Iedere andere beslissing zagen de rechtersverenigingen als een dolkstoot in de rug.

 

Het gesprek met de Ombudsman

De Ombudsman begon met de mededeling dat hij nu ook onder vuur lag van PiS. Een PiS-lid van het Constitutioneel Hof had in twee dissenting opinions van ruim tien pagina’s aangegeven dat de Ombudsman niet competent was, geen juiste ethische opvattingen had, en geen juridische bekwaamheden.

Over de KRS gaf hij aan dat de nieuwe selectiemethode zonder meer in strijd is met de Grondwet, dat hij hierover in de senaat een uitvoerig verhaal gehouden had, maar dat er inhoudelijk niet op was gereageerd.

Hij heeft een soort Wob-verzoek gedaan over de eerdergenoemde lijsten, maar hij verwacht niet dat de hoogste administratieve rechter het verzoek zal honoreren, omdat dit college ‘friendly’ is voor de regering.

Hij vertelde dat op de wet op de KRS een amendement is ingediend dat de dubbelfunctie verbiedt van lid KRS en gedetacheerd rechter bij het Ministerie van Justitie. Dit amendement is door de PiS-meerderheid verworpen. Ook volgens hem komt deze dubbelfunctie bij enkele leden van de KRS voor. Zij is ook financieel erg aantrekkelijk, zo legde hij uit, omdat het tot een dubbele salariëring leidt.

Over de situatie met de Hoge Raad na 3 juli is hij somber. Hij noemde nog een wet waarbij de Minister van Justitie de bevoegdheid krijgt om rechters met tien jaar of meer ervaring als raadsheer te detacheren in de Hoge Raad. Op die manier zal de Minister van Justitie vrij snel de meerderheid van het college beheersen.

Ook hij spreekt over intimidatie van rechters via het strafrecht en disciplinaire maatregelen. Hij gaf aan dat een politiek KRS-lid publiekelijk heeft verklaard dat rechter Zurek aangepakt zal worden.

Tot slot geeft hij aan dat er ‘no space for dialogue’ is: ‘no hostages are taken’. Dialoog is zinloos, omdat de regering niet zoekt naar een compromis. Europa en de Commissie moeten nu kleur bekennen. In zijn visie moet de ENCJ de KRS royeren. Een royement verhoogt de druk op de Europese instellingen. Bovendien heeft die beslissing invloed op persoonlijke beslissingen van rechters of zij mee willen doen aan de nieuwe orde. Hij sprak van ‘shame to collaborate’.

In het najaar zal het netwerk een beslissing nemen over het lidmaatschap van de KRS.

 

Mr. C.H.W.M. Sterk is vice-voorzitter van de Raad voor de rechtspraak. Dit verslag verschijnt in NJB 2018/1362, afl. 27.


Bron afbeelding: Trevor Butcher

Over de auteur(s)