Onrechtmatige winstafdracht

Lees hier de scriptie Het fundamentele aspect van het leerstuk van de onrechtmatige winstafdracht in rechtsvergelijkend perspectief van Richard Olde Wolbers (Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht, Tilburg University, beoordeling: 8, Begeleiders: mr. dr. Gijs van Dijck & mr. S. Boesten)

Winstafdracht conform art. 6:104 BW wringt met het huidige schadevergoedingsrecht. Aan de hand van een rechtsvergelijking met Zwitsers recht wordt onderzocht hoe de bestaande bezwaren kunnen worden weggenomen. De bezwaren vanuit de literatuur op art. 6:104 BW hebben voornamelijk betrekking op de onverenigbaarheid van het artikel met de doelen en beginselen van het huidige schadevergoedingsrecht, het schadevereiste en de rechtsgrondslag van het artikel.

In de masterscriptie van van Richard Olde Wolbers wordt onderzocht of het Obligationenrecht 2020-voorstel (hierna: OR 2020) aanknopingspunten kan bieden om de problematiek met betrekking tot art. 6:104 BW weg te nemen. Zowel in het Nederlands als het Zwitsers recht is het leerstuk van de onrechtmatige winstafdracht aan substantiële ontwikkelingen onderhevig geweest. In Nederland heeft vooral de rechtspraak invulling gegeven aan het onrechtmatige winstafdrachtartikel (zie HR Waeyen-Scheers/Naus, HR Stichting Ymere en HR Setel/AVR Holding).

Hondius wees reeds in 2013 op het bestaan van een Zwitsers alternatief. Dit alternatief is aangedragen naar aanleiding van een voorstel om het Obligationenrecht systematisch te ordenen en te moderniseren in de OR 2020. De OR 2020 is aangedragen door 23 Zwitserse juridische onderzoekers, en codificeert het recht op onrechtmatige winstafdracht. Artikel 69 OR 2020 bepaalt namelijk dat, wanneer iemand een inbreuk maakt op de wettelijk beschermde belangen van een ander en daardoor winst verkrijgt, de behaalde winst geheel of gedeeltelijk gerestitueerd dient te worden. Een benadeelde hoeft, in tegenstelling tot art. 6:104 BW, zodoende zijn schade niet aannemelijk te maken. Tevens bouwt het artikel, in tegenstelling tot het Nederlandse recht, voort op de ongerechtvaardigde verrijkingsvordering. 

Over de auteur(s)