Onnodig recentraliserende rechterlijke rechtsvorming

Lees hier de scriptie Onnodig recentraliserende ­rechterlijke rechtsvorming van Roel Becker (masterscriptie Staats- en bestuursrecht, Universiteit ­Leiden, begeleiders: Geerten Boogaard & Jaap Polak, beoordeling: 9).

De grootschalige decentralisaties in het sociaal domein brengen de bestuursrechter vaak in een lastig parket. Enerzijds dient hij aan de hand van relatief weinig en vaak open formeelwettelijke normen rechtsbescherming te bieden aan een kwetsbare groep burgers, anderzijds dient hij de autonomie die gemeenten op dit gebied is toegekend te waarborgen. De Centrale Raad van Beroep heeft deze spanning op scherp gesteld door in een aantal uitspraken besluiten met een bepaalde inhoud of totstandkomingswijze per definitie te vernietigen. Bestuurs­organen uit alle gemeenten worden door deze uitspraken de facto gedwongen hun beleid aan te passen.
Onder bepaalde omstandigheden vormen dergelijke uitspraken geen probleem: het gaat dan bijvoorbeeld om handelswijzen die evident niet door de beugel kunnen, of procesrechtelijke kwesties waarbij gemeentelijke autonomie niet in het geding komt. Onder andere omstandigheden is dit brede ‘rechtersrecht’ wel problematisch, bijvoorbeeld in situaties waarin gemeenten hun beleid moeten aanpassen, ook als dat beleid niet tot problemen leidde.

Aan de brede uitspraken kleven ook meer juridisch-technische bezwaren. Zo wordt precedenten in Nederland meestal bindende kracht toegekend op grond van het gelijkheid- en rechtzekerheidsbeginsel, maar is onduidelijk in hoeverre gemeentelijke autonomie en differentiatie aan die beginselen afbreuk doen. Daarnaast is vaak onduidelijk hoe de breed gemotiveerde toetsing van een individueel besluit en exceptieve toetsing van de achterliggende verordening zich tot elkaar verhouden, terwijl beide tot zeer vergelijkbare resultaten kunnen leiden.

Al met al is het raadzaam dat de rechter naast rechtsbescherming meer oog heeft voor eventuele ongewenste effecten van zijn brede uitspraken. Hij kan hierin worden gefaciliteerd door procesrechtelijke wijzigingen (zoals bijvoorbeeld een uitgebreidere amicus curiae) en strategischer procesgedrag van gemeenten. Zij zouden bijvoorbeeld kunnen benadrukken dat beleid ook in andere gemeenten wel succesvol wordt uitgevoerd en benadrukken dat eventuele tekortkomingen zijn te wijten aan de uitvoering en niet noodzakelijk het achterliggende beleid.

 

Afbeelding: www.pixabay.com

Over de auteur(s)