(On)controversieel

‘Zou het kunnen zijn dat dit demissionaire kabinet meer voor elkaar gaat krijgen dan het missionaire kabinet-Schoof?’ De journalist die mij dit vroeg deed dat wat weifelend, maar ik vond het een heel terechte vraag. Nu Wilders niet langer de kabinetsplannen saboteert door goedbedoelde adviezen en rechtsstatelijke argumenten steevast in de wind te slaan, krijgen de overgebleven coalitiegenoten vast her en der voldoende handen op elkaar. Zo komt hopelijk het besef terug dat checks and balances in ons systeem geen meerderheidje-pesten zijn, maar bijdragen aan meer uitgebalanceerde regels en een werkbare uitvoering, die nu eenmaal nooit zo simpel is als populistische retoriek wil doen geloven.

Ondertussen kwam er een brief van ‘de polder’ aan ‘de Kamers’, ondertekend door SER-voorzitter Kim Putters, waarin deze het demissionaire kabinet opriep vooral door te pakken op belangrijke dossiers als stikstof, woningbouw, arbeidsmarkt, arbeidsmigratie en defensie. De Kamers zouden, met andere woorden, vooral niet te veel controversieel moeten verklaren. ‘Dit land zit vast’, en ‘[d]it kabinet moet […] zo efficiënt mogelijk de zaken ter hand nemen’.1 Een pragmatische en begrijpelijke wens, want wie zit er in deze tijd te wachten op een bestuur dat slechts op de winkel mag passen?

De mogelijkheid om onderwerpen controversieel te verklaren komt toe aan de Tweede en Eerste Kamer en is nog niet zo lang geleden vastgelegd in artikel 11.3 en 141 van hun respectieve Reglementen van Orde. Vorige week is daartoe in procedurevergaderingen van Tweede Kamercommissies een lijst opgesteld, maar ook op een later moment kunnen onderwerpen nog controversieel worden verklaard. Vooralsnog lijkt de animo om wetsvoorstellen, brieven of nota’s niet verder te willen behandelen, inderdaad zeer beperkt en aanzienlijk kleiner dan na eerdere kabinetsvallen.2 Wat eruit springt, is de hervorming van het kiesstelsel: daarover wil men het de komende maanden niet meer hebben.  

Terughoudendheid in het controversieel verklaren van onderwerpen is als gezegd wel te begrijpen. Helemaal nu we leven in een complexe wereld die wordt gekenmerkt door geopolitieke dreigingen, klimaat- en andere crises, en grote economische vraagstukken. En toch is het ook de omgekeerde wereld, en is het ‘normaliseren’ van een demissionair kabinet met min of meer missionaire bevoegdheden ook een probleem. Daar zou het óók over moeten gaan.

Het kabinet Rutte-IV was uiteindelijk 361 dagen demissionair (Rutte-III 360 dagen, Rutte-II 225).3 Ter vergelijking: het kabinet-Schoof zat 336 dagen in het zadel; van de afgelopen vijf kabinetten heeft alleen Rutte-II de gehele regeerperiode volgemaakt. Regeerperiodes zijn dus steeds vaker korter dan ze zouden moeten zijn, terwijl de tijd die wordt genomen voor formaties flink is toegenomen. Want let wel, de demissionaire status blijft bestaan totdat een nieuwe coalitie is gesmeed die het bovendien eens moet zijn over haar plannen voor de komende jaren. Dit terwijl een dergelijk kabinet dat al ‘ontslagen is van zijn taak’, niet meer naar huis kan worden gestuurd en een uiterste sanctiemogelijkheid van het parlement dus ontbreekt.

Kortom: het zou gek zijn als dit demissionaire kabinet op zijn handen zou gaan zitten, maar het is nog veel gekker dat we het normaal lijken te gaan vinden dat we in Nederland de helft van de tijd zonder missionair bestuur zitten; dat kabinetten laten vallen een politieke strategie is geworden en formeren tot slow art is verheven. In een dergelijke toestand gebeurt een ding in elk geval niet: het ontwikkelen van de broodnodige lange termijn-visies en -plannen, die verder reiken dan de volgende verkiezingen.

Waar het een demissionair bestuur uitkomt, kan deze status uitnodigen tot het wegkijken van ingewikkelde dossiers. En dat brengt mij bij de inhoud van deze aflevering van het NJB. ‘Demissionair kabinet blij dat het geen rode lijn meer hoeft te trekken nadat 150 duizend mensen dit al hebben gedaan’, kopte satirisch online tijdschrift De Speld vorige week. ‘Fijn dat er zoveel mensen waren’, aldus Schoof in het fictieve artikel, ‘[d]an hoeven wij het in ieder geval niet meer te doen’.  Dit raakt een gevoelig punt, want wat voor regering spreken we nog aan, en wat laat zij zich daaraan gelegen liggen?

Het NJB heeft een forumfunctie; we varen voor een groot deel op dat wat de redactie wordt aangeboden, en kunnen daarmee wekelijks mooie afleveringen vullen. Maar we lokken ook regelmatig artikelen of zelfs themanummers uit, wanneer het voor de hand ligt dat een medium als het NJB aan bepaalde ontwikkelingen aandacht besteedt, mogelijk zelfs voorop gaat. Deze aflevering staat in het teken van een juridische duiding van de oorlog in Gaza. We staan hiermee stil bij internationaalrechtelijke verplichtingen van Nederland in relatie tot schendingen gepleegd door een ander. Maar ook bij de stand van de internationale rechtsorde als zodanig, en bij het gebruik van de (juridische) term genocide. Ingegaan wordt op de mogelijkheden en mogelijke verplichtingen van de Europese Unie om op te treden, evenals bij de grondwettelijke taak van de regering in artikel 90 Grondwet om de internationale rechtsorde te bevorderen. Tot slot drukken we een open brief af gericht aan minister-president Schoof, betreffende de bezette Palestijnse gebieden, die ondertekend werd door vele bezorgde juristen, en de demissionaire premier met klemt oproept ‘voortvarend te handelen in overeenstemming met de fundamentele internationale verplichtingen van ons land’.

Op momenten waarop we ons afvragen wat controversieel zou moeten zijn, is het ook goed helder te hebben wat onder die noemer zeker niet te scharen valt.

 

Dit Vooraf is gepubliceerd in NJB 2025/1776, afl. 22

 

2 Het zou gaan om 43 Kamerstukken, met vaak overlappende thema’s. Ook de vorige demissionaire periode (in de coronapandemie) waren het er niet veel; daarvoor al gauw zo’n 300 à 400, aldus NRC Haagse Zaken, De politiek achter het controversieel verklaren (podcastaflevering van 21 juni jl.).

Over de auteur(s)
Ingrid Leijten
Hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht aan Tilburg University